Verlenen subsidie programma 'Excelleren in Brabant' (2013 t/m 2015) van Koninklijke Vereniging MKB Nederland (C2109953)

Op 7 februari 2013 hebben wij uw subsidieaanvraag 'Excelleren in Brabant' ontvangen.
Dit meerjarenprogramma (2013-2015) past binnen de activiteiten zoals deze zijn opgenomen in de Agenda van Brabant en het Economisch Programma Brabant 2020. Tevens voldoet uw subsidieaanvraag aan de bepalingen zoals deze zijn opgenomen in de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant (hierna: ASV) .

Gelet hierop, alsmede gelet op de Europese regels inzake staatssteun, hebben wij besloten u voor het project ‘Excelleren in Brabant’ 2013-2015 een meerjarige subsidie te verlenen.
De subsidie bedraagt maximaal € 1.676.154 (inclusief eventuele niet-verrekenbare BTW) voor de gehele looptijd van het project, zijnde 3 jaar, gebaseerd op de door u geleverde kostenbegroting en het door u aangeleverd activiteitenplan. Deze subsidie wordt toegekend onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting voor de jaren 2014 en 2015. Wij verlenen u de subsidie conform het door u elk jaar aan te leveren jaarplan.
Voor het jaar 2013 wordt aan u € 568.348 subsidie verleend, gebaseerd op uw begroting 2013.

In navolging van deze brief zullen wij een voorschot van € 568.348 overmaken op rekeningnummer 66.75.64.209 t.n.v. Koninklijke Vereniging MKB- Nederland onder vermelding van het kenmerk van deze brief.

Wij gaan ervan uit dat uiterlijk 31 januari 2014 respectievelijk 31 januari 2015 een voortgangsrapportage van de voorgaande periode en een geactualiseerd jaarplan voor de komende periode door u is ingediend. Indien de voortgangsrapportage of het jaarplan daartoe aanleiding geven kunnen wij besluiten de subsidieverlening te wijzigen danwel in te trekken. In die situaties zullen wij vooraf met u in overleg treden.

Met uw plan geeft u inhoud aan de doelstellingen van het Brabants Arbeidsmarktakkoord door minimaal 150 MKB ondernemingen persoonlijk advies 'op maat van het bedrijf' te verschaffen over de wijze waarop (verdere) ontwikkeling van de leercultuur in het bedrijf gestalte kan worden gegeven. Met name door te investeren in 'leren op de werkplek' door middel van een persoonlijk ontwikkeltraject voor medewerkers. In het kader van de vraaggerichte gecoördineerde werkgeversbenadering, stemt u af met de Brabantse arbeidsmarktregio's die deel uitmaken van het Pact Brabant.

Wij hebben uw aanvraag getoetst aan de staatssteunregels (artikel 107 e.v. van het Europees Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Wij zijn van mening dat deze steun voldoet aan de voorwaarden gesteld in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening 800/2008, Publ. EU 2008 L 214, artikelen 26 en 39). Deze beschikking dient binnen 20 dagen na besluitvorming ter kennis worden gebracht aan de Europese Commissie.
De Europese Commissie kan vragen stellen naar aanleiding van de kennisgeving. Dit kan mogelijk tot gevolg hebben dat de Europese Commissie alsnog van oordeel is dat onderhavige beschikking niet onder de vrijstellingverordening valt. Dit kan tot gevolg hebben dat de subsidieverlening moet worden teruggevorderd.


Wij verbinden aan deze subsidie de volgende algemene subsidieverplichtingen.
1. De subsidie wordt u toegekend voor een looptijd van 3 jaar en loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015.
2. Wij gaan ervan uit dat u jaarlijks de prestaties uitvoert conform uw activiteitenplan tot 31 december 2015. Indien vertraging optreedt in de uitvoering dient u dit onverwijld aan ons mede te delen. U dient daarbij een gemotiveerd verzoek in te dienen om de prestaties door te mogen schuiven naar een volgend boekjaar. Wij zullen u vervolgens zo spoedig mogelijk laten weten of wij daar mee in kunnen stemmen. Voor verdere informatie over deze procedure verwijzen wij u naar artikel 14 van de ASV.
3. De bij het vorige punt genoemde wijzigingen in het project (doelstelling, omvang, projectpartners, looptijd, begroting) dienen voorafgaand onze schriftelijke instemming. Dit wil zeggen, dat wij uw verzoek zoals vermeld in het vorige punt, vooraf moeten beoordelen. Het niet naleven van deze voorwaarde leidt in beginsel tot vaststelling van de subsidie op nihil en terugvordering van reeds verstrekte voorschotten.
4. De definitieve vaststelling van de hoogte van de subsidie zal plaatsvinden op basis van artikel 10 van de Algemene Subsidieverordening. Daarin is onder meer aangegeven dat er een verzoek om vaststelling van de subsidie moet worden ingediend. De subsidieaanvrager dient de aanvraag tot vaststelling in binnen drie maanden na het einde van de looptijd van het project (binnen vijf maanden indien de aanvraag tot vaststelling vergezeld gaat van een jaarrekening). Dit verzoek dient onder meer vergezeld te gaan van een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 4:80 Awb, een jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 BW of een financieel verslag als bedoeld in artikel 4:76 Awb en een controleverklaring van de onafhankelijke accountant conform het door ons vastgestelde controleprotocol bij een subsidie hoger dan € 50.000. Het indienen van de eindverantwoording geschiedt voor uw eigen verantwoordelijkheid. Indien de eindverantwoording onjuist of onvolledig is, kan de subsidie lager worden vastgesteld. Reeds betaalde voorschotten kunnen in dat geval worden teruggevorderd.
5. Bij de jaarlijkse voortgangsrapportage kan (eventueel) naar aanleiding van een door u aan het college te richten schriftelijk verzoek worden bekeken of het mogelijk en noodzakelijk is om gelden naar een volgend boekjaar door te schuiven.
6. Het in de beschikking genoemde bedrag is het maximum subsidiebedrag. Indien bij finale eindafrekening de werkelijke kosten lager blijken dan de geraamde kosten in de subsidieaanvraag, wordt de subsidie naar evenredigheid verlaagd en vastgesteld.
7. Indien u failliet bent verklaard voordat de bijdrage definitief is vastgesteld, kan de bijdrage terstond op "nihil" worden vastgesteld. Reeds toegekende bedragen en voorschotten worden niet meer uitgekeerd en reeds uitgekeerde bedragen zijn meteen en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar.
8. U dient meteen, nadat een verzoek tot verlening van surcéance van betaling aan of faillietverklaring van de betreffende organisatie bij de Rechtbank is ingediend, daarvan mededeling te doen aan de subsidieverlenende instantie conform beschikking.
9. Bij externe communicatie betreffende het project dient vermeld te worden dat het project mede met steun van de provincie Noord-Brabant tot stand is gekomen. U dient bereid te zijn de resultaten van het project te presenteren.
10. De subsidie wordt toegekend inclusief niet verrekenbare BTW. Indien bij controle blijkt dat BTW ten onrechte mee is gesubsidieerd, zal de provincie de ten onrechte gesubsidieerde BTW inclusief invorderings- en rentekosten terugvorderen. Deze bedragen zijn direct opeisbaar.

Wij wensen u succes met de realisatie van het project.






Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
namens deze,

mevrouw drs. M. Wijnstekers
programmamanager Economisch Programma

Bezwaar
Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u schriftelijk bezwaar maken binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit. Het bezwaarschrift moet voorzien zijn van een handtekening, naam en adres, datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en waarom u het met dat besluit niet eens bent. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
het secretariaat van de hoor- en adviescommissie
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch.

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.
Het secretariaat van de hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e-mailadres bezwaar@brabant.nl
Wij wijzen u erop, dat het op dit moment nog niet mogelijk is om bezwaarschriften per e-mail in te dienen, omdat dan de wettelijk voorgeschreven handtekening op het bezwaarschrift ontbreekt.