Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op artikel D.2, eerste lid, van de Collectieve
Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; Gezien de instemming van de ondernemingsraad
d.d. 1 oktober 2009; Overwegende dat Gedeputeerde Staten de werktijden van haar werknemers
nader wenst te regelen en daartoe de Werktijdenregeling Provincie Noord-Brabant 1993,
laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 juli 2000, hebben vastgesteld; Overwegende
dat de Werktijdenregeling Provincie Noord-Brabant 1993 niet meer aansluit bij de provinciale
organisatie en Gedeputeerde Staten derhalve voornemens zijn de huidige regeling te
wijzigen; Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij deze wijziging streven naar een
flexibele regeling, waarbij de individuele werkafspraken tussen de werknemer en de
leidinggevende de basis vormen, maar waarbij het concernbelang en een goede bezetting
bij de verschillende organisatie-onderdelen geborgd dient te blijven; Overwegende
dat Gedeputeerde Staten vanwege de omvang van de wijzigingen een geheel nieuwe regeling
wensen vast te stellen; Besluiten vast te stellen de volgende regeling
Algemeen
Deze regeling gaat uit van een aantal nieuwe uitgangspunten:
- a.
niet de vakantie-uren worden geregistreerd, maar de werkuren;
- b.
aan het begin van het jaar wordt gestart met een saldo aan uren, die gedurende het
jaar gewerkt dienen te worden;
- c.
de verlofkaart en de prikklokkaart worden afgeschaft en vervangen door een persoonlijk
rooster met een systeem dat faciliteert en alle werknemers uitermate intelligent ondersteunt.
- d.
basis voor de regeling vormen de werkafspraken tussen de werknemer en de leidinggevende
met als randvoorwaarden flexibiliteit en bedrijfsvoering (hoeveel vakantie willen
werknemers hebben en wanneer? hoeveel uur willen werknemers gemiddeld per week werken?
waar zitten door het jaar de pieken in het werkaanbod en hoeveel en welke werknemers
zijn dan nodig? welke specifieke eisen zijn er aan de aanwezigheid van een werknemer
te stellen?);
- e.
de regeling gaat om verantwoordelijkheid hebben, nemen en voelen, waarbij identificatie
met de organisatie van belang is, zeker op het vlak van het behalen van de doelen
daarvan;
- f.
integriteit vormt ook een basis, waarbij er naar gestreeft wordt boven de basisnormen
te werken.
Doel van de regeling is dat bij het inrichten van de werktijden meer evenwicht ontstaat.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingen
Onderdeel d De CAP berekent de arbeidsduur als volgt: het aantal kalenderdagen per jaar, verminderd
met het aantal zaterdagen en zondagen en niet op zaterdag of zondag vallende feestdagen
vermenigvuldigd met 7,2 uur per dag.
Artikel 2 Vaststellen netto arbeidsuren per jaar
Bij het bepalen van de arbeidsuren voor een kalenderjaar worden ook de afspraken betrokken
die de werknemer met de leidinggevende heeft gemaakt op grond van de individuele mogelijkheden
arbeidsvoorwaarden (IKAP) als bedoeld in artikel F.14 CAP over meer of minder werken
en afspraken over bijvoorbeeld ouderschapsverlof.
Artikel 3 Inroosteren van werktijden
De medewerker maakt voor een kalenderjaar een werkrooster, zo mogelijk voor het gehele
kalenderjaar. Het werkrooster komt tot stand op basis van de werkafspraken tussen
de werknemer en leidinggevende. Indien de door de werknemer voorgestelde werktijden
niet passen binnen de bedrijfsvoering en er geen nadere overeenstemming bereikt wordt,
is het uiteindelijk aan de leidinggevende om bij het vaststellen van het werkrooster
een definitief besluit te nemen.
Artikel 6 Intrekking
Ook de interne werkafspraken omtrent de alternatieve financiering van de oude seniorenregeling,
vormgegeven door het inleveren van 96 punten van de prikklokkaart of 8 uur verlof
of ATV komen te vervallen. Dit geldt ook voor de afspraken omtrent toekenning van
onbetaald verlof tijdens schoolvakanties.
Artikel 7 Overgangsrecht
Eerste lidDe Werktijdregeling provincie Noord-Brabant 1993, laatstelijk gewijzigd bij besluit
van 18 juli 2000, bevat in artikel 3, eerste lid voor medewerker van 60 jaar en ouder
met een volledige werktijd de mogelijkheid van een werktijdvermindering van een half
uur per dag (6,7 in plaats van 7,2 uur). Op grond van artikel 7, eerste lid, blijft
deze mogelijkheid bestaan voor degenen die reeds van deze mogelijkheid gebruik maken,
alsmede voor degenen die uiterlijk op 1 januari 2010 hiervan gebruik hadden kunnen
maken.
Tweede lidDe regeling werktijdvermindering alleenstaande oudere werknemers 1993 biedt de mogelijkheid
van vermindering van de werktijd met behoud van volledig salaris aan alleenstaande
medewerkers die 50 jaar en ouder zijn. Op grond van artikel 7, tweede lid, blijft
deze mogelijkheid bestaan voor degenen die reeds van deze mogelijkheid gebruik maken,
alsmede voor degenen die uiterlijk op 1 januari 2010 hiervan gebruik hadden kunnen
maken.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
|
de secretaris
|
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
|
drs. W.G.H.M. Rutten
|