Beschikking
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant maken bekend dat zij bij besluit van 22 april 2020 een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb hebben verleend (kenmerk: Z/098655 - 194224) aan Innogy Windpower Netherlands BV, Postbus 72, 5201 AB te 's-Hertogenbosch voor het vervangen van vier windturbines in de Karolinapolder door vier nieuwe grotere windturbines, kadastraal bekend Dinteloord, sectie A, percelen 417, 700, 701 en 737, in de gemeente Steenbergen.
Met dit besluit van 22 april 2020 is tevens de eerder verleende vergunning van 1 april 2020 (kenmerk Z/098655) ingetrokken. Deze vergunning was per abuis niet toegezonden aan de indieners van zienswijzen over het ontwerpbesluit. De vergunning was bovendien abusievelijk verleend voor een periode van 25 jaar. Deze termijn sloot ten onrechte niet aan bij de termijn in de omgevingsvergunning, die een exploitatietermijn van 25 jaar bevat. De vergunning is daarom opnieuw verleend, maar nu voor de aanlegfase en de exploitatiefase. De exploitatiefase eindigt 25 jaar na ingebruikname van de windturbines. Van ingebruikname is sprake op het moment van aanmelden van eerste productie bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De exploitatiefase vangt in ieder geval 4 jaar na de dag van het verkrijgen van de SDE+ beschikking aan of zoveel later als RVO beslist.
Ten aanzien van het ontwerpbesluit zijn zienswijzen naar voren gebracht.
Het definitieve besluit is gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit.
De aanvraag, het definitieve besluit en de bijbehorende stukken liggen vanaf 23 april 2020 tot en met 3 juni 2020 6 weken ter inzage bij de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN), Victorialaan 1 b-g, 5213 JG te 's-Hertogenbosch. Telefoonnummer (0485) 729 189. Voor inzage in de bijbehorende stukken dient een afspraak gemaakt te worden. Het besluit is digitaal op te vragen via e-mail info@odbn.nl of terug te vinden op de website www.brabant.nl/loket/vergunningen-meldingen-en-ontheffingen.
Tegen dit besluit kan na bekendmaking beroep worden ingesteld door:
- belanghebbenden die een zienswijzen naar voren hebben gebracht over het ontwerpbesluit;
- belanghebbenden die het oneens zijn met wijzigingen die in het definitieve besluit ten opzichte van het ontwerpbesluit zijn aangebracht;
- belanghebbenden die redelijkerwijs niet kunnen worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht over het ontwerpbesluit.
Belanghebbenden die reeds beroep hebben ingesteld tegen de vergunning van 1 april 2020, en het besluit van 22 april 2020 komt niet aan dit beroep tegemoet, dan wordt het beroep op grond van artikel 6:19 Awb geacht onderwerp te zijn van het door de belanghebbende ingestelde beroep tegen de vergunning van 1 april 2020. Dit betekent dat door hem niet opnieuw beroep hoeft te worden ingesteld tegen dit besluit. Het besluit zal onverwijld ter beschikking worden gesteld aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Aan deze procedure is een kenmerk gekoppeld. Gelieve bij correspondentie het kenmerk te vermelden.
Op het besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Het beroepschrift moet meteen de gronden van beroep bevatten. Het indienen van een pro-forma beroepschrift en/of het aanvullen na afloop van de beroepstermijn zijn niet mogelijk.
Het besluit valt onder de coördinatieregeling, als bedoeld in artikel 9f Elektriciteitswet 1998. Dit betekent dat de Afdeling in eerste en enige aanleg bevoegd is kennis te nemen van beroepen tegen dit besluit. Het beroepschrift moet daarom worden gericht en gezonden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te Den Haag.
Het besluit treedt in werking, ook al wordt een beroepschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een beroepschrift een zogenaamde 'voorlopige voorziening' te vragen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te Den Haag.
's-Hertogenbosch, april 2020.
Geldig in de volgende locatie(s)