De Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat op 1 oktober 2012 de Wet revitalisering generiek toezicht in werking
treedt;
Overwegende dat op basis van deze wet de generieke toezichtsinstrumenten van ‘schorsing
en vernietiging’ en ‘indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing’ voor de meeste toezichtsgebieden
leidend worden;
Overwegende dat het instrument ‘indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing’ een provinciale
bevoegdheid betreft en daarom dient te worden gebaseerd op een provinciaal beleidskader;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 4 september 2012 hebben besloten tot de vaststelling
van het Algemeen beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing provincie Noord-Brabant,
waarmee zij voor de toepassing van dit instrument door het college een beleidskader
hebben vastgesteld;
Overwegende dat de Commissaris van de Koningin als zelfstandig bestuursorgaan eveneens
beschikt over het instrument ‘indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing’;
Overwegende dat hij voor de toepassing van deze bevoegdheid een beleidskader wenst
vast te stellen;
Besluit vast te stellen het volgende beleidskader: