het in het reinigingsgebouw plaatsen en in gebruik nemen van twee actief koolfilters, het wijzigen van de lozingssituatie, namelijk de volledige recirculatie en niet meer op het gemeentelijk vuilwaterriool lozen van proceswater, sproeiwater, percolaatwater, verontreinigd regenwater, slagregen of enig ander water van de extractieve reinigingsinstallatie, de (voor)opslaglocaties van met PFAS-verontreinigde grond en de na-opslag van afgescheiden met PFAS verontreinigde deelfracties (zoals grof zeefmateriaal, afgezeefd puin, grove zandfractie, fijne zandfractie, organische fractie en slibfractie), het veranderen van het acceptatie- en verwerkingsbeleid (A&V-beleid) en de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC).
(naar homepage)