Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is een bijdrageregeling vast te stellen teneinde bijdragen
te kunnen verstrekken om de verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling verduurzamen bedrijventerreinen Grote
Oogst Noord-Brabant
I. Algemeen
1. Achtergrond
Met het project ‘Grote Oogst’ geeft de provincie uitvoering aan haar ambitie en intentie
om de verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen. Enerzijds omdat de verduurzaming
een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Anderzijds omdat duurzame bedrijventerreinen een voorwaarde zijn voor een toekomstbestendige
economie.
Vanuit Grote Oogst neemt de provincie een actieve rol op zich bij 13 bedrijventerreinen.
Dit zijn de terreinen waar veel kansen én grote opgaven liggen binnen onder meer de
prioritaire thema’s Energie, Circulaire Economie, Klimaatadaptatie en Stikstof. Grote
Oogst moet daarbij gezien worden als een handreiking richting lokale stakeholders
om samen de handschoen op te pakken om te komen tot een gezamenlijk en gedragen plan
van aanpak dat de lokale opgaven verbindt, versnelling tot stand brengt, kansen verzilvert
en uiteindelijk impact realiseert. Provincie Noord-Brabant acteert daarin met een
integrale, gebiedsgerichte, datagedreven aanpak en vanuit het adagium “richting geven;
beweging stimuleren; mogelijk maken”.
De (lokale) overheden en het bedrijfsleven staan samen aan de lat voor de versnelling
van de transitie richting duurzame en toekomstbestendige bedrijventerreinen. Om deze
versnelling met elkaar te kunnen realiseren zullen er activiteiten uitgevoerd moeten
worden waar kosten mee gemoeid zijn. Een gezamenlijk inspanning betekent wat de provincie
betreft ook een gezamenlijke financiering. De Provincie Noord-Brabant stelt daarom
per Grote Oogst terrein een bedrag ter beschikking van maximaal € 250.000 voor de
uitvoering van de plannen.
II. Artikelsgewijs
Artikel 4 Weigeringsgronden
Als een aanvrager op basis van deze regeling al een bijdrage heeft ontvangen voor
activiteiten gericht op hetzelfde bedrijventerrein, zal de provincie een volgende
aanvraag daarvoor afwijzen (onderdeel b). Een aanvrager kan dus slechts één keer een
bijdrage ontvangen voor het betreffende bedrijventerrein.
Artikel 6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage
De kosten voor het uitvoeren van een plan van aanpak kunnen kosten omvatten die voorafgaand
aan het indienen van de aanvraag (doch niet eerder dan 1 januari 2022) zijn gemaakt.
Uitzondering hierop is het (laten) uitvoeren van een integrale scan of roadmap om
inhoudelijk richting te geven aan het plan van aanpak.
Hierbij geldt de aantekening dat kosten die de bijdrageontvanger heeft gemaakt na
1 januari 2022, maar voor het indienen van de aanvraag, slechts in aanmerking komen
voor een bijdrage voor zover het daarbij om activiteiten gaat die niet onder de staatssteunregels
vallen.
Artikel 10 Hoogte van de bijdrage en verdelingswijze
De provinciale bijdrage bedraagt maximaal € 250.000. Voor de gemeente kan de provinciale
bijdrage slechts dienen ter dekking van de kosten die de gemeente maakt voor kosten
van derden.
Artikel 11 Verplichtingen
Eerste lid, onderdeel c
In deze bijdrageregeling gaan Gedeputeerde Staten ervan uit dat de activiteiten, waarvoor
de gemeenten een bijdrage ontvangen, geen economische activiteiten betreffen. Daar
waar een gemeente niet de eindbegunstigde is van deze bijdrageregeling zal zij zelf
de Europese staatssteunregels en aanbestedingsregels in acht dienen te nemen. Zo kan
het staatssteun opleveren wanneer ondernemingen op het bedrijventerrein ondersteuning
krijgen in de vorm van gericht advies. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk om 50% van
de advieskosten te vergoeden als steun voor kosten verbonden aan innovatieadviesdiensten
(artikel 28, tweede lid, onder c, van Verordening (EU) nr. 651/2014). De resterende
50% is dan voor rekening van de ondersteunde onderneming. Een andere voorbeeld is
het vergoeden van de kosten in de vorm van de-minimissteun (Verordening (EU) nr. 1407/2013).
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
mr. I.R. Adema
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA