Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant in de hoedanigheid van managementautoriteit
voor het Operationeel Programma EFRO Zuid-Nederland 2014-2020,
Gelet op artikel 125, derde lid, van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees
Parlement en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen
inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds,
het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees
Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees
Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en
het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening
(EG) nr. 1083/2006; Gelet op artikel 2.2 van de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode
2014-2020;
Overwegende dat het Comité van Toezicht door middel van een schriftelijke beoordeling
kennis heeft genomen van de uitgangspunten van de voorliggende regeling;
Overwegende dat de Managementautoriteit wenst te investeren in slimme, duurzame en
inclusieve groei en werkgelegenheid in de regio Zuid-Nederland en hiertoe het Europees
Fonds voor Regionale Ontwikkeling inzet;
Overwegende dat de subsidiabele activiteiten van de paragrafen 2 en 3 breed ingevuld
kunnen worden en deze ruime invulling ten behoeve van een optimaal bereik van de doelstellingen
wordt beoogd, acht de Managementautoriteit, daar waar sprake is van staatssteun, in
het kader van rechtvaardiging van staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing:
a. Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde
categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne
markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 187/1 van 26 juni 2014;
b. Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende
de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Bijlage 4 Inhoudelijk kader openstelling Logistiek
Inhoudelijk kader openstelling Logistiek
Doelstelling van de openstelling is het versterken en verbreden van het Zuid-Nederlandse
open innovatiesysteem in crossovers tussen de sector logistiek met de overige sectoren
uit de regionale innovatie strategie, met een grotere deelname van het MKB daarin.
Zuid-Nederland heeft binnen het topcluster logistiek vijffocusgebieden geïdentificeerd
(zie bijlage): Cross Chain Control Centers, Service logistiek, Customs Management,
Synchromodaliteit en Regierol van knooppunten. Daarnaast zijn er andere thema’s actueel
geworden zoals retourlogistiek; of supply chain finance / blockchain in logistiek;
of sustainability / green logistics; etc Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking
van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven
en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van
de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven en
in de gehele keten. Zuid-Nederland heeft een goede uitgangspositie qua open innovatie
en ambieert een positie in de top 3 van meest innovatieve en competitieve regio’s
van Europa. Hiertoe staat Zuid voor een aantal uitdagingen, m.n.: Om als innovatieve
regio voorop te blijven lopen, dient Zuid blijvend in te zetten op het versterken
van het open innovatie ecosysteem. Het versterken van de positie van het MKB in het
innovatiesysteem is noodzakelijk om de basis voor innovatie te verbreden.
Beschrijving openstelling Logistiek
In deze onderhavige openstelling wordt gericht op specifieke toepassingsgebieden.
In overleg met de sector zijn 2 innovatieve kansen geïdentificeerd:
- Smart logistics
- •
toepassing van IT-technologie, als data, AI, VR, AR etc.
- •
toepassing van technology als robotisering etc
- •
toepassing van mobility concepten als platooning, etc
Digitalisering en toepassen ICT zijn hierbij het uitgangspunt. Er kan gedacht worden
aan diverse technieken die hierin kunnen worden uitgewerkt. Technieken die in de high
tech en andere sectoren al regulier in gebruik zijn maar voor de logistiek nieuwe
mogelikheiden biedt. Deze inzet en toepassingen kunnen juist in de logistiek voor
een grote toegevoegde waarde zorgen.
- Sustainable en circular logistics;
Een andere uitdaging voor de logistieke sector is het thema duurzaamheid. Binnen de
sector heeft de energietransitie een grote impact. Hierbij valt te denken aan elektrisch
en schoner vervoer enerzijds maar ook betere benutting, verdergaande ketenregie, synchromodaliteit,
en dergelijke anderzijds. In Zuid kan dmv inzet op 1B1 hier oplossingen voor gezocht
worden.
Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande
samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen
wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen
en grote bedrijven in de topclusters en in de supply chains. Een deelname van het
MKB leidt, ceteris paribus, tot hogere uitgaven van onderzoek en ontwikkeling (en
dus het inlopen van een deel van de achterstand op de EU2020-doelen hiervoor) en tot
meer innovatie die bijdraagt aan inkomen, welzijn en milieu. De projecten die uitgevraagd
worden dienen wel aan een bepaald schaalniveau te voldoen en inzicht geven in een
business case die binnen afzienbare tijd rendabel is. Daarnaast biedt het project
echt meerwaarde als het de gehele keten betrekt en ondersteunende onderwerpen in het
systeem zoals human capital en specifiek voor de logistiek thema’s als imago, branding,
marketing en acquisitie.
