Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben van het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel een melding ontvangen op grond van de Verordening Ontgrondingen provincie Noord-Brabant 2008. De melding heeft betrekking op het ontgrondingsproject Natte natuurparel Landschotse Heide/Keijenhurkseweg in Vessem, gemeente Eersel, gelegen op de percelen kadastraal bekend gemeente Vessem, sectie A, nummers 1414, 1415, 1418, 1483 tot en met 1486 en gemeente Oost-, West- en Middelbeers, sectie E, nummer 2598.

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant heeft de behandeling van deze melding gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant in Eindhoven.

De directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant maakt namens Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bekend dat de melding bij besluit van 19 november 2014 is geaccepteerd. Door deze acceptatie is het project vrijgesteld van de vergunningplicht op grond van de Ontgrondingenwet.

Wat houdt het project in?
De opgave in het plangebied richt zich op maatregelen voor herstel van de waterhuishouding ten gunste van de natte natuurparel Landschotse Heide (verdroging tegengaan) en uitbreiding van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) door aanleg van nieuwe natuur. Tegelijkertijd biedt dit project kansen om de landschappelijke kwaliteit te verhogen en ruimte voor recreatiemogelijkheden in te passen. Dit doel wordt onder andere bereikt door ontgrondings- en inrichtingswerkzaamheden. De werkzaamheden betreffen o.a. het dempen van de huidige hoofdwaterloop met aanleg van een nieuwe ondiepe afwateringsgeul, maaiveldverlagingen door het afgraven van de voedselrijke bouwvoor/toplaag, aanleg van een natuurvriendelijke oever en uitbreiding van het Berkven.

De totale oppervlakte van het plangebied en van de ontgrondings- en inrichtingswerkzaamheden bedraagt ruim 5 ha. De maximale ontgrondingsdiepte bedraagt 1,00 meter beneden het huidig maaiveld. Er wordt ruim 24.000 m3 grond ontgraven.

Hoe kunnen belanghebbenden bezwaar indienen?
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;
d. de gronden van het bezwaar.
Zo mogelijk wordt een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, door u overgelegd.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, t.a.v. het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie, postbus 90151, 5200 MC, 's-Hertogenbosch. Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord bezwaarschrift te vermelden.

Het bezwaar schorst de werking van het acceptatiebesluit niet. Als tijdig een bezwaarschrift is ingediend kan bij een spoedeisend belang een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzitter van de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank Oost-Brabant, postbus 90125, 5200 MA, 's Hertogenbosch.

Het acceptatiebesluit treedt in werking de dag na afloop van de bezwaartermijn. Als gedurende deze termijn bij de voorzitter van de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank Oost-Brabant een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
Voor het inzien van het besluit met bijbehorende stukken of inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de heer H. van Osch van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant, telefoon 088-3690 495.

Aan deze procedure is het kenmerk MLD_ONG-2014-646 gekoppeld. Wij vragen u bij correspondentie dit kenmerk te vermelden.


Eindhoven, november 2014.


Geldig in de volgende locatie(s)

  • Eersel