Inhoud regeling

Regeling vervallen per 05-12-2015

Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012

Geldend van 05-12-2015 t/m 04-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 26-03-2015

Intitulé

Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012

Provinciale Staten van Noord-Brabant;

Gelezen het voorstel van het presidium d.d. 19 december 2011;

Gelezen de Nota van Wijziging van het presidium d.d. 19 januari 2012;

Gelet op artikel 80, eerste lid van de Provinciewet;

Overwegende dat Provinciale Staten in hun vergadering van 22 april 2011 een principebesluit hebben genomen tot voorbereiding van een concreet besluit tot wijziging van het Reglement op de statencommissies Noord-Brabant;

Overwegende dat van de gelegenheid gebruik is gemaakt om een aantal technische verbeteringen door te voeren, waaronder een meer logische volgorde van de bepalingen in dit reglement;

Overwegende dat gezien de omvang van de wijzigingen het de voorkeur heeft hiertoe het huidige reglement in te trekken en te vervangen door een geheel nieuw reglement;

besluiten vast te stellen het volgende reglement:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: statencommissie als bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Provinciewet;

  • b.

    fractie: groepering binnen Provinciale Staten als bedoeld in artikel 2 van het Reglement van orde Provinciale Staten 2012;

  • c.

    presidium: orgaan als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde Provinciale Staten 2012.

Artikel 2 Instelling

  • 1 Provinciale Staten stellen bij de aanvang van een nieuwe zittingsperiode een of meerdere commissies in.

  • 2 Provinciale Staten kunnen een of meerdere zogenaamde themacommissies instellen, zijnde tijdelijke commissies ten behoeve van de integrale behandeling van een beleidsonderwerp.

  • 3 Onverminderd het eerste en tweede lid kunnen Provinciale Staten besluiten tot tussentijdse instelling of opheffing van commissies.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

  • 1 De commissies, bedoeld in artikel 2, hebben de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden van besluitvorming van Provinciale Staten;

    • b.

      het overleggen met Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin.

  • 2 Het werkterrein van de commissies wordt bepaald bij de instelling, bedoeld in artikel 2.

  • 3 De commissie kan ter uitvoering van haar taak een of meerdere subcommissies instellen.

  • 4 De commissie kan besluiten tot het horen van en in overleg treden met ambtelijke deskundigen.

  • 5 Het horen van een ambtelijke deskundige van de provincie, vindt plaats overeenkomstig het hiertoe van provinciewege bepaalde.

  • 6 De commissie kan eveneens besluiten tot het horen van degenen die belanghebbenden zijn of zich betrokken voelen bij een te behandelen zaak.

  • 7 Ten dienste van het horen, bedoeld in het zesde lid, kan de commissie een openbare hoorzitting houden, waarvan tijdig tevoren mededeling wordt gedaan in één of meer in de provincie verschijnende nieuwsbladen.

  • 8 De commissie kan besluiten tot het horen van, het schriftelijk raadplegen en in overleg treden met niet ambtelijke deskundigen.

  • 9 De commissie kan besluiten tot het instellen van onderzoeken, het verrichten van werkbezoeken en andere aan haar werkterrein gelieerde activiteiten.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 De commissie bestaat uit een door Provinciale Staten bij de instelling, bedoeld in artikel 2, te bepalen aantal leden.

  • 2 Bij het bepalen van het aantal, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van minimaal één lid per fractie.

Artikel 5 Benoeming en ontslag leden

  • 1 De voorzitter van Provinciale Staten benoemt de leden van de commissie op voordracht van de desbetreffende fracties.

  • 2 Op de voordracht, bedoeld in het eerste lid, zijn zoveel personen vermeld als er leden door de desbetreffende fracties zijn te benoemen.

  • 3  Indien sprake is van een commissie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bevat de voordracht, bedoeld in het eerste lid, de naam van minimaal één lid.

  • 4 Indien de voordracht, bedoeld in het eerste lid, ontbreekt, benoemen Provinciale Staten de leden van de commissie.

