Studenten storten zich op voedselverspilling
In opdracht van de provincie Noord-Brabant en een aantal partners ontwikkelen vijf studentengroepen van Avans Hogeschool creatieve concepten om voedselverspilling tegen te gaan. ‘Als we met iets goeds komen, wordt er echt iets mee gedaan.’
Een bont gezelschap van negen mensen staat op de twaalfde verdieping van het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch om een hoge tafel. Het zijn medewerkers van de Belastingdienst, Rijk van Nijmegen én uitwonende studenten. Drie andere studenten vuren in hoog tempo opdrachten op hen af, zoals deze: ‘Teken op een Post-It wat jij doet tegen voedselverspilling. Je krijgt één minuut.’ De tekeningetjes worden vervolgens op grote vellen geplakt die aan de wanden en ramen hangen.
Zoveel mogelijk ideeën
Welkom bij deze co-creatie sessie tegen voedselverspilling. Hij is opgezet door Fleur, Floor en Cas (zij volgen de opleiding Business Innovation bij Avans Hogeschool), duurt drie kwartier en draait om één doel: zoveel mogelijk creatieve ideeën bedenken om voedselverspilling onder uitwonende studenten tegen te gaan. ‘Elk collegejaar nodigen wij studenten van Avans uit om een concrete oplossing te bedenken voor een actuele maatschappelijke uitdaging,’ vertelt Marcel Webster. Hij is trekker Kennis en Onderwijsvernieuwing en coördinator van het team gemeenschapsinclusieve landbouw- en voedselsystemen bij de provincie Noord-Brabant. ‘Zo hebben studenten al eens onderzocht hoe de relatie boer-burger kan worden verbeterd en hoe je jongeren kunt verleiden om plantaardiger te eten. Ook het idee van het Broodje Brabant, dat diverse partijen nu lokaal ontwikkelen, kreeg verder vorm tijdens zulke co-creatiesessies.’
Concrete innovatie
Fleur, Floor en Cas volgen de opleiding Business Innovation en deze opdracht hoort bij het vak Public Challenges. Het is hun tweede sessie in een reeks van drie die moet leiden tot de concrete innovatie. In totaal richten dit collegejaar vijf groepjes studenten zich op voedselverspilling door uitwonenden studenten. Fleur: ‘Het provincienetwerk was vooral nieuwsgierig naar de doelgroep 18- tot 24-jarigen. Wij besloten ons te richten op uitwonende studenten, omdat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het inkopen van eten, het koken en nuttigen ervan en uiteindelijk ook voor het eventuele weggooien.’ De lat ligt best hoog, vindt Floor: ‘De opdrachtgevers willen dat we een tastbaar concept ontwikkelen, echt een prototype.’ Maar die oplossing moet ook gemakkelijk zijn, voegt ze eraan toe: ‘We zijn erachter gekomen dat studenten heel erg gericht zijn op gemak. Dus moet de oplossing eenvoudig toe te passen zijn in het dagelijks leven.’
Avans Hogeschool
Vooraf bekijkt de provincie bij elk vraagstuk welke partners hierbij passen en gezamenlijk bekijken zij dan aan het eind van het traject welk concept het meest kansrijk is om een succes te worden. Dit collegejaar werkt de provincie samen met HAS green academy, de stichting Samen Tegen Voedselverspilling en het Voedingscentrum. ‘Het leuke van Avans is dat hun opleidingen zich niet specifiek richten op voedsel, en tegelijkertijd zijn de studenten en docenten ontzettend creatief,’ weet Marcel Webster. ‘Dat kan verrassende oplossingen opleveren.’ Wat is voor Avans het voordeel van samenwerken met de provincie? Annemarijn Hoorens, docent en coach: ‘Als Avans Business Innovation werken wij samen met een gevarieerde groep aan opdrachtgevers. De provincie is bezig in het publieke domein en met concrete maatschappelijke vraagstukken. Dat sluit natuurlijk prachtig aan bij een vak als Public Challenges.’
