Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 10 oktober 2017 het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende
Maatregelen Transitie Veehouderij hebben vastgesteld, dat gericht is op een verdere
ontwikkeling van de veehouderij naar een duurzame en rendabele sector;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe onder meer een paragraaf hebben opgenomen
in de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant om de doorontwikkeling
naar natuurinclusieve landbouw te stimuleren, door veehouders in staat te stellen
realistische businessplannen op te stellen om een meer natuurinclusieve manier van
ondernemen mogelijk te maken;
Overwegende dat natuurinclusieve landbouw vaak alleen mogelijk is met behulp van extensivering
en het doen van investeringen; dat om die reden een veehouder dient te beschikken
over voldoende middelen om de doorontwikkeling of omschakeling naar een natuurinclusieve
onderneming mogelijk te maken en Gedeputeerde Staten het daartoe wenselijk achten
een beleidsregel vast te stellen omtrent de aankoop, het in erfpacht geven en de verkoop
van landbouwgrond door de provincie Noord-Brabant;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Bijlage 2 als bedoeld in artikel 5 van de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw
Noord-Brabant
Model erfpachtovereenkomst
OVEREENKOMST TOT VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT
DE ONDERGETEKENDEN:
- 1.
………………., statutair gevestigd ………… en kantoorhoudende te ……….., ………… .., ingeschreven
in het handelsregister onder nummer …………., ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd
door …………, ………………., geboren op …………… te ………….., en ……………….., geboren op ………….. te
……, hierna te noemen: “(de) Erfpachter”
En
- 2.
De publiekrechtelijke rechtspersoon, de provincie Noord-Brabant, ten deze op grond
van het Besluit Catalogus operationele bevoegdheden en mandaatlijsten personele aangelegenheden
d.d. 18 juni 2018, in werking getreden per 1 juli 2018, rechtsgeldig vertegenwoordigd
door ir. M.C. Visser, domicilie kiezende op het Provinciehuis, Brabantlaan 1, (5216
TV) 's‑Hertogenbosch, ten deze handelende voor en namens de provincie Noord-Brabant:
"(de) Provincie”
De ondergetekenden onder 1 en 2 hierna tezamen te noemen: “(de) Partijen”
IN OVERWEGING NEMENDE DAT:
- a.
De Provincie in het kader van de verduurzaming van de landbouw de ‘beleidsregel grond
voor natuurinclusieve landbouw’ heeft opgesteld;
- b.
De Provincie in deze beleidsregel aangeeft door haar aangekochte landbouwgronden voor
26 jaar in erfpacht uit te geven aan agrarische ondernemers, die voldoen aan de voorwaarden
van de onder a vermelde beleidsregel;
- c.
De provincie eigenaar is van (een) perce(e)l(en) kadastraal bekend gemeente…, sectie
.. , nummer ….
- d.
De provincie de(het) onder c vermelde perce(e)l(en) in erfpacht uit wil geven aan
Erfpachter.
- e.
Partijen de rechten en plichten van een het recht van erfpacht van het onder c bedoelde
perce(e)l(en) in onderhavige overeenkomst hebben vastgelegd.
VERKLAREN HET NAVOLGENDE OVEREEN TE KOMEN:
Artikel 1. Het Terrein
- 1.
Partijen verklaren een overeenkomst aan te gaan, op grond waarvan de Provincie in
erfpacht aan de Erfpachter uitgeeft, die zulks aanvaardt, het/de registergoed(eren),
zoals hieronder nader omschreven en met arcering aangegeven op de door Partijen gewaarmerkte
situatietekening, die als bijlage 1 is aangehecht, betreffende (een) perce(e)l(en)
cultuurgrond, gelegen aan de …….. te …….., hierna (tezamen) te noemen: “het Terrein”.
Kadastrale omschrijving van het
perceel waarop het recht van
erfpacht zal worden gevestigd
|
Grootte van het
perceel
|
Grootte van het
gedeelte van het
perceel waarop het
recht van erfpacht zal
worden gevestigd (circa)
|
gemeente
|
sectie
|
nummer
|
ha
|
a
|
ca
|
ha
|
a
|
ca
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
-
- 2.
De Provincie verklaart, voor zover nodig, onherroepelijk volmacht te geven aan de
notaris, alwaar de uitgifte in erfpacht van het Terrein plaats zal vinden, om ten
behoeve van de akte van uitgifte in erfpacht van het Terrein, een splitsingsverzoek
middels de Splitsapplicatie bij het Kadaster in te dienen in het kader van het vormen
van nieuwe percelen met een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte. Deze volmacht
geschiedt met de macht van substitutie. Alle kosten die het Kadaster in rekening brengt,
waaronder mede begrepen de kosten voor het splitsingsverzoek en de verificatiemeting,
komen voor rekening van de provincie.
- 3.
Op deze overeenkomst zijn de bepalingen, zoals opgenomen in de artikelen 5:85 tot
en met 5:100 van het Burgerlijk Wetboek, van toepassing, voor zover daarvan in deze
overeenkomst niet wordt afgeweken.
Artikel 2. Duur van erfpacht
Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor een aaneengesloten periode van 26 jaren,
ingaande op [*] en mitsdien eindigende op [*].
Artikel 3. Canon
- 1.
De canon die de Erfpachter aan de Provincie verschuldigd is wegens de erfpacht van
het Terrein bedraagt € ……. (zegge: …………………euro) per hectare per jaar, derhalve in
totaal € …………… (zegge: ……………………. euro) te voldoen bij vooruitbetaling in jaarlijkse
termijnen, vervallende per 1 januari van ieder jaar.
- 2.
Over de canon is geen omzetbelasting verschuldigd.
- 3.
De Erfpachter dient de canon voor het eerst te voldoen bij gelegenheid van ondertekening
van de notariële akte die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst zal worden
opgemaakt, betrekking hebbende op de periode van [*] tot en met [*].
- 4.
Indien betaling van een canontermijn niet op de vervaldag als bedoeld in lid 1 van
dit artikel heeft plaatsgehad is de Erfpachter zonder nadere ingebrekestelling, aanmaning,
bevel of soortgelijke daad van rechtsopvolging in verzuim en wordt het verschuldigde
verhoogd met de wettelijke rente voor niet-handelstransacties naar rato van de tijdsduur
van het verzuim.
Artikel 4. Canon indexering
- 1.
De canon wordt 1 januari van ieder jaar aangepast aan de hand van de ontwikkeling
van de consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens, zoals door het Centraal
Bureau voor de Statistiek vastgesteld, of indien deze index niet meer bestaat, door
middel van/aan de hand van de index die de oude index het meest benadert. Deze aanpassing
geschiedt op basis van de formule:
C(n) = (A:B) x C(o)
In deze formule is:
C(n): de nieuwe canon;
A: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan de ingangsdatum van de canonaanpassing;
B: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar bedoeld onder A;
C(o): de oude, aan te passen canon.
- 2.
De eerste jaarlijkse canon aanpassing vindt plaats op [*].
- 3.
De geïndexeerde canon is ook verschuldigd wanneer door de Provincie geen afzonderlijke
schriftelijke mededeling van deze aanpassing wordt gedaan aan de Erfpachter, doch
zal nimmer lager dan de aanvangscanon, als bedoeld in artikel 3 lid 1, kunnen zijn.
- 4.
De indexering van de canon is ook van overeenkomstige toepassing op een krachtens
artikel 5 herziene canon, met ingang van het jaar volgend op het jaar waarop de herziening
voor het eerst geldt.
Artikel 5. Periodieke canonherziening
- 1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 kan de canon op verzoek van de Provincie telkens
na verloop van vijf erfpachtsjaren, voor het eerst op [*], worden herzien in verband
met fluctuaties in de waarde van onroerende zaken. Hierbij zal rekening worden gehouden
met de marktconformiteit van de canon, mede in het licht van het opbrengend vermogen
van het Terrein.
- 2.
De herziene canon is verschuldigd met ingang van de dag, waarop de vermelde termijn
van vijf jaren is verlopen.
- 3.
De Provincie geeft de Erfpachter per aangetekende brief kennis van het voornemen
tot herziening van de canon.
- 4.
De Erfpachter deelt de Provincie binnen zes weken na de datum van de in lid 3 bedoelde
brief per aangetekende brief mee of hij instemt met het voorstel.
- 5.
Wanneer uit de brief, als bedoeld in lid 4, blijkt dat de Erfpachter niet instemt
met het voorstel, of wanneer de Erfpachter die brief niet of niet bijtijds verzendt,
zal de herziene canon worden vastgesteld door drie onafhankelijke deskundigen. Elk
van de Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als
voorzitter zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt
verkregen, benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het
Terrein is gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige.
