Veelgestelde vragen verbreding grondwaterheffing
Nee, deze verbreding heeft voor particulieren geen gevolgen. In 2028 evalueert de provincie – met inbreng van uitvoerende en belanghebbende partijen – deze verbreding van de grondwaterheffing. Op basis van die evaluatie bepaalt de provincie of de uitvoering goed loopt, er meer nodig is en of een verdere verlaging van de drempel wenselijk en uitvoerbaar is.
De maatregel gaat in per 1 januari 2026. Dit betekent dat begin 2027 de rekening volgt voor het gebruik boven de 50.000 m³. De voorlopige aanslag en andere brieven hierover komen vanuit de Omgevingsdienst. Zij doen dit namens de provincie en voeren deze taak nu al uit voor bedrijven die meer dan 150.000 m³ per jaar gebruiken. De definitieve aanslag en de rekening komen van de provincie.
Dan moet er alleen voor 500 m3 betaald worden. De heffing bedraagt ongeveer 4 cent per m3 dus dat zou voor deze gebruiker dan neerkomen op € 20. Van het onttrokken grondwater wordt eerst de heffingsvrije voet van 50.000 m3 afgehaald over het overige deel wordt de heffing betaald.
Het is doelmatig om voor de registratie van grondwaterputten en onttrekkingsgegevens gebruik te maken van beschikbare informatie van de waterschappen. Om daarvan gebruik te mogen maken is een instructieregel in de omgevingsverordening nodig. De aanpassing van de omgevingsverordening en de Verordening Grondwaterheffing worden in 2025 ter besluitvorming aangeboden aan PS.
Er zijn verschillende momenten in het proces waarop u opmerkingen of bezwaar kunt maken over de hoeveelheid aangegeven onttrokken grondwater waarop de heffing is gebaseerd. Het maken van bezwaar tegen het betalen van de heffing kan niet.
Die worden bij elkaar opgeteld. De heffing wordt opgelegd per vergunning of per melding. Indien er meerdere putten in de vergunning of melding zijn opgenomen worden deze bij elkaar opgeteld.
In de Omgevingswet (artikel 13.4b) is bepaald waar de provincie de opbrengsten van de grondwaterheffing aan mag besteden:
- maatregelen die direct verband houden met het voorkomen en tegengaan van nadelige gevolgen van het onttrekken van grondwater en het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater (oftewel: anti-verdrogingsmaatregelen),
- noodzakelijke onderzoeken voor het grondwaterbeleid en de vaststelling van schade als bedoeld in artikel 15.13, eerste lid, in samenhang met artikel 10.3, derde lid,
- het houden van een register met gegevens over het onttrekken van grondwater en het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater,
- de vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 15.1, eerste lid, onder f, die voortvloeit uit het onttrekken van grondwater of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, en waarvoor gedeputeerde staten het bevoegd gezag zijn.
De provincie int nu al zo’n € 8 miljoen en besteedt dat aan deze categorieën. De grootste post is post a, anti-verdrogingsmaatregelen.
U bent verplicht te registreren op basis van de Waterschapsverordening. U dient aan te kunnen tonen hoeveel grondwater u heeft onttrokken met een nauwkeurigheid van 95%. Dit kan onder andere door middel van een debietmeter of urenteller.
De grondwaterheffing is een doelheffing (zie vraag hierboven). De kosten van de opdracht waarvoor deze gelden worden gebruikt wordt bepaald en gedeeld door de verwachte onttrekkingshoeveelheden. Dit wordt elk jaar opnieuw gecontroleerd.
Momenteel wordt er door de drinkwatermaatschappijen, de industrie en de agrarische toepassingen ongeveer 300 miljoen m3 water onttrokken. Dit zijn enkel de grondwateronttrekking die bekend zijn.
Bestaat deze grondwaterbelasting ook in andere provincies? Wat zijn evt. verschillen/overeenkomsten?
Deze belasting bestaat bij elke provincie.
Het doel is om bij te dragen aan de oplossing voor het verdrogingsprobleem, o.a. veroorzaakt door te veel onttrekkingen. Daarnaast wil de Provincie het ‘gebruiker betaalt’ principe toepassen. Het verbreden van de grondwaterheffing alleen zal het verdrogingsprobleem niet oplossen; het is één van de maatregelen om onttrekkingen te ontmoedigen. Andere maatregelen staan opgenomen in het Grondwaterconvenant en de Droogteagenda. Grondwater à €0,04/ m3 blijft veel goedkoper dan drinkwater à €1,25/ m3. We verwachten dan ook geen verschuiving van kleine grondwateronttrekkingen naar leidingwater.
Vanaf 1 januari 2026 gaat de verbreding in. De heffing over 2026 vindt plaats in 2027 op basis van daadwerkelijk gebruik.
Iedereen die grondwater onttrekt draagt bij aan de onbalans tussen onttrekking en aanvulling van het grondwater. De provincie vindt het rechtvaardig dat de gebruiker betaalt.
Dit is een afweging tussen enerzijds de ambitie dat alle gebruikers betalen voor hun grondwatergebruik en anderzijds de wens voor een 100% dekkende administratie. Bij deze grens van 50.000 m3 is de administratie van de onttrekkingen goed op orde te brengen en houden. Bij een lagere grens neemt de kwaliteit van de administratie af. We stellen nu deze verlaagde grens in om ervaring op te doen met de grotere aantallen heffingplichtigen, en de benodigde interactie tussen het waterschap, de omgevingsdienst en de provincie.
Het Brabantse deel van Rivierenland: het Land van Heusen en Altena.
Een klein deel komt via de bodem weer in het grondwater terecht. Het grootste deel van het opgepompte grondwater verdwijnt uit het grondwatersysteem en dat leidt tot verdroging van het grondwatersysteem. Grofweg zijn er de volgende bestemmingen van opgepompt grondwater:
- Grondwater > drinkwater > afvalwater > oppervlakwater
- Grondwater > proceswater bedrijven > afvalwater > oppervlakwater
- Grondwater > agrarische beregening > verdamping (lucht) en bodem
- Grondwater > openbaar groen en tuinen > verdamping (lucht) en bodem
- Grondwater > veedrenking > mest
De opbrengsten worden voor een groot deel gebruikt voor anti-verdrogingsmaatregelen, oftewel maatregelen die ervoor zorgen dat regenwater infiltreert naar het grondwater en niet wordt afgevoerd via riool of oppervlaktewater.
De Brabantse waterschappen treden controlerend en handhavend op voor de agrarische grondwateronttrekkingen en kleine industrie. De provincie treedt controlerend en handhavend op voor de grote industrie en drinkwaterbedrijven.
Dat klopt. Er wordt niet gemiddeld over de jaren. Per jaar wordt bekeken wie meer dan 50.000 m3/jaar heeft gebruikt. De gedachte daarachter is dat hoe meer droge jaren, hoe groter de opgave om verdroging tegen te gaan en hoe hoger de opbrengsten.
Op dit moment innen wij zo’n €8 miljoen per jaar.
Bij een verbreding naar 50.000 m3/jaar gaat het om ongeveer €1 miljoen per jaar aan extra inkomsten, afhankelijk van de droogte van het jaar.
De grondwaterheffing gaat over het zelf onttrekken van grondwater en wordt uitgevoerd door de Brabantse waterschappen en de provincie.
De tariefsverhoging zakelijke grootgebruikers gaat over het gebruik van leidingwater en wordt uitgevoerd door drinkwaterbedrijf Brabant Water.
In 2026 gaan bedrijven die jaarlijks meer dan 100.000 kubieke drinkwater gebruiken 25 procent meer betalen voor een kubieke meter drinkwater. Voorheen moesten drinkwaterbedrijven één tarief rekenen dat hetzelfde was voor particulieren, zakelijke klanten en grootzakelijke klanten. Nu is het mogelijk een ander tarief te voeren voor bedrijven die jaarlijks meer dan 100.000 kubieke meter drinkwater gebruiken.
Heb je een vraag?
Stel je vraag via het formulier of bel naar het algemene nummer van de provincie.