- a.
algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie
van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107
en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 187/1
van 26 juni 2014;
- b.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- c.
crossover: samenwerkingsverbanden tussen partijen uit verschillende technologiedomeinen,
waarin innovatieve producten en diensten worden ontwikkeld;
- d.
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding
als opgenomen in de de-minimisverordening;
- e.
de-minimisverordening: Verordening (EU) N1407/2013 van de Commissie van 18 december
2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december
2013;
- f.
Deskundigencommissie: adviescommissie ingesteld op grond van artikel 3:5 van de Awb
en overeenkomstig artikel 82 van de Provinciewet;
- g.
EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling;
- h.
experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2,
onder 86, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
- i.
gebouwde omgeving: gebied dat door aaneengesloten bebouwing een overwegend woon-
, recreatie- of verblijffunctie heeft en daadwerkelijk als zodanig wordt gebruikt;
- j.
Human Capital: arbeidskracht;
- k.
innovatiesysteem: samenwerking in publieke en private sector waarvan de activiteiten
en de interacties hiertussen, nieuwe technologieën initiëren, importeren, veranderen
en verspreiden;
- l.
internationale topclusters: drie in het OPZuid voor Zuid-Nederland aangewezen technologiedomeinen
waarin bedrijfsleven en kennisinstellingen de potentie hebben om internationaal uit
te blinken, te weten:
- m.
kennisinstelling:
- 1°.
een onder a, b, c, g of h van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder j van de bijlage bij
die wet bedoeld academisch ziekenhuis en Nyenrode Business Universiteit;
- 2°.
een andere dan onder 1º bedoelde geheel of gedeeltelijk, meerjarig door de overheid
gefinancierde onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk die activiteiten verricht
met als doel de algemene wetenschappelijke of technische kennis uit te breiden;
- 3°.
een geheel of gedeeltelijk, meerjarig door een andere lidstaat van de Europese Unie
gefinancierde:
- a.
openbare instelling voor hoger onderwijs of een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig
aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1º;
- b.
onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel
de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;
- 4°.
een rechtspersoon ten aanzien waarvan een instelling als bedoeld onder 1º, 2º of
3º direct of indirect:
- a.
meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft;
- b.
volledig aansprakelijk vennoot is; of,
- c.
overwegende zeggenschap heeft;
- 5°.
een onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk met eigen medewerkers in loondienst,
die tot doel heeft om via het structureel doen van eigen onderzoek en het ontwikkelen
en testen van technische toepassingen door haar medewerkers, de technologische kennis
op een specifiek terrein te bevorderen, die geen instelling is als bedoeld onder 1º
tot en met 4º;
- n.
Managementautoriteit: gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant aangewezen
als managementautoriteit, bedoeld in artikel 123, eerste lid, van verordening 1303/2013
voor het Operationeel Programma Zuid 2014-2020;
- o.
MKB-onderneming: kleine en middelgrote onderneming als bedoeld in artikel 1, onder
28 van Verordening 1303/2013 en bijlage I van Aanbeveling van de Commissie van 6 mei
2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG);
- p.
nationale topclusters: vier in het OPZuid voor Zuid-Nederland aangewezen technologiedomeinen
die sterk zijn op bovenregionaal niveau en specifieke potenties op internationaal
niveau hebben, te weten:
- 1°.
Logistiek;
- 2°.
Life Sciences & Health;
- 3°.
Biobased;
- 4°.
Maintenance;
- q.
onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm
en de wijze waarop zij wordt gefinancierd;
- r.
open innovatie: praktijk van ondernemingen en kennisinstellingen om innovatieve ideeën
op basis van samenwerking uit te wisselen en ideeën, kosten risico of capaciteit in
onderzoek en ontwikkeling te delen;
- s.
Operationeel Programma Zuid 2014-2020: gezamenlijk programma als bedoeld in artikel
96 van verordening 1303/2013, van de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg,
goedgekeurd door de Europese Commissie op 5 december 2014, voor activiteiten die in
Zuid-Nederland financiering kunnen ontvangen uit het EFRO;
- t.
operationele omgeving: omgeving waarin door omstandigheden en condities een innovatie
conform de werkelijkheid kan worden getest;
- u.
OPZuid: Operationeel Programma Zuid 2014-2020;
- v.
outputindicatoren: indicatoren als bedoeld in artikel 27, vierde lid, onder b, van
verordening 1303/2013 uitgewerkt in paragraaf 2.A.6.5., tabel 5 van het OPZuid;
- w.
REES: Regeling Europese EZ-subsidies;
- x.
RIS3: Regionale Innovatie Strategie voor Slimme Specialisaties, vastgesteld op 24
september 2013 door gedeputeerde staten van Noord-Brabant in de hoedanigheid van beoogd
managementautoriteit van het OPZuid;
- y.
slimme uitrol: testen, demonstreren en eerste toepassing in een operationele omgeving;
- z.
valorisatievermogen: omzetten van bestaande en nieuwe kennis en kunde naar nieuwe
producten, processen of diensten;
- aa.
verordening 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement
en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds,
het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor
maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees
Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) Nr.
1083/2006, Pb L 347/320 van 20 december 2013;
- bb.
Zuid-Nederland: grondgebied van de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.