- 6.
Het door de in lid 5 bedoelde deskundigen uitgebrachte advies is bindend voor Partijen.
De kosten van de deskundigen zullen door elk van Partijen voor de helft worden gedragen.
Artikel 6. Verlenging
Tot uiterlijk één jaar voor afloop van de overeengekomen duur van het erfpacht, als
bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst, kunnen Partijen met elkaar in overleg
treden omtrent een eventuele verlenging en de daarbij te stellen voorwaarden. Aan
het gestelde in dit artikel kan door geen van de Partijen een recht van continuatie
van het erfpachtrecht worden ontleend. Zowel de Erfpachter als de Provincie kan zonder
opgaaf van redenen weigeren medewerking te verlenen aan een door de wederpartij gewenste
verlenging.
Artikel 7. Einde en opzegging
- 1.
De erfpacht eindigt door het verstrijken van de duur, als overeengekomen in artikel
2 van deze overeenkomst. Wanneer de Erfpachter het Terrein niet op dat tijdstip heeft
ontruimd, blijft het recht van erfpacht doorlopen, tenzij de Provincie uiterlijk zes
maanden na dat tijdstip doet blijken, dat zij het recht van erfpacht als geëindigd
beschouwt. De Provincie en de Erfpachter kunnen het aldus verlengde recht van erfpacht
opzeggen bij exploot, tenminste één jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd.
- 2.
Nadat het recht van erfpacht op het in artikel 2 genoemde tijdstip is geëindigd,
kan de Provincie besluiten om met Erfpachter onder nader overeen te komen condities
een nieuwe overeenkomst van erfpacht te sluiten.
- 3.
Ingevolge het in artikel 5:87 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan het
erfpachtrecht door de Provincie worden opgezegd indien de Erfpachter in verzuim is
de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet
in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Onder ‘in ernstige mate tekortschieten
in de nakoming van zijn andere verplichtingen’ zoals hiervoor vermeld dient in ieder
geval te worden begrepen: het niet voldoen aan de in artikel 12 en 13 van deze overeenkomst
omschreven verplichtingen, die gelijktijdig met de notariële akte tot uitgifte in
erfpacht als kwalitatieve verplichting/kettingbeding zullen worden vastgelegd. De
opzegging geschiedt bij exploot en tenminste een maand voor het tijdstip waartegen
wordt opgezegd. Deze opzegging moet tevens op straffe van nietigheid binnen acht dagen
worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht
in de openbare registers staan ingeschreven.
- 4.
Ingevolge het in artikel 5:97 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan de rechter,
indien 25 jaren na de vestiging van de erfpacht zijn verlopen, op vordering van de
Provincie of Erfpachter de erfpacht wijzigen of opheffen op grond van onvoorziene
omstandigheden, die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
ongewijzigde instandhouding van de akte van vestiging niet van de Provincie of de
Erfpachter kan worden gevergd.
- 5.
Het recht van erfpacht kan tussentijds door de Provincie worden opgezegd:
- a.
indien de Erfpachter in staat van faillissement wordt verklaard of;
- b.
indien de rechtspersoon van de Erfpachter, om welke reden dan ook, wordt ontbonden.
- 6.
De opzegging als bedoeld in lid 1 en lid 5 van dit artikel vindt plaats, overeenkomstig
het bepaalde in artikel 5:88 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, derhalve bij exploot
en ten minste één jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd.
Artikel 8. Bodemverontreiniging
- 1.
De Provincie verklaart niet bekend te zijn met feiten, onder meer op grond van eigen
deskundigheid en het gebezigde gebruik van het Terrein, die erop wijzen dat het Terrein
enige bodemverontreiniging bevat die kan leiden tot een verplichting tot sanering
van het Terrein dan wel tot het (laten) nemen van andere maatregelen.
- 2.
Voor zover aan de Provincie bekend:
- a.
is met betrekking tot het Terrein door de daartoe bevoegde instanties nooit een aanwijzing
voor een verkennend onderzoek naar verontreiniging uitgebracht;
- b.
zijn krachtens de Wet bodembescherming tot op heden ten aanzien van het Terrein door
de daartoe bevoegde instanties geen beschikkingen of bevelen uitgevaardigd.