Twee kliko’s
De drie studenten zijn intussen behoorlijk verslingerd geraakt aan het thema voedselverspilling. Floor werkt in de horeca en zag laatst twee kliko’s met broodjes weggegooid worden: ‘Daar heb ik wat van gezegd. Nu bakken ze er minder.’ Fleur: ‘Ik sta letterlijk langer stil bij wat er in de koelkast ligt en hoe ik die ingrediënten kan gebruiken.’ Cas: ‘Als ik pasta ga maken en nog groenten zie liggen, dan gooi ik die er allemaal in. Het wordt toch wel lekker.’ Floor: ‘Voedselverspilling is een heel tastbaar probleem.’ Fleur: ‘En het raakt iedereen.’ In het begin vond ze het wel moeilijk om ‘af te schalen’, bekent ze: ‘Ik wilde het aanvankelijk groot en ambitieus oplossen. Nu zie ik in dat het beter is om te mikken op een kleinere doelgroep en dan met iets echt goeds te komen.’ Cas: ‘Dat is ook het verschil met een doorsnee schoolopdracht. Hier weten we dat als we met iets goeds komen er ook echt iets mee wordt gedaan.’
Al veel geleerd
Ook al zitten de drie studenten nog midden in het proces, ze hebben al veel geleerd. Floor: ‘Ik heb geleerd hoe je co-creatie opzet, hoe je goede mailtjes schrijft, hoe je mensen aan een tafel krijgt. Maar ik snap nu ook beter wat het publieke domein inhoudt, wat een maatschappelijk probleem is, hoe je een methode als “design thinking” toepast.’ Fleur leerde op mensen afstappen: ‘Als je een jaar geleden aan mij had gevraagd: “Zou jij de Belastingdienst willen vragen of ze willen meedoen aan co-creatiesessies?” Dan had ik gezegd: “Ben jij gek!” Nu heb ik dat gewoon gedaan.’ Cas is iets preciezer geworden: ‘Ik heb geleerd hoe fijn het is om een co-creatie sessie perfect voor te bereiden, inclusief allerlei materialen. Ik denk minder snel: “Het komt wel goed.”’
Verbinding
Marcel Webster vindt het belangrijk om studenten te betrekken bij urgente maatschappelijke kwesties. En hoe concreter, hoe beter. ‘Als het om papieren vraagstukken gaat, lopen studenten minder hard. Neem je ze als opdrachtgever serieus, dan levert dat veel betere producten op.’ Bovendien ziet Webster de aantallen studenten landelijk dalen; het onderwijs moet relevanter en urgenter worden, concludeert hij: ‘Als overheid, bedrijfsleven én onderwijs moeten we samen vraagstukken adopteren en meegeven aan de nieuwe generatie. Bovendien worden wij daar alle drie sterker van.’ Annemarijn Hoorens: ‘Als de ene stakeholder aan een bepaalde knop draait, gebeurt er bij de andere stakeholder ook iets. Hoe kunnen we dus met elkaar een beweging maken in plaats van dat onze oplossingen botsen of elkaar tegenwerken?’
Bob de Broccoli
Terug naar de co-creatie sessie, waar de ideeën inmiddels over elkaar heen tuimelen: ‘Kliekjesdag.’ ‘Composteren in de tuin.’ ‘Ook na de houdbaarheidsdatum je zintuigen gebruiken.’ ‘Een mascotte met de naam Bob de Broccoli.’ ‘Handel beginnen onder studenten.’ ‘Kant-en-klare pakketten voor één persoon zodat je niks overhoudt.’ In december volgt nog de derde co-creatie sessie, in januari de presentatie aan de opdrachtgevers. Floor is vol lof over de rol van de provincie: ‘Het maakt een groot verschil of onze opdrachtgever enthousiast en actief is.’ Cas: ‘Met Marcel Webster kunnen we heel makkelijk contact krijgen. Als we een mailtje sturen, antwoordt hij snel, we hoeven er niet achteraan te bellen of appen. En hij staat open voor suggesties. Dat werkt fijn.’