Brabantse bedrijventerreinen delen duurzame mijlpalen op Grote Oogst Jaarevent
Brabantse bedrijventerreinen werken onder de noemer Grote Oogst aan verduurzaming, voor een toekomstbestendige economie en een goed en gezond woon- en vestigingsklimaat. Op het Grote Oogst Jaarevenement, op 1 december op het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch, kwamen meer dan 250 professionals bij elkaar om de lessen uit de aanpak te delen én de successen te vieren.
Foto's door Ewald Geerdink

De thema’s van Grote oogst zijn energie, klimaat en circulariteit. Het programma van het event was dan ook op deze thema’s gebaseerd, aangevuld met de onderwerpen ‘Beter Benutten en Intensivering’ en ‘Organisatiegraad’. Door de festivalopzet konden deelnemers ervoor kiezen om één themalijn te volgen, bestaande uit een keynote, een debat, kennissessies en een workshop. De andere optie was om sessies op verschillende thema’s bij te wonen en op die manier je dag een integraal tintje te geven.
Kopsplitser
Dagvoorzitter Jacqueline Kerkhof opende het congres in de Bois-le-Duczaal van het provinciehuis. “Waarom we bij elkaar zijn heeft alles te maken met klimaatverandering. En dat is echt een kopsplitser. Enerzijds weet je dat we er iets mee moeten, maar we denken ook regelmatig: ‘ook dat nog’.”
De tekst gaat verder na de afbeelding.

Waarom we er echt iets mee moeten, vertelde Ruud Veltenaar in zijn openingskeynote. In rap tempo loodste hij de deelnemers door zijn verhaal, waarmee hij urgentie wilde creëren en wilde aantonen waarom wegkijken niet langer een optie is. “De opwarming van de aarde is de grootste bedreiging van onze tijd.” Om deze uitdaging het hoofd te bieden zijn allerlei transities nodig, de moeilijkste transitie is ons gedrag. “Dus vraag jezelf af: wie ben je, waar ben je en wat wil je”, besloot Veltenaar.
In de lounge van het provinciehuis waren de hele dag door infopoints te bezoeken, kon je je LinkedIn-foto laten maken en was er de mogelijkheid voor een ontspannende massage. Op twee grote interactieve schermen waren de behaalde successen en geleerde lessen van alle Grote Oogst-terreinen te bekijken.
Speedconsults
Met experts op de verschillende thema’s konden speeddates worden geboekt. Rein Boshuizen van ROCC was een van hen: “Een medewerker van een gemeente kwam op speeddate met de vraag wat er nog mogelijk was binnen een bedrijventerrein nu door congestie en door een ongunstig GTO aanbod de kansen voor verdere verduurzaming leken te verdwijnen. De energiebehoefte van dit bedrijventerrein bleek behoorlijk te groeien. Ten eerste door verduurzaming van logistiek en ten tweede door de stap naar gasloosverwarmen. Daardoor werd een verdriedubbeling van het energieverbruik voorzien. Voor een dergelijke groei in elektriciteitsverbruik is een netuitbreiding vaak de enige mogelijkheid. Over het algemeen is er vaak nog zeer veel mogelijk achter de individuele aansluiting. Door het flexibel inzetten van apparaten en automatisch terug laten schakelen van snelladers of warmtepompen bij een hoog verbruik kan er al heel veel gewonnen worden. Soms is een batterij noodzakelijk om het laatste stukje capaciteit te kunnen benutten. Een gedetailleerd inzicht in het verbruik is een goede eerste stap om bedrijven te helpen met het inpassen van extra verbruik”, was het advies van Boshuizen.
Naast boshuizen konden deelnemers ook in gesprek gaan met Jurian Verlouw over circulaire vraagstukken, Wouter Schik over klimaatadaptatieve maatregelen, Ad van den Berg over de organisatiegraad en Erik Pols over het thema beter benutten.
Vijf thema's
Na het openingsblok begon het congresprogramma, zoals gezegd in festivalopzet. Dat resulteerde in een blokkenschema waarmee elke deelnemer een eigen programma kon samenstellen, op basis van de vijf eerdergenoemde thema's.
Hoe optimaliseren we de beschikbare ruimte op bedrijventerreinen?
