Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
en de
Commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant,
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op artikel 59a, tweede lid, en 176, tweede lid, van de Provinciewet;
Overwegende dat 6 provincies, waaronder de provincie Noord-Brabant, alsmede een aan
provincies gelieerde dienst en de vereniging het Interprovinciaal Overleg een overeenkomst
hebben voor het leveren van werkplek hardware en deze overeenkomsten binnenkort expireren;
Overwegende dat een gezamenlijke aanbesteding efficiënter is voor alle provincies,
aan provincies gelieerde diensten, de vereniging het Interprovinciaal Overleg en de
potentiële aanbieders;
Overwegende dat bij een gezamenlijke aanbesteding kennis en ervaring van de provincies
wordt gebruikt en het de samenwerking tussen de provincies en het Interprovinciaal
Overleg bevordert;
Overwegende dat 6 provincies, waaronder de provincie Noord-Brabant, alsmede een aan
provincies gelieerde dienst en de vereniging het Interprovinciaal Overleg, voornemens
zijn om een gezamenlijke Europese aanbesteding te starten voor een overeenkomst van
ICT hardware en daartoe de Samenwerkingsovereenkomst inzake gezamenlijke Europese
aanbesteding ‘ICT hardware’ hebben gesloten, waarin is afgesproken dat de vereniging
het Interprovinciaal Overleg, onderdeel BIJ12, de aanbestedingsprocedure begeleidt
en als penvoerder optreedt;
Overwegende dat met de ondertekening van voornoemde samenwerkingsovereenkomst door
de directeur van BIJ12 wordt geacht te zijn voldaan aan de instemming, bedoeld in
artikel 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluiten: