Laagfrequent geluid (zwaar gebrom of gezoem)


Laagfrequent geluid (LFg) is geluid in het voor mensen laagst hoorbare frequentiegebied (tussen 20 en 125 Hertz). Mensen omschrijven LFg vaak als een zwaar gebrom of gezoem. In de meeste gevallen is LFg hoorbaar, maar het kan ook worden ervaren als een druk op de oren, hoofd, keel of borst.

Wanneer geluid te hard is of langdurig op ons inwerkt, kan dat invloed hebben op de volksgezondheid. Dat geldt ook voor LFg. Te veel of te hard geluid kan leiden tot hinder, slaapverstoring en hart- en vaatziekten. LFg wordt niet door iedereen waargenomen. De ene persoon is er gevoeliger voor dan de ander. Omdat de bron niet altijd duidelijk is en niet iedereen LFg waarneemt, worden mensen die er last van hebben niet altijd geloofd. Toch stelde de Raad van State vast dat LFg de oorzaak kan zijn van meetbare hinder.

De bron van LFg kan zeer verschillen. Denk aan zwaar verkeer, industrie, ventilatoren, airco’s, warmtepompen, hoogspanningsstations, compressoren en luidsprekers. Verder verplaatst LFg zich zeer goed door de lucht. De atmosfeer absorbeert het veel minder goed dan hogere frequenties en het wordt ook via de bodem goed doorgegeven. Ook ramen en muren van woningen houden LFg veel minder goed tegen dan hogere frequenties. Dat betekent dat LFg op zeer grote afstand van de geluidsbron waargenomen kan worden. Daardoor is de bron van het waargenomen geluid soms heel moeilijk te vinden.

Wetgeving

Er bestaat geen specifieke wet- en regelgeving voor LFg in Nederland. Dat maakt het moeilijk om maatregelen op te leggen of af te dwingen, zelfs als de bron bekend is. Dit kan ertoe leiden dat ondanks duidelijke meetresultaten, LFg-hinder niet kan worden aangepakt. Met andere woorden: een LFg-veroorzaker kan meestal niet gedwongen worden de overlast op te lossen.

Voor het beoordelen van metingen van LFg bestaan wel 2 richtlijnen:

  • de NSG-richtlijn: biedt klachtenbehandelaars, vooral akoestisch onderzoekers, een handvat om een klacht over LFg te kunnen beoordelen;
  • de Vercammen-curve: om bouwplannen te kunnen toetsen aan geluidsgrenswaarden.

Deze richtlijnen zijn tot nu toe onvoldoende om de overlast door LFg te voorkomen of weg te nemen. De rechtbank gebruikt deze richtlijnen soms om een uitspraak te doen over hinder door bronnen van LFg.

Wat kan de provincie doen?

Ervaar je overlast door LFg in Brabant? En heb je het vermoeden dat de bron van LFg een geluidsbron is waar de provincie voor bevoegd is, zoals provinciale wegen, bepaalde bedrijven en windmolens?

Meld je klacht bij de milieuklachtencentrale (verwijst naar een andere website)

Ook wanneer je niet weet wat de bron is, kun je dit melden. Voor het meten van LFg schakelt de provincie de geluidmeetdienst van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) in, die gespecialiseerd is in het uitvoeren van geluidmetingen. De geluidmeetdienst voert metingen uit en probeert de bron te achterhalen. Wanneer de bron bekend is, kan het aanbrengen van isolatie of een afscherming een oplossing bieden. De aanpak verschilt per situatie.

Helaas is er weinig te doen aan LFg als de bron niet bekend is. Soms kan het maskeren van het geluid een oplossing zijn, bijvoorbeeld door het aanpassen van de luchtstroom of het verplaatsen van trillingsdempers.


Heb je een vraag?

Stel je vraag via het formulier of bel naar het algemene nummer van de provincie.