  • 5 Iedere fractie draagt ten hoogste zoveel plaatsvervangende leden ter benoeming voor als er leden door die fractie kunnen worden voorgedragen, die de commissieleden afkomstig uit de fractie bij verhindering of ontstentenis vervangen.

  • 6 Op de benoeming van plaatsvervangende leden is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 7  In afwijking van het vijfde en zesde lid worden indien sprake is van een commissie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, alle niet tot lid van de commissie benoemde leden van de fractie aangemerkt als plaatsvervangend lid

  • 8 De zittingsduur van de leden van de commissie eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van Provinciale Staten.

  • 9 Ingeval een lid of een plaatsvervangend lid tussentijds ontslag neemt, zijn het eerste tot en met zevende lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Benoeming en taken voorzitter

  • 1 Provinciale Staten benoemen op voordracht van het presidium voor iedere commissie een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • 2 Indien voor een vergadering van de commissie zowel de voorzitter als de plaatsvervangend voorzitter is verhinderd, verzoekt de voorzitter een voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van een andere commissie het voorzitterschap waar te nemen.

  • 3 De voorzitter is belast met:

    • a.

      het opstellen van een concept-agenda;

    • b.

      het leiden van de vergadering;

    • c.

      het handhaven van de orde in de vergadering;

    • d.

      het doen naleven van dit reglement;

    • e.

      hetgeen de wet of dit reglement hem verder opdraagt;

    • f.

      het bewaken van de voortgang van de activiteiten van de commissie met betrekking tot beleidsonderwerpen waarvan behandeling op korte of langere termijn volgens de lange termijn agenda in de commissie of in Provinciale Staten is voorzien;

    • g.

      het signaleren wanneer een activiteit of informatie niet bijdraagt aan het effectief functioneren van de commissie en het, indien dit naar het oordeel van de voorzitter wenselijk is, voorleggen van dit signaal aan de commissie;

    • h.

      de voorbereiding en begeleiding van werkbezoeken, raadplegingen, hoorzittingen, onderzoeken of andere initiatieven ten behoeve van de commissie;

    • i.

      het bespreken van de planning van de commissie met betrekking tot de agendering van statenvoorstellen en ter bespreking aan de commissie aangeboden stukken met de desbetreffende leden van het college van Gedeputeerde Staten en de directeuren van de desbetreffende directies;

    • j.

      het fiatteren van persberichten of spreken met de pers namens de commissie.

Artikel 7 Benoeming en taken secretaris

1. De griffier wijst voor elke commissie een medewerker van de griffie aan als secretaris.2. De secretaris ondersteunt de voorzitter bij de uitoefening van zijn taken, bedoeld in artikel 6, derde lid.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1 De commissie vergadert:

    • a.

      volgens een door het presidium van Provinciale Staten op te stellen vergaderschema;

    • b.

      wanneer de voorzitter het nodig oordeelt;

    • c.

      indien ten minste een derde deel van de leden dit schriftelijk, met opgaaf van redenen en de te behandelen onderwerpen, aan de voorzitter verzoekt.

  • 2 De onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, onder c, dienen betrekking te hebben op het werkterrein van de desbetreffende commissie.

  • 3 . In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, bepaalt de voorzitter van de commissie plaats, dag en tijdstip van de vergadering.

  • 4 De vergadering, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek gehouden, tenzij in het verzoek een later tijdstip voor de vergadering wordt verlangd.

Artikel 9 Inzage geheime stukken

  • 1 Indien de commissie op grond van artikel 91, eerste lid, van de Provinciewet geheimhouding heeft opgelegd ten aanzien van bepaalde stukken, kunnen de leden van Provinciale Staten die geen lid zijn van de desbetreffende commissie zich wenden tot de griffier om inzage te krijgen in die stukken.

