• Geldig sinds 01 januari 2024.

    Print deze versie:

Inhoud regeling

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 december 2023, houdende de instelling van de Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant en de regeling van haar werkwijze (Reglement Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant)

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 december 2023, houdende de instelling van de Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant en de regeling van haar werkwijze (Reglement Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 9 januari 2018 het Reglement Deskundigenpanel Veehouderij Noord-Brabant hebben vastgesteld en dat Gedeputeerde Staten dat reglement wensen te actualiseren in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe een nieuw reglement wensen vast te stellen op basis waarvan een adviescommissie hen op grond van de artikelen 7.17 en 7.18 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant kan adviseren over de transitie naar een duurzame veehouderij in brede zin, huisvestingssystemen voor veehouderij en maatregelen en technieken ter beperking van gezondheidsrisico’s vanwege mestbewerkingsinstallaties;

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

BZV: Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij als bedoeld in hoofdstuk 7, paragraaf 3, van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

commissie: Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant.

Artikel 2 Instelling

Er is een Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak Gedeputeerde Staten te adviseren over:

  • a.

    de toepassing van paragraaf 3.8.5 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant met betrekking tot:

    • 1°.

      een voorgestelde wijziging van bijlage VI van de Omgevingsverordening Noord-Brabant inzake technische eisen huisvestingssysteem;

    • 2°.

      situaties waarin bijlage V en bijlage VI van de Omgevingsregeling niet voorzien of sprake is van interpretatieverschillen tussen paragraaf 3.8.5 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant en bijlage V en VI van de Omgevingsregeling;

  • b.

    innovatieve bedrijfsconcepten betreffende de BZV, bedoeld in artikel 5.67, eerste lid, onder c en d van de Omgevingsverordening Noord-Brabant, of er een noodzaak is af te wijken van de bouwblokbegrenzing van 1,5 hectare;

  • c.

    de beschikbaarheid van certificaten voor een bepaalde diersoort of bepaald veehouderijsysteem als bedoeld in artikel 7.3.3, tweede lid, van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

  • d.

    individuele aanvragen van innovatieve bedrijfsconcepten, die niet voldoende scoren op de BZV als bedoeld in artikel 7.3.3, vijfde lid, van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

  • e.

    wijziging van de BZV over:

    • 1°.

      het opnemen van certificaten en maatregelen;

    • 2°.

      certificeringsschema’s die leiden tot een andere puntenwaardering van de certificaten;

    • 3°.

      overige onderwerpen in de BZV;

  • f.

    volksgezondheid en mestbewerkingsinstallaties betreffende:

    • 1°.

      de in de aanvraag opgenomen totale stofemissie, bedoeld in artikel 1.2.4, eerste lid, van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

    • 2°.

      de in de aanvraag opgenomen alternatieve technieken, bedoeld in artikel 1.2.6 van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

    • 3°.

      de technische en economische haalbaarheid van maatregelen als bedoeld in de artikelen 1.2.7, eerste lid, onder b en c, tweede lid, artikel 1.2.11, tweede, derde en vierde lid, en artikel 1.2.12, tweede en derde lid, van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

  • g.

    ontwikkelingen die van belang zijn voor de transitie naar een duurzame veehouderij.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1. De commissie bestaat uit 15 leden, waaronder een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. Gedeputeerde Staten benoemen de leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, voor een periode van maximaal vier jaar, waarna een maal een aansluitende herbenoeming voor de duur van maximaal vier jaar kan plaatsvinden.

Artikel 5 Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

  • a.

    het intrekken van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant, het vervallen van hoofdstuk 7 of paragraaf 3, van de Beleidsregel omgevingsrecht Noord-Brabant;

  • b.

    het nemen van ontslag als lid;

  • c.

    het overlijden van het lid;

  • d.

    een daartoe strekkend besluit van Gedeputeerde Staten;

  • e.

    het verstrijken van de benoemingsperiode of de herbenoemingsperiode, bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. Gedeputeerde Staten voorzien in het secretariaat van de commissie en wijzen daartoe een secretaris aan.

  • 2. De secretaris is in ieder geval belast met de voorbereiding en coördinatie van de werkzaamheden van de commissie.

  • 3. De secretaris voert het contact met eventuele aanvragers of anderen indien dit voor de advisering noodzakelijk is.

  • 4. De secretaris nodigt namens de voorzitter de leden van de commissie uit.

  • 5. Indien er sprake is van geheimhouding als bedoeld in de artikelen 84 tot en met 86 van de Provinciewet, maakt de secretaris hier melding van op de stukken.

Artikel 7 Vergaderorde

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de secretaris dit noodzakelijk acht om haar taak naar behoren te kunnen vervullen.

  • 2. Ter vergadering zijn minimaal vier leden, waaronder de voorzitter, aanwezig.

  • 3. Een lid kan zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen door een ander lid.

  • 4. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter anders bepaalt.

Artikel 8 Besluitvorming en advies

  • 1. Elk lid van de commissie heeft een stem.

  • 2. De commissie komt tot een advies op basis van meerderheid van stemmen.

  • 3. De leden dienen zich bij hun advies over een aanvraag te baseren op de door de aanvrager bij de aanvraag verstrekte gegevens en documenten en onthouden zich van contact met de aanvragers.

  • 4. Een lid onthoudt zich van deelname aan de besprekingen, advisering en stemming over aanvragen in geval van directe of indirecte betrokkenheid bij een van de ingediende aanvragen.

  • 5. Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 6. De commissie brengt uiterlijk binnen 14 weken na de adviesvraag van Gedeputeerde Staten een gemotiveerd schriftelijk advies uit aan Gedeputeerde Staten.

  • 7. Het advies bevat het meerderheidsstandpunt van de commissie.

  • 8. Het advies wordt opgesteld door de secretaris en namens de commissie ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 9 Verslaglegging

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het verslag van de vergadering, dat een beknopte, zakelijke weergave inhoudt van het besprokene en de vergaderorde.

  • 2. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 10 Onafhankelijkheid en geheimhouding

  • 1. De leden adviseren onafhankelijk en zonder last of ruggespraak.

  • 2. De commissie neemt de artikelen 84 tot en met 86 van de Provinciewet inzake geheimhouding in acht.

Artikel 11 Archiefbescheiden

De secretaris draagt na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie alle archiefbescheiden over aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 12 Werkwijze

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie over de te volgen werkwijze, op voorstel van de voorzitter.

Artikel 13 Vergoeding

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding overeenkomstig artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De leden ontvangen een reiskostenvergoeding conform artikel 2.4.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 2.1 van de Regeling decentrale politieke ambtsdragers, waarbij de vergoeding plaatsvindt op basis van:

    • a.

      openbaar vervoer 2e klasse trein; of

    • b.

      € 0,19 per km inclusief parkeren.

Artikel 14 Intrekking

Het Reglement Deskundigenpanel Veehouderij Noord-Brabant wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 5 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Wetstechnische informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 december 2023, houdende de instelling van de Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant en de regeling van haar werkwijze (Reglement Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant)

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Algemeen

Overheidsorganisatie Noord-Brabant
Organisatietype Provincie
Officiële naam regeling Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 december 2023, houdende de instelling van de Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant en de regeling van haar werkwijze (Reglement Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant)
Citeertitel Reglement Adviescommissie veehouderij Noord-Brabant
Vastgesteld door gedeputeerde staten
Onderwerp milieu
Eigen onderwerp
Indeling regeling Beleidsregel
Regeling onder de Omgevingswet Nee
Externe bijlagen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 van de Provinciewet

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement Deskundigenpanel Veehouderij Noord-Brabant.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Dit overzicht bevat alleen gepubliceerde versies.

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024 nieuwe regeling

05-12-2023

prb-2023-14712

Onbekend.