Provincie stelt uitvoeringsagenda voor werklocaties Zuidoost-Brabant vast om vooruit te kunnen met nieuwe locaties
Om onzekerheid rondom nieuwe bedrijventerreinen te voorkomen, stelt de provincie Noord-Brabant de Uitvoeringsagenda Regionaal Programma Werklocaties voor Zuidoost-Brabant vast. Op deze manier wordt een impasse voorkomen, nadat één partij zich eerder onthield van stemming. Deze stap geeft duidelijkheid aan alle gemeenten in de regio.

De afgelopen jaren zijn in Zuidoost-Brabant grote stappen gezet om te komen tot een integrale ontwikkelstrategie voor wonen, werken en mobiliteit. Daarbij zijn alle 21 gemeenten nauw betrokken, net als de provincie, twee waterschappen en de Metropoolregio Eindhoven (MRE). Een van de belangrijke documenten die daarbij is opgesteld, is de uitvoeringsagenda voor werklocaties. Daarin staan afspraken over locaties waar nieuwe bedrijventerreinen worden ontwikkeld en zoekgebieden voor nieuwe regionale bedrijventerreinen. Zodat alle partijen een bijdrage leveren aan de opgaven voor economie in de snelgroeiende regio.
Tijdens de Omgevingsdag van afgelopen juli is de uitvoeringsagenda voorgelegd aan alle partijen. Bij de besluitvorming hebben 20 gemeenten, de provincie en de beide waterschappen ingestemd met de uitvoeringsagenda. Enkel de gemeente Eersel heeft zich expliciet onthouden van stemming. Ook nader overleg tussen de partijen heeft niet geresulteerd in de totstandkoming van nieuwe afspraken waarmee alle betrokkenen konden instemmen.
Ruis voorkomen
Daardoor blijven in Zuidoost-Brabant vooralsnog verouderde afspraken van kracht die minder integraal zijn vastgesteld. Dat kan leiden tot ruis en tot problemen bij de ontwikkeling van nieuwe werklocaties. Dat is onwenselijk, zowel voor werklocaties voor lokaal gebonden bedrijven als voor grootschalige werklocaties van regionaal belang, zoals BIC-Noord en Brainport-Oost.
Daarom maakt de provincie nu gebruik van haar bevoegdheid zoals opgenomen in artikel 7.9 lid 6 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant. Daarin staat dat Gedeputeerde Staten regionale afspraken kunnen vaststellen in het geval partijen niet tot onderlinge overeenstemming komen. Daarvan is hier sprake.
Toekomstgerichte economie
"Het is een zwaar middel dat we zelden inzetten", zegt gedeputeerde Stijn Smeulders (werklocaties). "Maar de schaalsprong van Zuidoost-Brabant is dan ook niet vrijblijvend. Elke gemeente zal een bijdrage moeten leveren om de regio leefbaar te houden en ruimte te creëren voor een toekomstgerichte economie, zowel voor de huidige als voor nieuwe bewoners. Het is evident dat er grote behoefte is aan regionale bedrijventerreinen en dus ook aan goede, breedgedragen afspraken over bedrijventerreinen. Voor een toekomstige regionale werklocatie in Eersel en de andere Kempengemeenten moet nog veel uitwerking plaatsvinden. Het spreekt voor zich dat de gemeente Eersel daar een belangrijke stem in heeft.”
"Het is belangrijk dat de regiogemeenten vooral elkaar aanspreken op hun bijdrage aan de schaalsprong, alvorens de provincie haar instrumentarium inzet", vult gedeputeerde Marc Oudenhoven (bestuurlijke samenwerking) aan. "In dit geval heeft de regio dat ook gedaan, maar blijft de gemeente Eersel als het gaat om werklocaties eigen keuzes maken. Dat is hun goed recht, maar voor ons speelt ook het regionale en provinciale belang een belangrijke rol."
De colleges van B&W van alle 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant worden per brief op de hoogte gebracht van het besluit van Gedeputeerde Staten. Net als de Dagelijkse Besturen van de twee waterschappen en de MRE.
Heb je een vraag?
Stel je vraag via het formulier of bel naar het algemene nummer van de provincie.