Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 152 van de Provinciewet;
Gelet op artikel 2 en 5 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat het doel van een Depot Bodemvondsten het duurzaam behoud van informatie
van archeologische monumenten ex situ behelst, ten behoeve van toekomstig onderzoek
en ten behoeve van beleving van het cultureel erfgoed door middel van het bewaren
en beheren van archeologische objecten en bijbehorende originele documentatie, op
zodanige wijze dat de conditie van het materiaal zo stabiel mogelijk blijft;
Overwegende dat de bewaar- en ontsluitingsfunctie van een Depot Bodemvondsten jegens
de wetenschappelijk onderzoeker, de amateurarcheoloog of het publiek inhoudelijk goed
tot zijn recht moet komen;
Overwegende dat het Rijk heeft laten weten dat een besluit van ons om een bestaand
gemeentelijk depot niet aan te wijzen als onderdeel van de totale provinciale depotcapaciteit
alleen kan worden genomen als daartoe zwaarwegende redenen zijn;
Overwegende dat een goed functionerend Depot Bodemvondsten een zekere schaal vraagt,
zowel qua menskracht als qua fysieke omstandigheden, beveiliging en toegankelijkheid;
Overwegende dat een versnippering van opgravingscomplexen voorkomen dient te worden;
Overwegende dat bij grote gemeenten, met archeologische diensten met een lange staat
van dienst, de wens leeft een eigen Depot Bodemvondsten aan te houden en de gemeentelijke
archeologie haar belangrijke rol op het gebied van archeologische vrijwilligers en
erfgoededucatie kan blijven vervullen;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Innovatie Gemeentelijke
Depots Bodemvondsten Noord-Brabant 2009-2011.