Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 81 van de Provinciewet;
Gelet op artikel 10.1 lid 1b en artikel 11.7 lid 1b van de subsidieregeling Plattelandsontwikkeling
2008 van de provincie Noord-Brabant;
Overwegende:
Dat de Raad van de Europese Unie op 20 september 2005 Verordening (EG) nr. 1698/2005
inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling
heeft vastgesteld;
Dat het volgens artikel 61 'omschrijving van de LEADER-aanpak' van deze verordening
de LEADER-aanpak ten minste de volgende elementen bevat:
a) gebiedsgerichte plaatselijke ontwikkelingsstrategieën voor welomschreven subregionale
plattelandsgebieden;
b) een plaatselijk publiek-privaat partnerschap ("Plaatselijke Groep");
c) een aanpak van onderop met beslissingsbevoegdheid voor een Plaatselijke Groep wat
de uitwerking en de uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën betreft;
Dat het voor de uitvoering van de nadere regeling Plattelandsontwikkeling 2008 wenselijk
is een nadere regeling vast stellen voor de instelling van deze Plaatselijke Groepen
als formeel adviesorgaan van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Besluiten vast te stellen de volgende nadere regels: