De laatste jaren is de eiwittransitie in Nederland zich steeds meer gaan manifesteren. Dit geldt ook voor Brabant. Het landelijk streven is om de huidige balans van 65% dierlijke eiwitten en 35% alternatieve (waaronder plantaardige) eiwitten in ons voedsel te verschuiven naar respectievelijk 40% en 60% in 2030. Hiervoor zijn fundamentele veranderingen nodig in de hele voedselketen; zowel in de teelt, de verwerking als consumptie van eiwitten. Door middel van (versnellen van) innovaties wil de provincie deze verschuiving stimuleren om zo de economische kansen die deze verschuiving ondernemers biedt te benutten.

Hightech voor eiwitwinning

In Noord-Brabant is een groot aantal bedrijven actief in de voedingsindustrie, dit in combinatie met een sterk ontwikkelde  hightechsector. De hightechsector is belangrijk voor het stimuleren van nieuwe en/of verbeterde technologie voor de eiwittransitie. Dit geldt allereerst voor technologie die benodigd is voor de eiwitwinning uit een grondstof tot een halffabricaat. Hier ligt ook een sterke link met de biotechnologie. Daarnaast is ook de hightech essentieel om uiteindelijk van halffabricaat naar eindproduct te komen.

Plantaardig eiwitten

Door in te zetten op een aantrekkelijker aanbod van plantaardige en alternatieve eiwitten (waaronder insecten, algen, wieren, micro-organismen (gisten, bacteriën en schimmels)) zal uiteindelijk een verbetering van het huidige productaanbod (minder toevoegingen, betere smaak/structuur van eindproducten) optreden. Maar ook zal het bijdragen aan de totstandkoming van nieuwe product-marktcombinaties.

Nieuwe ontwikkelingen

Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen op het gebied van nieuwe eiwitbronnen die nu nog niet op de markt zijn, maar waarvan wel de verwachting is dat die op termijn een grote rol gaan spelen. Hierbij kan gedacht worden aan ontwikkelingen op het gebied van precisiefermentatie als (verwerkings)technologie voor nieuwe, alternatieve eiwitten en kweekvlees.

Biodiversiteit

Belangrijk zijn ook de kansen die de eiwittransitie biedt voor verduurzaming van de voedselproductie. Zo hebben vlinderbloemige planten (zoals peulvruchten, luzerne, lupine en soja) een positief effect op bodemgezondheid, biodiversiteit en klimaat en vormen ze een belangrijk ingrediënt van plantaardige eiwitproductie. Bovendien is het vanuit ecologische perspectief niet langer wenselijk dat grondstoffen (waaronder soja) wereldwijd worden geïmporteerd. Het is duurzamer om aandacht te besteden aan het versterken van lokale ecosystemen om op die manier lokaal ketens te sluiten.

De consument

Het verhogen van de consumentenacceptatie is essentieel voor de versnelling van de eiwittransitie. Het ontwikkelen en ontwerpen van nieuwe producten is hierbij cruciaal. Waar  nu nog vaak de focus ligt op het nabootsen van traditionele dierlijke eiwitten zal in toenemende mate de focus komen te liggen op het aanbieden van smakelijke producten die op zichzelf staande concepten zijn en dus geen vervanging pogen te zijn.