Om een succesvolle invulling te geven aan de beschreven uitdagingen dient (voorwaardelijk)
de human capital op niveau te zijn. Ontwikkeling van slimme techniek met kennisinstellingen
en bedrijven en de implementatie van deze slimme technieken in het logistieke ecosysteem
eist hoog opgeleid personeel.
Type begunstigden: Begunstigden zijn het bedrijfsleven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland (en
daarbuiten met aantoonbare meerwaarde), mits de acties zijn gericht op crossovers.
Binnen de activiteiten bij dit specifieke doel kunnen bijvoorbeeld ook gemeenten en
intermediaire organisaties zoals bijvoorbeeld Campussen en ROM’s een ondersteunende
rol vervullen, waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden.
Voorbeelden van acties
- -
Het ondersteunen van het MKB in de topclusters bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden
met grote bedrijven en kennisinstellingen en met MKB-ondernemingen onderling.
- -
Ondersteuning voor living labs, proeftuinen e.d. waarin bedrijven en kennisinstellingen
samenwerken aan innovaties (co-creaties / sharing / bundeling) die bijdragen aan de
geïdentificeerde maatschappelijke uitdagingen. Een ideaal project of cluster van projecten
omvat een primair domein uit de hoofdlijnen, met een toepassing uit één of meer toepassingsgebieden
en maakt gebruik van één of meer systeemversterkende elementen uit de supporting lines.
Bijlage 5 Inhoudelijk kader openstelling Biobased
Inhoudelijk kader openstelling Biobased
Het versterken en verbreden van het Zuid-Nederlandse open innovatiesysteem in crossovers
tussen de sector Biobased met de overige sectoren uit de regionale innovatie strategie,
met een grotere deelname van het MKB daarin. Uit een consultatie van de markt is het
voorstel gekomen om dit thema te verbreden naar de actualiteit. De onderwerpen zijn
tot stand gekomen vanuit de sector en maakt hierbij gebruik van de consulaties gedaan
nationaal en internationaal. Onderstaande figuur geeft de specifieke hoofdlijnen,
toepassingsgebieden en supportlijnen weer:
Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande
samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen
wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen
en grote bedrijven en in de gehele keten. Zuid-Nederland heeft een goede uitgangspositie
qua open innovatie en ambieert een positie in de top 3 van meest innovatieve en competitieve
regio’s van Europa. Hiertoe staat Zuid voor een aantal uitdagingen, m.n.:
Om als innovatieve regio voorop te blijven lopen, dient Zuid blijvend in te zetten
op het versterken van het open innovatie ecosysteem. Het versterken van de positie
van het MKB in het innovatiesysteem is noodzakelijk om de basis voor innovatie te
verbreden.
Beschrijving openstelling Biobased
In deze onderhavige openstelling wordt gericht op de twee hoofdlijnen van het bovenstaande
innovatieprogramma:
Hoofdlijn: Biomassa als grondstof
Voor het sluiten van kringlopen is het cruciaal dat er in de toekomst andere bronnen
van koolstof dan fossiele grondstoffen worden aangewend. In een biobased economy wordt
er intensief gebruik gemaakt van biomassa als grondstof voor de productie van chemicaliën
en materialen. Het gebruik van biomassa, suikers, lignine maar ook agrofood reststromen
zijn hierbij van groot belang. Dit betreft zowel verse biomassa als biobased reststromen.
Relevante technologieën zijn worden ingezet voor de productie van bijvoorbeeld biopolymeren,
bio aromaten, eiwitten, farmaceutische verbindingen en toepassing van hernieuwbare
grondstoffen in de bouwsector. Dit alles moet bijdragen aan het realiseren van een
circulaire economie. De projecten moeten wel heel concreet richting toepassing en/of
productontwikkeling gaan.
Hoofdlijn: Koolstof circulariteit in producten
De levenscyclus van polymeren eindigt typisch met verbranding, storten of dispersie
in de omgeving en natuur. Het sluiten van de materialenkringloop (circulaire economie)
zal een uiterst belangrijke rol spelen in de komende jaren. Uiteindelijk zal fossiel
carbon, opgesloten in materialen, in de atmosfeer terecht komen als CO2. Ook microplastics
en het lekken van additieven in de natuur zijn onderdeel van de plastic footprint.
De transitie naar een circulaire economie vereist een herontwerp van de huidige consumptiepatronen
en waardeketen. Design voor recycle en polymeer recycle technologieën zijn hierbij
cruciaal.
Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande
samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen
wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen
en grote bedrijven in de topclusters en in de supply chains. Een deelname van het
MKB leidt, ceteris paribus, tot hogere uitgaven van onderzoek en ontwikkeling (en
dus het inlopen van een deel van de achterstand op de EU2020-doelen hiervoor) en tot
meer innovatie die bijdraagt aan inkomen, welzijn en milieu. De projecten die uitgevraagd
worden dienen wel aan een bepaald schaalniveau te voldoen en inzicht geven in een
businessclass die binnen afzienbare tijd rendabel is. Daarnaast biedt het project
echt meerwaarde als het de gehele keten betrekt. Doel van deze programmatische aanpak
is om tot een transitie naar een nieuwe procesindustrie te komen en maximale synergie
en meerwaarde te creëren voor betrokken bedrijven, kennisinstellingen, overheden en
andere betrokken overige partijen.
