Veelgestelde vragen amoniak en veehouderij
De gewijzigde aanpak leidt niet tot legalisatie van de PAS-melders, interimmers of de situatie waarin intern gesaldeerd is. Legalisatie van die situaties kan alleen met het verkrijgen van een natuurvergunning. Toch moeten ook deze ondernemers voldoen aan de gewijzigde aanpak. De aanpak geldt immers voor de hele veehouderij.
Hiervoor zijn rekenvoorbeelden opgenomen in de toelichting in bijlage 6 van de Omgevingsverordening. De Omgevingsverordening, met bijlage en toelichting, wordt na vaststelling zo snel mogelijk gepubliceerd en beschikbaar gesteld via het omgevingsloket-online.
De nieuwe aanpak is getoetst door twee onafhankelijke juridische bureaus. Op basis daarvan verwachten we dat de aanpak standhoudt voor de rechter. Dit is niet volledig zeker. We gaan er niet vanuit, maar mocht de aanpak geen standhouden voor de rechter, dan brengen we op dat moment de gevolgen in kaart en zoeken we naar een oplossing.
We onderzoeken of, en zo ja, onder welke voorwaarden het bouwen van een vervangende stal ook kan met een melding en een maatwerkbesluit. Om hier duidelijkheid over te krijgen, willen we graag pilots doen met ondernemers die bereid zijn dit risico te dragen. Als hier meer duidelijk over is, laten we dit weten.
De menukaart bevat stalsystemen en voer- en managementmaatregelen, waarvan de effectiviteit voldoende vaststaat. Als er nieuwe technieken of maatregelen komen, voegen we die toe als ook daarvan de effectiviteit vaststaat. We blijven innovatie in systemen stimuleren. Naast stalsystemen en voer- en managementmaatregelen kan een veehouder natuurinclusief gaan boeren of minder dieren houden. Een combinatie van maatregelen is ook mogelijk.
Met de aanpak worden stalsystemen steeds aangepast na 15 of 20 jaar. Zo werken we stap voor stap toe naar een sectorgemiddelde emissiereductie van 46% per locatie in 2035 vergeleken met 2019. Om reële normen te stellen, is hierbij per sector gekeken naar wat technisch mogelijk en economisch haalbaar is voor ondernemers.
Het reductiepercentage van 46% sluit aan bij de doelen van het Rijk, uit het startpakket van de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel en het bouwstenendocument van IPO, LTO, VNG, Unie van Waterschappen en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Daarin staat een emissiereductie van 42 tot 46%. In Brabant is 46% noodzakelijk vanwege de slechte staat van de Brabantse natuur.
De financiering is een verantwoordelijkheid van de ondernemer. Als provincie voeren we overleg met de banken over de aanpak. We begrijpen dat financiering voor met name jonge ondernemers soms moeilijk kan zijn. Daarom onderzoeken we provinciale financieringsmogelijkheden voor jonge ondernemers.
Op 1 juli 2026 moeten veehouders met een verouderd stalsysteem de maatregelen hebben doorgevoerd. In de praktijk is dat soms lastig. Bijvoorbeeld als een aannemer geen tijd heeft of als de vergunning van de gemeente nog niet is verleend. Het is belangrijk dat veehouders ruim voor 1 juli 2026 een melding doen en stappen zetten om de aanpassingen door te voeren. Als we zien dat een veehouder alles heeft gedaan wat redelijkerwijs kan worden verwacht, maar hij of zij door overmacht toch niet op tijd klaar is, dan zijn we coulant. Begin 2026 werken we uit hoe we hier precies mee omgaan.
Ja, de regels gelden voor alle Brabantse veehouders met een verouderd stalsysteem. Alleen veehouders die deelnemen aan een uitkoopregeling en hun stallen nog niet hebben gesloopt, hoeven niet aan de regels te voldoen.
Heb je een vraag?
Stel je vraag via het formulier of bel naar het algemene nummer van de provincie.