Bouw provinciehuis Architect Hugh Maaskant met commissaris van de koningin Constant Kortmann (links) Bouw provinciehuis Koningin Juliana opent provinciehuis Handtekening Hugh Maaskant Toren provinciehuis Trap provinciehuis Detail provinciehuis

Als 'eye-catcher' langs de A2 is het gebouw inmiddels niet meer weg te denken uit het stadsbeeld van 's-Hertogenbosch. Toch heeft het de nodige voeten in de aarde gehad voordat het bouwwerk kon worden gerealiseerd. Maaskant heeft de opening door Koningin Juliana op 12 november 1971 in ieder geval nog kunnen meemaken. Hij stierf 6 jaar later. Naar aanleiding van het 50 jarig bestaan verscheen november 2021 een speciale editie van Brabant Magazine met unieke foto’s en zelden vertoonde tv-beelden.

Roerige bouwgeschiedenis

Met de opening kwam er een einde aan een lange en roerige bouwgeschiedenis. Al begin jaren '50 was men tot de conclusie gekomen dat er een gezamenlijke ruime behuizing van de verschillende provinciale diensten moest komen. De verspreiding over allerlei locaties in de stad volstond niet meer, waardoor in 1952 de knoop werd doorgehakt: er moest een nieuw provinciehuis komen.

Maaskant

De initiatiefnemers hingen de realisatie van het nieuwe bouwwerk op aan een prijsvraag. De Rotterdamse architect H.A. Maaskant (1907-1977) was één van de architecten die een uitnodiging kreeg om aan de prijsvraag deel te nemen. Uiteindelijk werd zijn ontwerp gekozen, maar het zou nog jaren duren eer de bouw kon starten. Over de plaats waar het provinciehuis moest komen bestond lange tijd geen overeenstemming. Aanvankelijk werd een locatie in de binnenstad aangewezen, maar na vele discussies werd in 1962 toch gekozen voor een terrein aan de rand van de stad. De bouw van het provinciehuis werd door Maaskant beschouwd als de kroon op zijn loopbaan. Het was tevens het laatste bouwwerk dat hij realiseerde.

Architectuur en Interieur

Architect Maaskant had een duidelijke visie voor ogen: hij pleitte voor moderne bouwmaterialen en vond dat zijn bouwwerken zo goed mogelijk moesten zijn afgestemd op hun uiteindelijke functie. Maaskant wordt wel eens 'een ontwerper van het grote gebaar' genoemd. Hij bouwde veel grote monumentale bouwwerken, zoals de Euromast in Rotterdam. Als voorvechter van het 'Nieuwe Bouwen' verzette hij zich tegen het traditionele bouwen in baksteen. Tegelijkertijd pleitte hij voor het gebruik van moderne bouwmaterialen als beton, glas en staal. Dit zijn precies de materialen die hij gebruikte voor de buitenkant het provinciehuis. Voor het interieur paste hij sobere materialen als natuursteen, wol en leer toe.

Afgestemd op functie

Maaskant vond ook dat een bouwwerk zo goed mogelijk moest zijn afgestemd op zijn uiteindelijke functie. Dit principe is duidelijk van toepassing op het provinciehuis: het geheel kent een grote laagbouw met twee verdiepingen, waarin zich de publieksruimten bevinden. Midden in de hal van de laagbouw 'zweeft' als het ware de Statenzaal met zijn vleugelvormige dak. Daarnaast bevindt zich de hoogbouw met werkruimtes voor de ambtenaren. Deze zijn verspreid over 23 verdiepingen. Het gebouw wordt omgeven door een waterpartij en een groot voorplein. Onder het gebouw is een parkeerruimte voor ruim 500 auto's.

Kunst opgaan in bouwwerk

Maaskant zag architectuur als 'moeder van de kunsten'. Binnen een bouwwerk konden weliswaar andere kunstvormen worden opgenomen worden, maar deze dienden ondergeschikt aan het gebouw te blijven. Zij moesten er als het ware in opgaan. Ook in het provinciehuis streefde Maaskant deze opvatting na. Zijn visie gaat overigens terug tot in de 19e eeuw. Een groot voorbeeld voor architecten en kunstenaars vormde destijds de Gothische kathedraal, een concept waarbij kunstwerken:

  • aan in het bouwwerk
  • worden ontworpen in nauwe relatie tot het betreffende bouwwerk

Een voorbeeld van deze zogenaamde 'gemeenschapskunst' zijn de wandschilderingen van de kunstenaar A.J. Derkinderen in het stadhuis van 's-Hertogenbosch.