In artikel 3.101 van de Omgevingsverordening (OV) is een uitzonderingsregeling voor stoppende veehouderijen opgenomen. Veehouderijen, die uiterlijk per 1 januari 2028 stoppen hoeven hun verouderde stalsystemen niet aan te passen per 1 juli 2024 dan wel 1 januari 2026 voor melkrundveehouders en kalverenhouders. Voorwaarde is dat de veehouderij door minder dieren te houden een gelijkwaardige ammoniakreductie behalen. Als u hiervan gebruik wilt maken, moet u hiervan een mededeling doen aan Gedeputeerde Staten met een e-formulier.
Een veehouder kan via het e-formulier, onder bijvoeging van verplichte bijlagen, aan de provincie mededelen dat hij gebruik wil maken van de uitzonderingsregeling. Aan het gebruik van de uitzonderingsregeling zijn voorwaarden verbonden. Om te voorkomen dat later stoppen leidt tot minder afname van stikstofemissies is in de OV opgenomen dat vanaf 1 juli 2024 dan wel 1 januari 2026 voor melkrundveehouders en kalverenhouders eenzelfde ammoniakreductie wordt behaald via het houden van minder dieren als anders behaald zou worden met aanpassing van de verouderde stalsystemen. De veehouder moet in het e-formulier het maximaal aantal te houden dieren per diercategorie en per huisvestingssysteem vastleggen, zowel van de peildatum (1 april 2022) als het aantal te houden dieren vanaf 1 juli 2024 dan wel 1 januari 2026 voor melkrundveehouders en kalverenhouders (inclusief de berekening dat met dat aantal wordt voldaan aan de ammoniakemissie-eisen). Op basis van de medegedeelde dieraantallen in het formulier kan de toezichthouder controleren of wordt voldaan aan de voorwaarden van de uitzonderingsregeling.
Bij de mededeling moeten ook afschriften van verzoek(en) tot intrekking van de geldende toestemmingsvereisten alsmede de ontvangstbevestiging worden meegestuurd. Het gaat daarbij om intrekkingsverzoeken, (veelal) ingediend bij de eigen gemeente voor de:
- melding op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving, of
- omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit
En het intrekkingsverzoek bij de provincie voor:
- de omgevingsvergunning voor de Natura 2000-activiteit
De provincie stelt na ontvangst van de mededeling, de betreffende gemeenten en de Omgevingsdienst op de hoogte, zodat zij de procedure tot intrekking per 01-01-2028 of het verlenen van een tijdelijke toestemming voor het houden van minder dieren tot 01-01-2028 kunnen voortzetten.