  • 2 De inzage, bedoeld in het eerste lid, kan slechts worden geweigerd voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 10 Oproeping

  • 1 De secretaris draagt er zorg voor dat de oproeping ter vergadering, evenals dag, tijdstip en plaats van de vergadering via de website van de provincie ter openbare kennis worden gebracht.

  • 2 De agenda en de daarbij behorende stukken worden, met uitzondering van de stukken waarover geheimhouding is opgelegd, tegelijkertijd met de oproeping via de website van de provincie beschikbaar gesteld.

Artikel 11 Agenda

  • 1 De voorzitter stelt de concept-agenda vast.

  • 2 De concept-agenda wordt, tegelijk met de oproeping, aan de leden, het College van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin medegedeeld.

  • 3 Indien de aanwezigheid van één of meer leden van Gedeputeerde Staten ter vergadering uitdrukkelijk is gewenst, maakt de concept-agenda hiervan melding.

  • 4 Op gemotiveerd voorstel van ten minste twee leden kan de voorzitter onderwerpen aan de concept-agenda toevoegen.

  • 5 De commissie stelt de agenda vast.

  • 6 Ter vergadering aanwezige leden of plaatsvervangende leden kunnen vragen stellen over de stukken die ter kennisneming op de agenda staan vermeld.

  • 7 De commissie kan besluiten om een stuk dat ter kennisneming staat geagendeerd ter bespreking te agenderen.

  • 8 Een commissielid kan een voorstel tot agendering ter bespreking van een ter kennisneming geagendeerd stuk tot uiterlijk zeven dagen voorafgaand aan de vergadering bij de voorzitter of secretaris indienen.

  • 9 Op het voorstel, bedoeld in het achtste lid, is het vierde lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Gezamenlijke vergadering

  • 1 Commissies kunnen gezamenlijk vergaderen, indien de voorzitters van de desbetreffende commissies, dan wel de desbetreffende commissies zelf, dit wenselijk achten.

  • 2 De voorzitters van de commissies, bedoeld in het eerste lid, bepalen in onderling overleg wie van hen als voorzitter van de gezamenlijke vergadering zal optreden.

Artikel 13 Vergaderorde

  • 1 De voorzitter verleent het woord.

  • 2 Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een commissielid hem interrumpeert.

  • 3 De voorzitter kan in gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder b, bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 4 Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter de spreker tot de orde.

  • 5 Indien de spreker geen gevolg geeft aan de oproep, bedoeld in het derde lid, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontnemen.

  • 6 De voorzitter kan voor een vergadering, na overleg met de leden, een spreektijdregeling vaststellen ter bepaling van de maximale spreektijd per fractie.

Artikel 14 Spreekrecht toehoorders

  • 1 Eenieder kan op zijn verzoek het woord voeren op een speciaal daartoe georganiseerde bijeenkomst ten behoeve van hiertoe publiek bekend gemaakte onderwerpen die op een latere datum in een commissievergadering aan bod komen.

  • 2 Degene die van de mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid, gebruik wil maken, dient het verzoek daartoe uiterlijk 48 uur voor het begin van de in het eerste lid bedoelde bijeenkomst bij de voorzitter in, onder vermelding van het punt of de punten van de agenda waarover hij wil spreken.

  • 3 De voorzitter geeft alle verzoekers spreektijd in een door hem te bepalen volgorde.

  • 4 De voorzitter bepaalt de maximale spreektijd per verzoeker afhankelijk van het aantal verzoeken en de voor de bijeenkomst beschikbare tijd.

Artikel 15 Besluitvorming en quorum

  • 1 Aan de besluitvorming in de vergaderingen van de commissies kunnen alleen de ter vergadering aanwezige leden van de commissies deelnemen.

  • 2 De commissie kan slechts besluiten nemen indien tenminste de helft van de in de commissie vertegenwoordigde fracties aanwezig is en de leden van die fracties tezamen meer dan de helft van het aantal in Provinciale Staten zitting hebbende leden vertegenwoordigt.

  • 3  Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op gezamenlijke vergaderingen als bedoeld in artikel 12.

