Initiatiefnemer MACE heeft het voornemen tot het oprichten van een mestbe- en verwerkingsinstallatie met een maximale capaciteit van
500.000ton ruwe dierlijke drijfmest per jaar op een locatie van een bestaande inrichting. Met de installatie wordt drijfmest be- en verwerkt
tot mineralencompost, vloeibare (kunst)mest (ammoniumsulfaat) en loosbaar water.
De inrichting zal zijn gelegen aan De Quayweg 8 te Landhorst.
kadastraal bekend gemeente Wanroij, sectie M, nummers 687 gedeeltelijk en 688.

Op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer is de activiteit aangewezen in het Besluitmilieueffectrapportage (m.e.r.). Ingevolge
bijlage D, categorie 18.1van het Besluit m.e.r.. is de voorgenomen activiteit van MACE m.e.r.-beoordelingsplichtig.
Dit houdt in dat ons college, alvorens een besluit over de aanvraag van een omgevingsvergunning te nemen, dient te beslissen of er voor de
voorgenomen activiteit een MER moet worden opgesteld.
Een MER moet worden opgesteld indien sprake is van een activiteit die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben.
Daarbij dient, aldus artikel 7.17,derde lid van de Wet Milieubeheer, rekening te worden gehouden met:
- de kenmerken van de activiteit;
- de plaats van de voorgenomen activiteit;
- de kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.

Na toetsing van de voorgenomen activiteit hebben Gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 22 maart 2016 besloten dat voor deze
activiteit een MER opgesteld dient te worden. Dit besluit vervangt het eerdere besluit op de aanmeldingsnotitie d.d. 29 september 2015, nr.
C2177353/3865776.

Het besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 25 maart 2016 gedurende zes weken ter inzage bij de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN).
U kunt hiervoor contact opnemen met de heer M. Pijnenburg. Telefoonnummer (0485) 338 331.
Het besluit is digitaal op te vragen via e-mail info@odbn.nl of terug te vinden op de website www.brabant.nl/loket/verleende-vergunningen.

Bezwaar
Tegen deze beschikking kan uitsluitend de initiatiefnemer (inrichtinghouder) op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na ter inzage legging een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Provincie Noord-Brabant. Het bezwaarschrift wordt behandeld door de hoor- en adviescommissie. Als een bezwaarschrift wordt ingediend, kan binnen deze termijn tevens een verzoek om schorsing/voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. Er is griffierecht verschuldigd. Het besluit wordt niet van kracht voordat op dit verzoek is beslist.
Andere belanghebbenden kunnen hun bezwaar inbrengen in het kader van de omgevingsvergunningsprocedure. Dit besluit is een voorbereidingsbesluit op de procedure inzake vergunningverlening.

's-Hertogenbosch, maart 2016.


Geldig in de volgende locatie(s)

  • Sint Anthonis