Type begunstigden: Begunstigden zijn het bedrijfsleven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland (en
daarbuiten met aantoonbare meerwaarde), mits de acties zijn gericht op crossovers.
Binnen de activiteiten bij dit specifieke doel kunnen gemeenten, waterschappen en
intermediaire organisaties zoals bijvoorbeeld ROM’s een ondersteunende rol vervullen,
waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden.
Voorbeelden van acties
- -
Het ondersteunen van het MKB in de topclusters bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden
met grote bedrijven en kennisinstellingen en met MKB-ondernemingen onderling.
- -
Ondersteuning voor living labs, proeftuinen e.d. waarin bedrijven en kennisinstellingen
samenwerken aan innovaties die bijdragen aan de geïdentificeerde maatschappelijke
uitdagingen. Een ideaal project of cluster van projecten omvat een primair domein
uit de hoofdlijnen, met een toepassing uit één of meer toepassingsgebieden en maakt
gebruik van van één of meer systeemversterkende elementen uit de supporting lines.
Proeftuinen zijn het ideale condensatiepunt waarin deze laatste fysiek kunnen samenkomen.
Op deze wijze worden de verschillende partners uit de waardeketens optimaal met elkaar
verbonden, ontstaat er extra synergie en versnelling en wordt de bijdrage vanuit het
programma aan de doelstellingen van OP-Zuid of andere stimuleringsprogramma’s vergroot.
Bijlage 6 Inhoudelijk kader openstelling Maintenance
Inhoudelijk kader openstelling Maintenance
Het versterken en verbreden van het Zuid-Nederlandse open innovatiesysteem in crossovers
tussen de sector maintenance met de overige sectoren uit de regionale innovatie strategie,
met een grotere deelname van het MKB daarin. Zuid-Nederland heeft binnen het topcluster
Maintenance vier innovatiehoofdlijnen geïdentificeerd: Maritiem/Water, Infrastructuur
& Utilities, Duurzame procesindustrie en Aerospace. Onderstaande figuur geeft de specifieke
hoofdlijnen, toepassingsgebieden en supportlijnen weer:
Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande
samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen
wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen
en grote bedrijven en in de gehele keten. Zuid-Nederland heeft een goede uitgangspositie
qua open innovatie en ambieert een positie in de top 3 van meest innovatieve en competitieve
regio’s van Europa. Hiertoe staat Zuid voor een aantal uitdagingen, m.n.:
Om als innovatieve regio voorop te blijven lopen, dient Zuid blijvend in te zetten
op het versterken van het open innovatie ecosysteem. Het versterken van de positie
van het MKB in het innovatiesysteem is noodzakelijk om de basis voor innovatie te
verbreden.
Beschrijving openstelling Maintenance
In deze onderhavige openstelling wordt gericht op specifieke toepassingsgebieden van
het bovenstaande innovatieprogramma. Er zijn 3 toepassingsgebieden geïdentificeerd:
Composiet: onderhoud en gebruik composieten;
Condition based en predictive maintenance: gebruik van IT in maintenance waardoor onderhoud van kritieke (sensorloze) hardware
voorspelbaar en onder bepaalde condities kan worden gepleegd. Hierbij kan worden gebruik
gemaakt van digital twin, sensoriek, big data, AI, VR en AR technieken. Dit met het
oog op lagere onderhoudskosten, alsook nieuwe service business;
Simulatie en robotica: het gebruik maken van simulatie, VR, AR en robotica technieken om invulling te geven
aan het onderhoud van de toekomst.
Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande
samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen
wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen
en grote bedrijven in de topclusters en in de supply chains. Een hogere deelname van
het MKB leidt, ceteris paribus, tot hogere uitgaven van onderzoek en ontwikkeling
(en dus het inlopen van een deel van de achterstand op de EU2020-doelen hiervoor)
en tot meer innovatie die bijdraagt aan inkomen, welzijn en milieu. De projecten die
uitgevraagd worden dienen wel aan een bepaald schaalniveau te voldoen en inzicht geven
in een businessclass die binnen afzienbare tijd rendabel is. Daarnaast biedt het project
echt meerwaarde als het de gehele keten betrekt.
Type begunstigden: Begunstigden zijn het bedrijfsleven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland (en
daarbuiten met aantoonbare meerwaarde), mits de acties zijn gericht op crossovers.
Binnen de activiteiten bij dit specifieke doel kunnen gemeenten, waterschappen en
intermediaire organisaties zoals bijvoorbeeld ROM’s een ondersteunende rol vervullen,
waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden.
Voorbeelden van acties
- -
Het ondersteunen van het MKB in de topclusters bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden
met grote bedrijven en kennisinstellingen en met MKB-ondernemingen onderling.
- -
Ondersteuning voor living labs, proeftuinen e.d. waarin bedrijven en kennisinstellingen
samenwerken aan innovaties die bijdragen aan de geïdentificeerde maatschappelijke
uitdagingen. Een ideaal project of cluster van projecten omvat een primair domein
uit de hoofdlijnen, met een toepassing uit één of meer toepassingsgebieden en maakt
gebruik van van één of meer systeemversterkende elementen uit de supporting lines.
Bijlage 7: Inhoudelijk kader openstelling Koolstofarme economie
Inhoudelijk kader openstelling Koolstofarme economie
In het kader van dit specifieke doel stimuleert OPZuid de slimme uitrol van innovatieve
technologieën, instrumenten en niet-technologische aspecten, die zijn gericht op het
bevorderen of aanwenden van koolstofarme technologieën. De projecten dragen bij aan
duurzame energieproductie, energie-efficiëntie en energiebesparing. Zij doen dit als
wegbereider en aanjager van een grootschalige toepassing in een later stadium.
OPZuid stimuleert in dit verband innovatie door de toepassing van nieuwe technieken,
instrumenten en processen. Daarbij kan ook de (combinatie met) inzet van state-of-the-art
technieken en benaderingen in een nieuwe context aan de orde zijn. In alle gevallen
betreft het de aanwending of bevordering van de inzet van koolstofarme technologieën.
Deze prioriteit richt zich op het stimuleren van innovatie gekoppeld aan slimme uitrol
van koolstofarme technologieën en instrumenten gericht op de gebouwde omgeving.
De doelgroep bestaat uit MKB-ondernemingen, bedrijven, kennisinstellingen, woningbouwcorporaties,
gemeenten en energiebedrijven in Zuid Nederland, die zich richten op innovatieve oplossingen
in de gebouwde omgeving. De demonstraties zullen plaats moeten vinden bij faciliterende
partijen zoals bij woningcorporaties, gemeenten en bedrijven. Voorbeelden van demonstratielocaties
c.q. pilotlocaties zijn woonwijken, utiliteitsgebouwen, recreatieparken, bedrijfsterreinen
etc. Hierbij kan binnen projecten aandacht worden geschonken aan procesinnovatie,
om de slimme uitrol te optimaliseren.
Beschrijving openstelling Koolstofarme economie
In de transitie naar een koolstofarme economie, zijn vernieuwingen van het energiesysteem
noodzakelijk om de beoogde toename van duurzame energieopwekking en energie-efficiëntie
en uitstootreductie van broeikasgassen te realiseren.
Focus hierbij ligt op de gebouwde omgeving, aangezien hier een groot deel van de totale
energieconsumptie plaatsvindt: circa 40% van de totale energieconsumptie in Nederland.
De gebouwde omgeving heeft bovendien een groot potentieel voor CO2 reductie, door de introductie van innovatieve technieken en instrumenten voor duurzame
energieopwekking, opslag, distributie en besparing. Het gaat daarbij om de gebouwde
omgeving in brede zin: het gebouw en de daaraan gekoppelde energiesystemen.
Type begunstigden: begunstigden zijn bedrijven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland. Maar ook woningbouwcorporaties
en energiebedrijven kunnen aanspraak maken op het budget, waarbij gemeenten partner
kunnen zijn.
Voorbeelden van mogelijke acties in het kader van deze investeringsprioriteit zijn
onder andere:
- -
Het creëren van een living lab voor het demonstreren van technologische - en / of procesinnovaties in duurzame energievoorziening,
energie-efficiency en energiebesparing bij MKB- ondernemingen die bijdragen aan de
energietransitie;
- -
Het uitvoeren van een pilotproject voor het testen en demonstreren van nieuwe concepten
voor decentrale energieopwekking en slimme distributie van duurzame energie. De uitvoering
van de pilot vindt plaats op het niveau van een wijk of betreft een demonstratieproject
op een bedrijventerrein of kantoorpark dat grootschalige opvolging kan krijgen binnen
de woningbouw;
- -
Het opzetten van een nieuw soort organisatiestructuur ten behoeve van het organiseren
en financieren van particuliere investeringen in duurzame energieopwekking en energie-efficiëntiemaatregelen;
- -
Het gebruik van innovatieve concepten voor het verduurzamen van een recreatiepark
waarbij innovatieve MKB-ondernemingen hand in hand met kennisinstellingen efficiency
maatregelen nemen.