Een van de twee nieuwe thema’s op het Grote Oogst Jaarevenement was Beter Benutten en intensivering. Dit thema ging over het beter benutten van ruimtegebruik op bedrijventerreinen. Zowel van fysieke ruimte in breedte en hoogte, als ruimte op het net en het duurzamer inzetten van de beschikbare ruimte. Op dit thema nam Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB) het voortouw in de organisatie van de verschillende deelsessies.
Eindhoven Airport District is een schoolvoorbeeld van hoe verschillende partners samen werken aan een duurzame en toekomstbestendige herprogrammering van het gebied. In een andere sessie nam VNO-NCW de deelnemers tijdens een interactieve workshop mee om de ruimtelijke vraagstukken samen te bespreken en te behandelen.
De tekst gaat verder na de afbeelding.

Om alle opgaven een plek te geven op de Brabantse bedrijventerreinen is 1856 hectare extra ruimte nodig. En die is er niet, lijkt de simpele conclusie. Of toch? Rob Bogman liet zien dat er met een beetje goede wil echt veel mogelijk is. Bijvoorbeeld door extra verdiepingen toe te voegen op bestaande panden, door dezelfde ruimte intensiever te gebruikenof door bepaalde functies, zoals parkeren en een kantine, samen met andere bedrijven te organiseren. “Kritische factoren bij het creëren van extra ruimte zijn onder meer een goede basishouding, een realistisch tijdsperspectief, een goede organisatie van de samenwerking en betrokkenheid van de financiers.”
Erik Pols (Vellum) en Kevin Strijker (gemeente Meierijstad) namen de deelnemers mee in de weerbarstige praktijk achter de rapporten over Beter Benutten. Want vaak lijkt het op papier dat er veel mogelijk is, maar er zijn allerlei factoren die in de praktijk uitdagingen met zich mee brengen. Uiteraard moet je eerst een analyse doen van het bedrijventerrein in kwestie. En zorg als gemeente dat je wet- en regelgeving op orde is en dat omgevingsplannen actueel zijn. Maar weet dat bedrijventerreinen niet op zichzelf staan en dat er ook andere opgaven spelen. “En dat maakt het onwijs ingewikkeld”, vatte Strijker het compact samen. Het maken van een rapport is kortom een noodzakelijke stap, maar Beter Benutten blijft puzzelen.
Welke kansen liggen er op het gebied van energie?
Het woord ‘netcongestie’ noemen op het Grote Oogst Jaarevenement is als vloeken in de kerk: elke deelnemer heeft er wel mee te maken. Maar juist door het bespreekbaar te maken, kan er gezocht worden naar collectieve oplossingen. Maar ook zonder netcongestie is het voor ondernemers belangrijk om te blijven investeren in eigen opwek. Dat was de belangrijkste take-out van de kennissessie van Paul Stassen van BIPV.
Daarna gaven drie innovatieve startups uit de provincie Noord-Brabant in een korte pitch uitleg over hun innovatie. Arthur Scheffer van Adsensys vertelde hoe er door middel van een waterstofhub decentraal voorzien kan worden in de behoefte van groene waterstofproductie. Als EPC-contractor kan Adsensys een rol spelen in het versnellen van de energietransitie.
Thomas Stroes van Saltes liet zien op welke manier warmtebatterijen op gesmolten zout breed toepasbaar worden voor industriële elektrificatie. Energie wordt al op grote schaal via wind en zon opgewekt, voor de productie van warmte geldt dat dat vaak nog met fossiele brandstof gebeurt. De ThermalPod, de modulaire warmtebatterij, wordt op dit moment commercieel uitgerold.
Jeroen Althusius van Tibo Energy sloot de rij. Zijn bedrijf levert een Energy Management System, een softwarepakket waarmee je vraag en aanbod van energie optimaal op elkaar afstemt, bijvoorbeeld op een energiehub. Met vijf koplopers is in februari van dit jaar een energiehub gestart op het Kempisch Bedrijven Park. De grootste uitdaging? Stakeholdermanagement. Het thema van Energy Management Systems kwam ook terug in de kennissessie van Tom Selten van Zympler.
Keynote Olof van der Gaag lichtte energiekansen en –trends uit voor bedrijventerreinen, terwijl Grote Oogst-terrein Moleneind als voorbeeld werd gebruikt voor hoe een aantal energie-intensieve bedrijven samenwerken aan een ambitieuze transitie naar een gasloos bedrijventerrein.
Hoe organiseren we samen een duurzame toekomst?
Het tweede nieuwe thema is organisatiegraad. Dit thema is specifiek naar het Jaarevenement gehaald om ondernemers, parkmanagers én ambtenaren met elkaar in gesprek te laten gaan en te laten leren van elkaar over hoe vooral op de langere termijn zulke complexe vraagstukken samen aan te pakken. Dit kwam mooi terug in de eerste workshop van de dag op dit thema, waar Jos van Asten (NVvP), Ruben van Brenk (VNG) en Eric de Jong (Gemeente Waalwijk) samen met deelnemers een fictieve workshop aangrepen om samenwerking in de praktijk vorm te geven.
Praktijkvoorbeelden kwamen er genoeg aan bod tijdens te kennissessie van Ad van den Berg (PVB Nederland), Mirjam van Asten (RIVU) en Kyra Kasel (Ondernemersfonds Utrecht) over het verhogen van organiserend vermogen op bedrijventerreinen. Daarnaast nam Ruben van Brenk van VGN de deelnemers mee in praktische inzichten om nu al slimme stappen te zetten om te anticiperen op een duurzame toekomst.
En dan was er nog het Brabants Lagerhuisdebat. Er zijn tal van verschillen in het denken en doen tussen overheid en bedrijfsleven, toch staan ze samen aan de lat voor de verduurzaming van bedrijventerreinen. Onder leiding van Jeroen Bosma (PVB Nederland) doken de deelnemers in de rol van ondernemer of ambtenaar en bespraken prikkelende stellingen. Een fel en verhelderend debat volgde. Onder meer over de stelling: 'Transities op bedrijventerreinen verlopen te traag omdat ze elkaar niet weten te vinden'. Om verschillende redenen zijn beide groepen het eens. Ondernemers missen een duidelijk en stabiel kader voor langetermijnkeuzes en -investeringen. En een duidelijk portaal bij gemeenten of provincie voor informatie en begeleiding. Volgens de ambtenaren liggen de belangen vaak niet op één lijn en spreekt men elkaars taal nog onvoldoende. Stelling 2 leverde meer meningsverschillen op. Met de stelling 'Duurzame bedrijventerreinen worden vooral versneld door ondernemers - niet door beleid' zijn de ambtenaren het niet eens. Zonder beleid komt er geen actie en bovendien zorgt beleid voor het noodzakelijke level playing field. En men vindt dat veel ondernemers wel heel erg moeilijk in beweging te krijgen zijn, zeker als het het eigen belang overstijgt. Bosma sluit af met de oproep om in publiek-private samenwerking elkaar te blijven opzoeken en meters te maken, wat ook de hoofdboodschap was tijdens zijn keynote.
Hoe zorgen we samen voor economische meerwaarde van klimaatadaptatie?
Klimaatadaptatie is een groot thema in de verduurzaming van bedrijventerreinen. Maar voor veel ondernemers is het soms ook zoeken naar de economische meerwaarde om hierin te investeren. Gelukkig zijn er tal van voorbeelden waarbij klimaatadaptatieve investeringen direct of indirect werden terugverdiend, bleek uit de kennissessie ‘Het kan wel’ van Floris Boogaard (Hanze/Deltares) en Bart Bulter (Bulter Architecten).
Ook de risico’s van investeringen werden belicht, in de keynote van Rita de Graauw. Zij legde uit hoe Rabobank kijkt naar die risico’s en zoomde vooral in op hoe zij daarom de noodzaak zien om op tijd te handelen om risico’s te mitigeren. Ook Werklandschappen van de Toekomst was aanwezig om nog eens toe te lichten wat zij doen en hoe het Werklandschappen-label werkt, welke voordelen er te halen vallen, een toelichting op de zogeheten ‘digital twin’ en vooral om handelingsperspectief te bieden.
De tekst gaat verder na de afbeelding.

Steven Haarbosch van Orbis gaf ook een kennissessie. In 30 minuten nam hij de deelnemers mee door de Wegwijzer uit de REKS-pilot, opgesteld door Midpoint in samenwerking met gemeente Hilvarenbeek, Waalwijk en Gilze en Rijen. Op bedrijventerreinen in deze gemeenten zijn stappen gezet op het gebied van klimaatadaptatie, de geleerde lessen zijn vertaald naar de Wegwijzer. Haarbosch is van mening dat de term ‘vergroening’ toegankelijker is dan ‘klimaatadaptatie’ en dat je daardoor meer gedaan krijgt. Allereerst ging de zaal in gesprek over de stelling dat vergroening vooral een kostenpost is in plaats van een kans. De meesten beamen dat dit nog vaak wel zo wordt gezien. “Je wil inzicht krijgen in wat het oplevert”, was een van de reacties.
