Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond per regio vast op: a. € 444.652 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder a, voor de regio West-Brabant; b. € 344.425 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder a, voor de regio Midden-Brabant; c. € 460.923 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder a, voor de regio Noordoost-Brabant; d. € 334.410 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b, voor de regio West-Brabant; e. € 267.574 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b, voor de regio Midden-Brabant; f. € 357.546 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b, voor de regio Noordoost-Brabant; g. € 425.669 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b, voor de regio Zuidoost-Brabant; h. € 334.410 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder c, voor de regio West-Brabant; i. € 267.574voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder c, voor de regio Midden-Brabant; j. € 357.546 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder c, voor de regio Noordoost-Brabant; k. € 425.669 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder c, voor de regio Zuidoost-Brabant.