Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond per regio, vast op: a. € 148.217 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder a, voor de regio West-Brabant; b. € 114.808 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder a, voor de regio Midden-Brabant; c. € 153.641 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder a, voor de regio Noordoost-Brabant; d. € 127.003 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b, voor de regio West-Brabant; e. € 98.669 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b, voor de regio Midden-Brabant; f. € 131.847 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b, voor de regio Noordoost-Brabant; g. € 156.968 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b, voor de regio Zuidoost-Brabant; h. € 127.003 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder c, voor de regio West-Brabant; i. € 98.669 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder c, voor de regio Midden-Brabant; j. € 131.847 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder c, voor de regio Noordoost-Brabant; k. € 156.968 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder c, voor de regio Zuidoost-Brabant.