Artikel 16 Advies

  • 1 De commissie stelt ten aanzien van elk ontwerp-statenvoorstel een schriftelijke advies op.

  • 2 De voorzitter ondertekent het schriftelijke advies, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De secretaris zendt het ondertekende advies, bedoeld in het tweede lid, zo spoedig mogelijk aan de leden van Provinciale Staten en het college van Gedeputeerde Staten.

  • 4 In het advies worden het standpunt van de meerderheid van de ter vergadering aanwezige commissieleden en, op verzoek, daarvan afwijkende standpunten tot uitdrukking gebracht.

  • 5 Indien de meerderheid, bedoeld in het vierde lid, afwijkt van het meerderheidsstandpunt genomen naar de getalsmatige verhoudingen in Provinciale Staten, wordt hiervan in het advies expliciet melding gemaakt.

  • 6 Indien een advies als bedoeld in het eerste lid niet staande de vergadering wordt vastgesteld, stelt de voorzitter het advies nadien namens de commissie vast op basis van het ter commissievergadering verhandelde.

Artikel 17 Verslag en besluitenlijst

  • 1 De secretaris maakt van de commissievergadering een besluitenlijst.

  • 2 De secretaris zorgt voor een integraal audioverslag van de vergadering, indien en voor zover de vergadering openbaar is.

  • 3 De secretaris biedt een concept van de besluitenlijst, bedoeld in het eerste lid, ter vaststelling in een volgende vergadering aan aan de commissie.

  • 4 Na vaststelling ondertekent de secretaris de besluitenlijst en draagt er zorg voor dat deze als vastgestelde besluitenlijst, tezamen het audioverslag, beschikbaar wordt gesteld via de website van de provincie.

  • 5 In afwijking van het vierde lid worden besluitenlijsten van besloten vergaderingen niet beschikbaar gesteld via de website van de provincie, maar zendt de secretaris deze uitsluitend toe aan de leden van de commissie.

  • 6 Zodra geheimhouding ten aanzien van een besluitenlijst als bedoeld in het vorige lid is opgeheven, draagt de secretaris alsnog zorg voor beschikbaarstelling via de website van de provincie.

Artikel 18 Toezeggingen

  • 1 De secretaris registreert de door de voorzitter en Gedeputeerde Staten ter vergadering gedane toezeggingen.

  • 2 De secretaris informeert de commissieleden periodiek over de stand van zaken betreffende de tenuitvoerlegging van de gedane toezeggingen, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 19 Uitleg

Bij twijfel omtrent de uitleg van dit reglement, alsmede in de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 20 Intrekking

Het Reglement op de Statencommissies 2007 en het Reglement op de statencommissie Noord-Brabant worden ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 22 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 20 januari 2012
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier mw. drs. C.J.M. Dortmans
 

Wetstechnische informatie

Regeling vervallen per 05-12-2015

Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012

Geldend van 05-12-2015 t/m 04-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 26-03-2015

Algemeen

Overheidsorganisatie Noord-Brabant
Organisatietype Provincie
Officiële naam regeling Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012
Citeertitel Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012
Vastgesteld door provinciale staten
Onderwerp bestuur en recht
Eigen onderwerp bestuurlijke organisatie
Indeling regeling Overig
Regeling onder de Omgevingswet Nee
Externe bijlagen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet, art. 80, lid 1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit reglement is vervangen door het Reglement van orde Provinciale Staten Noord-Brabant 2015.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Dit overzicht bevat alleen gepubliceerde versies.

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-12-2015 26-03-2015 05-12-2015 intrekking

04-12-2015

Provinciaal Blad, 2015, 150

Statenvoorstel 63/15
19-12-2013 05-12-2015 Art. 15

13-12-2013

Provinciaal Blad, 2013, 185

Statenvoorstel 77/13
29-01-2013 19-12-2013 Art. 2, 5, 14

25-01-2013

Provinciaal Blad, 2013, 9

Statenvoorstel 86/12