Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Energieagenda 2010-2020 hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de CO2-emissie van woningen in Noord-Brabant willen
verlagen, waardoor de energielasten voor bewoners worden verminderd en het energiebewustzijn
wordt vergroot;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten dit wensen te bereiken door een prijsvraag uit
te zetten om nul-op-de-meter renovaties bij particuliere huiseigenaren te stimuleren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten een werkgelegenheidsimpuls willen geven;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten hierbij gebruik willen maken van de Verordening
(EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing
van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013);
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling prijsvraag nul-op-de-meter Noord-Brabant.
Algemeen
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening
Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van
subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat
onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor
Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de
meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk.
Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing
zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
De provincie Noord-Brabant heeft in december 2013 besloten om geld beschikbaar te
stellen voor bevordering van de werkgelegenheid in Brabant. Gedeputeerde Staten willen
het resterende deel van deze beschikbare middelen inzetten om te bevorderen dat woningen
in Noord-Brabant nul-op-de-meter worden gemaakt. Dit zijn woningen waarbij in een
periode van een jaar niet meer energie verbruikt wordt dan uw huis zelf opwekt. De
energiemeter staat dus op ‘Nul”. Het effect van deze maatregelen is dat het energiebewustzijn
wordt vergroot, de energielasten voor bewoners worden verminderd, en de CO2-emissie
van woningen in Noord-Brabant wordt verlaagd. Bijkomend effect is dat dit een arbeidsintensief
traject is dat werkgelegenheid oplevert.
Er is gekozen voor het verstrekken van subsidie aan partijen die in staat zijn om
woningen nul-op-de-meter te maken, om op deze manier de markt te prikkelen om met
een aanbod voor particuliere huiseigenaren te komen. Juist de realisatie van voorbeeldwoningen
van particuliere huiseigenaren komt moeizaam op gang. Met deze subsidieregeling geven
wij hier een extra impuls aan. De provincie wil daarbij gebruik maken van de de-minimisregeling,
waarbij staatssteun alleen geoorloofd is als deze minder is dan € 200.000 in een periode
van drie jaar.
Artikelsgewijs
Artikel 5
Dit geldt voor zowel Europese, landelijke, provinciale als gemeentelijke regelingen.
Artikel 11Eerste lid, onder d
Hierbij kan gedacht worden aan bouwbedrijven, gemeenten, milieuorganisaties, energiecoöperaties,
investeerders, banken en geïnteresseerde particulieren.Artikel 13Onder a
Het project omvat mede de realisatie van nul-op-de-meter woningen. Afronding van het
project omvat derhalve de oplevering van de woningen.
Onder dIn een prestatiegarantiecontract legt de subsidieaanvrager de belofte aan de woningeigenaar
vast voor het hebben van een woning waarbij onder standaard klimaatomstandigheden
zoals die gelden in Nederland en bij standaard gebruik de energiemeter na een jaar
op nul staat. Het prestatiegarantiecontract wordt op schrift gesteld en door zowel
de subsidieaanvrager als de eigenaar van de woning waarbij het project uitgevoerd
zal worden, ondertekend. Een voorbeeld van een prestatiegarantiecontract is onder
andere te vinden via enerqielinq.nl.
’s-Hertogenbosch, 12 januari 2016
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter de secretaris
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger