Brabanders zijn gewend om altijd genoeg water te hebben. Steeds vaker ook wij te maken krijgen met te weinig water. Op korte termijn levert droogte problemen op voor de scheepvaart, de landbouw en natuur. Op lange termijn kan verdroging zorgen voor problemen voor de leefomgeving en gezondheid, de drinkwatervoorziening, industrie en mobiliteit.
Zowel in het oppervlaktewater als in het grondwater nemen de hoeveelheden en voorraden af. Op korte termijn is er veel fluctuatie, maar op de langere termijn is de trend dat er een structureel tekort is. Bovendien verwachten we dat door klimatologische veranderingen vaker droogte zal optreden. Om de grondwatervoorraden te voeden, moet er minder water worden onttrokken, en meer water worden aangevuld. Er valt in Brabant genoeg regen om het ondiepe grondwater te voeden, mits het water- en bodemsysteem wordt ingericht op het vasthouden van water. Uitgangspunt voor voldoende water is dat Brabant uiterlijk in 2027 voldoet aan de normen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) waarbij de grondwatervoorraad weer in balans is en de hydrologische randvoorwaarden voor natuur op orde zijn.
Voor de langere termijn werken we aan een klimaatrobuust watersysteem met aandacht voor de balans tussen het water vasthouden en aanvaardbare risico’s voor wateroverlast, inclusief de doorvertaling hiervan naar ingelegen en aangelegen functies van het watersysteem zoals natuur, landbouw en mobiliteit.
Oppompen van grondwater is aan regels gebonden.
De provincie gaat verdroging in natuurgebieden tegen zodat de biodiversiteit in en rond het water behouden blijft.
Wijst komt in het oosten van Brabant voor. De provincie steunt wijstherstel.
Vraag naar en aanbod van water moet in balans komen in gebieden met hoge zandgronden.
Deze website maakt gebruik van cookies om bezoekersstatistieken te meten en om voorkeuren van gebruikers te onthouden.