De Wegwijzer kan een flinke duw in de goede richting geven als je daadwerkelijk aan de slag wil. Er zijn vijf stappen:
- Op verkenningstocht
- Gewenst resultaat en koppelkansen
- Uitvoeringsplan
- Overtuigen en activeren van ondernemers
- Communicatie
De samenwerking met ondernemers ziet Haarbosch wel als grootste uitdaging, omdat zij niet altijd het belang zien van vergroening, weinig vertrouwen hebben in de gemeente en al druk genoeg zijn met ondernemen.
Circulaire economie: leer je buren kennen!
Een onderwerp dat misschien wel het meest gebaat is bij samenwerken, is circulaire economie. Want welke concrete stappen hebben we nodig om circulariteit op bedrijventerreinen (verder) te stimuleren? Die vraag stond centraal tijdens het circulaire debat, geleid door Immanuel Geesing (InduSym), Martijn Tak (Ministerie IenW) en Geerten Kamerling (Gemeente Eindhoven).
In de twee kennissessies daarna namen twee ministeries het woord. Martijn Tak (Ministerie Infrastructuur en Waterstaat) lichtte het Nationaal Programma Circulaire Economie 2025 toe, terwijl Anja Steentjes (Ministerie van Economische Zaken) deelnemers meenam in een onderzoek naar de impact van circulaire economie op de ruimtevraag op bedrijventerreinen. Lessen uit de praktijk voor gemeenten en parkmanagement werden dan weer behandeld in een workshop door Indusym.
Waarom het wiel opnieuw uitvinden als er al goede voorbeelden zijn? Chris Krabben en Lars ten Dolle van REIN Community namen hun ervaringen uit de Achterhoek en Overijssel mee naar Brabant. Hun aanpak werkt, toonden ze aan. Door op bedrijventerreinen in kaart te brengen hoe de afval- en reststromen eruitzien en die te bundelen wordt het mogelijk om minder vervoersbewegingen te creëren. Voor de afvalverwerkers zelf is dat niet heel aantrekkelijk, maar dat is onderdeel van de transitie, menen Krabben en Ten Dolle. Een van de cruciale factoren is om je buren op het bedrijventerrein te leren kennen. Dan lukt het beter om samen op te trekken.
Panelgesprek met drie gedeputeerden
Het afsluitende panelgesprek in de plenaire zaal bood de gedeputeerden Bas Maas, Saskia Boelema en Stijn Smeulders de gelegenheid om met deelnemers in gesprek te gaan. Aan bod kwamen onder meer het eerlijke verhaal over de netcongestie (versnelling is lastig, maar we blijven de pijplijn vullen en keihard werken aan uitbreiding van het net), de hindernissen rond de realisatie van energiehubs en de belangenafweging binnen het Grote Oogst-programma tussen energietransitie, die op korte termijn noodzakelijk is en (financieel) voordeel oplevert, versus de klimaatadaptatie die juist voor de langere termijn in potentie net zo uitdagend kan worden als de netcongestie nu.
Het laatste woord was aan dagvoorzitter Jacqueline Kerkhof, die op geheel eigen wijze muzikaal afsloot. De conclusie: De Grote Oogst moet het gaan doen. De zachte g is ook van groen!
Foto's en presentaties terugkijken
Benieuwd naar een sfeerimpressie van de dag? Bekijk dan het album met alle foto's terug. De presentaties van de dag kan je terugvinden op deze pagina.
Over Grote Oogst
Duurzame bedrijventerreinen zijn een belangrijke voorwaarde voor een toekomstbestendige economie en een goed en gezond woon- en vestigingsklimaat. Daarnaast kan de verduurzaming van bedrijventerreinen een substantiële bijdrage leveren aan onder andere de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie. Uiteindelijk draagt dat bij aan een van de belangrijke Brabantse doelen: brede welvaart voor alle Brabanders. Met de aanpak Grote Oogst werkt de provincie aan structurele samenwerkingen op twaalf terreinen met concrete plannen van aanpak om de bedrijventerreinen samen met partners te verduurzamen en vergroenen.
Contact
Heb je vragen? Neem dan per e-mail contact met ons op.