Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling klimaatadaptieprojecten Noord-Brabant
I. Algemeen deel
Achtergrond
In 2018 hebben de provincies, het Rijk, de gemeenten en de waterschappen gezamenlijk
het Deltaplan ruimtelijke adaptatie opgesteld, als onderdeel van het Deltaprogramma
2018. Daarbij zijn ‘werkregio’s klimaatadaptatie’ geformeerd die de taak hebben om
uitvoeringsagenda’s op te stellen waarin concrete maatregelen zijn opgenomen die in
het kader van klimaatadaptie genomen zullen moeten worden.
Vanuit de provincie zijn de afgelopen jaren gemeentelijke klimaatstresstesten en risicodialogen
gesubsidieerd. Ook zijn er in 2019 als pilot gemeentelijke uitvoeringsprojecten op
het gebied van klimaatadaptatie gesubsidieerd.
Via deze bijdrageregeling willen Gedeputeerde Staten de Brabantse werkregio’s voor
klimaatadaptatie in staat stellen om in aanvulling op de Tijdelijke impulsregeling
klimaatadaptatie 2021-2027 van het Rijk, een verdiepende slag te maken, al naar gelang
de behoefte per werkregio. De uitvoeringsagenda’s van de werkregio’s zijn hierbij
leidend.
Juridisch kader
Deze bijdrageregeling is vastgesteld op grond van de Abv. Dit betekent dat een aantal
aspecten van de verstrekking van de bijdrage niet in de bijdrageregeling zijn vastgelegd,
maar in de Abv. In de Abv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde
Staten en welke algemene verplichtingen gelden voor de bijdrageontvanger, zoals de
meldingsplicht. Voor een goed begrip van deze bijdrageregeling is dus tevens bestudering
van de Abv noodzakelijk.
II. Artikelsgewijs deel
Artikel 2 Doelgroep
Deze bijdrageregeling richt zich op de werkregio’s zoals die zijn gedefinieerd in
het Deltaplan ruimtelijke adaptatie (https://klimaatadaptatienederland.nl/overheden/deltaplan-ra/). In bijlage 1 bij de regeling zijn de Brabantse werkregio’s vermeld en staat aangegeven
welke decentrale overheden daarvan deel uitmaken.
Artikel 3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
De projecten waarvoor een bijdrage wordt verstrekt omvatten klimaatadaptatiemaatregelen.
Zowel fysieke maatregelen als andersoortige activiteiten (waaronder bijvoorbeeld bewustwordingsprojecten)
komen voor een bijdrage in aanmerking.
Artikel 4 Weigeringsgronden
De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit
artikel 6 van de Abv.
Artikel 5 Vereisten voor een bijdrage
Onder b
Het project dient een gemeenteoverstijgend karakter hebben. Dat betekent dat projecten
die een zuiver lokaal effect hebben, niet voor een bijdrage in aanmerking komen. De
projecten moeten een voldoende breed effect hebben waar de gehele werkregio van kan
profiteren. Zo zal een project dat uitsluitend voorziet in de afkoppeling van regenwater
van de riolering, een onvoldoende bovenlokaal karakter hebben.
Onder c
Stakeholders die relevant zijn voor de uitvoering van het project (bewoners, bedrijven,
lokale organisaties) moeten actief worden betrokken bij het betreffende project. Dit
kan zijn door middel van het meedenken over het ontwerp van de maatregelen of door
het bijdragen aan voorbereiding of uitvoering van de maatregelen. In het projectplan
zal de aanvrager uiteen moeten zetten op welke wijze de stakeholders zullen worden
betrokken bij het project (zie onderdeel f, onder 4º).
Onder d
In de Visie klimaatadaptatie van de provincie Noord-Brabant zijn vijf principes opgenomen
waar een robuust watersysteem aan moet voldoen. Het project dient te voldoen aan elk
van deze principes voor zover deze relevant zijn voor het type project waarvoor een
bijdrage wordt gevraagd.
Onder e
Op grond van het Deltaplan ruimtelijke adaptatie zijn de werkregio’s aangewezen om
werkregionale uitvoeringsagenda’s op te stellen die tezamen de ‘Uitvoeringsagenda
Zuid-Nederland’ vormen. Deze uitvoeringsagenda’s bevatten een opsomming van de maatregelen
die in het kader van klimaatadaptatie genomen zullen worden. Voor het verkrijgen van
een bijdrage is vereist dat de maatregelen in het project zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda
van de werkregio die de bijdrage aanvraagt.
Artikel 7 Kosten die niet voor een bijdrage in aanmerking komen
Dit artikel omschrijft de kosten waar zonder meer niet aan wordt bijgedragen.
Onder c
Alleen de kosten die een rechtstreeks verband hebben met de doelstelling van klimaatadaptatie
komen voor een bijdrage in aanmerking. Dat betekent dat als de kosten voor de adaptatiemaatregelen
als een afzonderlijke investering kunnen worden vastgesteld (omdat de kosten gemakkelijk
te onderscheiden zijn van de andere investeringen), deze in zijn geheel voor een bijdrage
in aanmerking komen. Als het niet mogelijk is de kosten te scheiden, dan moeten de
investeringskosten vergeleken worden met de kosten van een investering waarbij geen
of een minder grote bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van klimaatadaptatie.
Het verschil tussen die kosten komt in dat geval voor een bijdrage in aanmerking.
Onder e
Kosten voor regulier of achterstallig onderhoud komen niet voor een bijdrage in aanmerking.
Daarbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld het vergroten van de capaciteit van een
riolering, het baggeren van vaarten, sloten of andere wateren en aan regulier groenonderhoud,
zoals het vervangen of onderhoud van laanstructuren.
Onder f
Met de bijdrage kan een werkregio geen subsidies verstrekken aan bewoners, bedrijven
of andere organisaties.
Artikel 9 Bijdrageplafond
Het plafond voor de eerste openstelling (tot eind augustus 2022) is vastgesteld op
€ 3.000.000. Het resterende bedrag dat is gereserveerd voor klimaatadaptatieprojecten
(eveneens € 3.000.000), zal op een later tijdstip worden opengesteld.
Artikel 11 Verdelingswijze
In bijlage 1 zijn de maximumbedragen per werkregio opgenomen die gelden voor alle
projecten waaraan gedurende de looptijd van deze bijdrageregeling door de provincie
wordt bijgedragen. Deze maximumbedragen per werkregio zijn gebaseerd op het inwoneraantal
en de oppervlakte van de betreffende regio’s.
Artikel 12 Verplichtingen van de bijdrageontvanger
Eerste lid, onder a
Het project dient voor 1 januari 2028 te zijn afgerond. Als het project nog niet geheel
is afgerond, wordt de bijdrage vastgesteld op basis van de prestaties die tot aan
die datum zijn geleverd. Kosten die na genoemde datum vallen, komen niet voor vergoeding
in aanmerking.
Eerste lid, onder c en d
De bijdrageontvanger wordt verplicht mee te werken aan een brede verspreiding van
de resultaten van het klimaatadaptatieproject, o.a. door publicatie van die resultaten
op het Brabants klimaatadaptatieportaal en op gemeentelijke of regionale websites.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
mr. I.R. Adema
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA