De provincie wil dat Brabant een fijne, veilige en gezonde provincie is om te wonen en te ondernemen. Schone lucht is daarvoor een basisvoorwaarde. En hoe meer meetstations er zijn, hoe beter de luchtkwaliteit gemeten - en daardoor - berekend kan worden. Het aantal meetlocaties in Nederland is echter beperkt, omdat het opzetten en onderhouden van de stations kostbaar is. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) monitort de luchtkwaliteit met metingen (Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit) en berekeningen. Met de resultaten van de metingen en modelberekeningen maakt het RIVM jaarlijks concentratiekaarten voor Nederland. Via de website luchtmeetnet.nl kunt u de gemeten luchtkwaliteit van circa 75 locaties in Nederland vinden.

De provincie financiert een aantal vaste meetstations in de woonkernen van Ossendrecht, Moerdijk, Klundert en Zevenbergen om de invloed van industrieterrein Moerdijk en industriegebied Antwerpen op de omgeving te monitoren. Ook in Bernheze heeft de provincie een vast meetpunt gefinancierd. Aanvullend hierop investeert de provincie in 2 roulerende meetstations.

Mobiele luchtmeetstations in Brabant

De 2 mobiele luchtmeetstations zijn bedoeld om de luchtkwaliteit van een representatief gebied te meten waar nu geen stations staan, en waarover mogelijk vragen en/of zorgen zijn. De luchtmeetstations meten ammoniak, vluchtige organische stoffen, stikstofdioxide en fijnstof. Gemeenten en inwoners kunnen een aanvraag indienen voor plaatsing. Tijdens een periode van 5 jaar maken de 2 meetstations een tour door Brabant en doen tussen de 10 en 20 plaatsen aan. De roulerende meetstations blijven tenminste een half jaar op een locatie staan, maar als de resultaten daar aanleiding voor geven, kan dit verlengd worden. De meetgegevens zijn te volgen via brabantluchtmeet.net.

3e meetperiode

De mobiele luchtmeetstations staan tijdens de 3e meetperiode van januari 2023 tot juli 2023 in Prinsenbeek en in de Graspeel. Het luchtmeetstation is van Baarle-Nassau naar de Meester Bierensweg in Prinsenbeek (gemeente Breda) verhuist omdat buurtbewoners gevraagd hebben om de luchtkwaliteit te meten vanwege o.a. de nabijgelegen snelweg A16 en diverse spoorlijnen. Bekijk de rapportage van de metingen in Baarle-Nassau
Het mobiele meetstation in de Graspeel in de gemeente Maashorst blijft nog een half jaar langer op locatie tot juli 2023. In de Graspeel is de concentratie ammoniak, die gemeten is, 2 keer zo hoog in vergelijking met andere luchtmeetstations in soortgelijke landbouwgebieden van het landelijk meetnet luchtkwaliteit (Vredepeel, Wekerom, Zegveld). Door een jaar lang te meten, komen alle windrichtingen aan bod en is nog preciezer te bepalen wat de gemiddelde immissieconcentratie ammoniak is. De gemeten concentratie ammoniak is niet schadelijk voor de volksgezondheid. Wat betreft de gemeten concentraties fijnstof, stikstofdioxide en vluchtige organische stoffen (VOS) zijn er in de Graspeel geen bijzonderheden te zien.

Op welke locaties hebben de mobiele luchtmeetstations gestaan?

  • Meetperiode 1 (januari 2022 tot juli 2022): Etten-Leur & Rosmalen
  • Meetperiode 2 (juli 2022 tot januari 2023): Baarle-Nassau & de Graspeel (het meetstation in de Graspeel blijft staan tot juli 2023)

Voorstel indienen

Geïnteresseerden kunnen via het loket een meetvoorstel indienen voor de 4e meetronde van juli 2023 tot december 2023.

Tijdspad

De mobiele luchtmeetstations staan tijdens de 3e meetronde in Prinsenbeek (gemeente Breda) en de Graspeel (gemeente Maashorst). De planning van aanvraag tot en met oplevering van de resultaten is als volgt:

Activiteit (3e ronde) Tijdspad (3e ronde)

Start metingen: Januari 2023
Eind metingen: Juli 2023
Oplevering eindrapport: September 2023

Activiteit (4e ronde) Tijdspad (4e ronde)

Start metingen: Juli 2023
Eind metingen: Januari 2024
Oplevering eindrapport: Februari 2024

Zie ook

  • 1. Hoe bepaalt de provincie welke meetinitiatieven gehonoreerd worden?

    De provincie vergelijkt de binnengekomen aanvragen en hanteert hier onder andere de volgende criteria: 

    • Wat is de aanleiding om de metingen te doen?  
    • Wat is het doel van de metingen?  
    • Om welke stoffen gaat het (indien bekend)?
    • Zijn er gevoelige bestemmingen (scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven) in de buurt?  
    • Om hoeveel blootgestelden gaat het?  
    • Hoe hoog zijn de concentraties in het gebied (GCN/atlas leefomgeving)?
    • Hebben er al eerder onderzoeken plaatsgevonden?
    • In hoeverre zijn de aanleiding en het doel helder en onderscheidend ten opzichte van eerdere onderzoeken?
  • 2. Wat is het doel van de meetcampagne?
    Zoals onder vraag en antwoord 9 is beschreven, wordt de luchtkwaliteit in Nederland bepaald door een combinatie van meten en rekenen. De combinatie van metingen en berekenen geeft een betrouwbare indruk van de luchtkwaliteit. De provincie wil gemeenten en burgerinitiatieven de mogelijkheid bieden om de luchtkwaliteit op een bepaalde locatie specifiek te laten meten. 
  • 3. Wat zijn de voor- en nadelen aan metingen?
    Metingen geven informatie over de gemeten concentratie van stoffen op de betreffende meetlocatie; door langere tijd op één plek te meten kunnen verschillen in meteo-omstandigheden (windrichting, weersomstandigheden) worden uitgemiddeld. Hierdoor kan een betrouwbaar resultaat worden gegeven over de gemeten luchtkwaliteit. Nadeel is dat metingen kostbaar zijn en geen informatie geven over de mogelijke bronnen van luchtvervuiling, of concentraties stoffen in de toekomst. Metingen zijn alleen representatief voor de betreffende locatie. Modelberekeningen zijn geschikt om voor heel Nederland dekkende berekeningen te maken voor nu en in de toekomst.
  • 4. Welke stoffen worden gemeten?
    Het gaat om stikstofdioxide (NO2), Fijnstof (PM10, PM2,5), Ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS). Stikstofdioxide en fijnstof worden altijd gemeten. Afhankelijk van de gekozen locatie wordt een keuze gemaakt voor ammoniak en/of VOS-metingen.
  • 5. Zijn de metingen te gebruiken voor handhaving en geurmetingen?
    De metingen zijn bedoeld om de concentraties luchtvervuilende stoffen vast te stellen en niet bedoeld als handhavingsmetingen en toezicht. Geur wordt niet gemeten. Wel kunnen de uitkomsten van de metingen aanleiding zijn voor verscherpt toezicht.
  • 6. Wie voert de metingen uit en aan welke standaarden moeten de metingen voldoen?
    Het Team Metingen en Onderzoek (TMO) van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant voert de metingen uit. Zij zijn deskundig op het gebied van het uitvoeren van dergelijke metingen. Na afloop van een onderzoek publiceert TMO een rapport met conclusies en aanbevelingen.
    De luchtkwaliteitsmetingen en analyses voldoen aan de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit (RBL). De RBL-regeling is te vinden op wetten.overheid.nl. De in dit project gebruikte meetmethodes zijn juridisch geschikt om luchtkwaliteit aan normen te toetsen. 
  • 7. Hoe wordt de luchtkwaliteit in Nederland in het algemeen bepaald?
    De luchtkwaliteit in Nederland wordt gemeten met het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Dit meetnet wordt beheerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM gebruikt vervolgens de metingen om berekeningen van de luchtkwaliteit te controleren. Er worden tevens berekeningen gemaakt van de luchtkwaliteit in de toekomst. Met de resultaten van deze berekeningen maakt het RIVM jaarlijks kaarten met grootschalige concentraties en deposities in Nederland (in vaktermen GCN Grootschalige Concentratiekaarten Nederland en GDN Grootschalige Depositiekaarten Nederland, concentratiekaarten lucht verontreinigde stoffen).
  • 8. Waarom wordt de luchtkwaliteit in Nederland niet overal gemeten?
    Het is onmogelijk om overal de luchtkwaliteit te meten. Metingen van luchtkwaliteit kosten veel geld. Om de luchtkwaliteit in Nederland te meten heeft het RIVM op verschillende plekken in Nederland meetstations neergezet. Deze meetstations geven een goed beeld van de luchtkwaliteit in Nederland. De meetpunten zijn onderdeel van het landelijk meetnet luchtkwaliteit (LML) van het RIVM. Op rivm.nl vindt u meer informatie over het LML.
  • 9. Hoe is het gesteld met de luchtkwaliteit in Nederland?
    Ook al is de lucht de laatste tientallen jaren veel schoner geworden, toch is luchtverontreiniging nog steeds een serieus gezondheidsrisico in ons land. Gemiddeld leven we in Nederland 9 maanden korter door luchtverontreiniging. Daarom heeft de provincie samen met gemeenten en het Rijk het Schone Lucht Akkoord (SLA) ondertekend. Doel van het akkoord is gezamenlijk de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren door aanpak van binnenlandse bronnen. Meer informatie over het SLA vindt u op www.schoneluchtakkoord.nl.
    De provincie Noord-Brabant heeft een uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord opgesteld. In deze agenda staan de belangrijkste maatregelen die de provincie gaat nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren.
  • 10. Welke normen zijn er voor de betreffende stoffen?
    Wat betreft luchtkwaliteit richt de normering zich vooral op stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10, PM 2,5). Op infomil.nl vindt u een overzicht met de grenswaarden en de belangrijkste normen weergegeven. Op rijksoverheid.nl een overzicht met luchtvervuiling, grens en streefwaarden.