- 3.
Partijen komen overeen dat geen opdracht wordt gegeven tot het uit laten voeren van
een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek
NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, van het Terrein en gaan ervan
uit dat de grond en/of het grondwater van het Terrein niet verontreinigd is. De Erfpachter
vrijwaart de Provincie na de vestiging van het recht van erfpacht voor alle hiermee
samenhangende gevolgen, hoe dan ook genaamd. Het risico van verontreiniging die de
beoogde gebruiksfunctie van het Terrein beperkt, is alsdan voor de Erfpachter.
- 4.
Bij gelegenheid van het einde van het recht van erfpacht, als bedoeld in artikel
7 van deze overeenkomst, is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een verkennend
bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek,
gebaseerd op de NEN 5707, uit te laten voeren. Indien uit het verkennend bodemonderzoek
blijkt dat er sprake is of kan zijn van bodem- en/of asbestverontreiniging, dan is
de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een nader onderzoek in te stellen.
- 5.
Voor rekening en risico van de Erfpachter komen de (gevolgen van) verontreinigingen
van de grond en/of het grondwater van het Terrein.
- 6.
Van bodem- en/of asbestverontreiniging is sprake indien zich op en/of in de grond
en/of het grondwater van het Terrein hogere concentraties van schadelijke stoffen
bevinden dan de streefwaarde van de bij de Wet bodembescherming behorende uitvoeringsregelingen
dan wel daarvoor in de plaats tredende algemeen gangbare kwaliteitseisen of op grond
van natuurlijk voorkomen is te verwachten.
- 7.
Onder verontreiniging wordt niet verstaan:
- -
de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden;
- -
stobben van bomen en/of struiken;
- -
funderings- en puinresten die geen asbest of andere schadelijke stoffen bevatten.
Artikel 9. Wijziging, vervreemding en verhuur
Het is de Erfpachter niet geoorloofd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming,
welke de Provincie kan onthouden en waaraan de Provincie (financiële) voorwaarden
kan verbinden, van de Provincie:
- a.
het erfpachtrecht geheel of ten dele te vervreemden, waaronder begrepen de inbreng
van het recht in een rechtspersoon of samenwerkingsverband;
- b.
het erfpachtrecht geheel of ten dele te verhuren, te verpachten of in ondererfpacht
uit te geven of anderszins onder welke titel ook, geheel of gedeeltelijk aan derden
in gebruik te geven;
- c.
het erfpachtrecht geheel of ten dele te splitsen;
- d.
het recht van erfpacht of enig deel daarvan met hypotheek of enig ander zakelijk recht
te bezwaren;
- e.
op of aan het Terrein werkzaamheden of handelingen te verrichten of na te laten dan
wel activiteiten of een bedrijf uit te oefenen, waardoor gevaar, schade of hinder,
dan wel aantasting van de volksgezondheid en/of het milieu – waaronder die van de
bodem – wordt veroorzaakt;
- f.
afstand te doen van het erfpachtrecht en/of het erfpachtrecht (tussentijds) op te
zeggen;
- g.
de bestemming van het Terrein te wijzigen;
- h.
overeenkomsten aan te gaan, die het gangbare gebruik en/of de waarde van het erfpachtrecht
dan wel het Terrein negatief beïnvloeden;
- i.
in het gebruik van het Terrein, zoals omschreven in artikel 12 van deze overeenkomst,
een wijziging aan te brengen;
- j.
gebouwen, werken en/of beplantingen op het Terrein op te richten;
- k.
te handelen in strijd met nu of te enigertijd geldende vergunningen of -voorschriften.
Artikel 10. Voorkeursrecht tot koop
- 1.
De Provincie verleent aan de Erfpachter een voorkeursrecht tot koop van het blote
eigendom van het Terrein. Indien de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel
of gedeeltelijk wenst te vervreemden, dient zij de Erfpachter daarvan in kennis te
stellen door middel van een aangetekend schrijven. Voormeld voorkeursrecht is niet
van toepassing ingeval de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel of gedeeltelijk
wenst te vervreemden aan een ander publiekrechtelijk lichaam dan wel …………………………..
die de intenties van de verduurzaming van de landbouw zoals opgenomen in de ‘beleidsregel
grond voor natuurinclusieve landbouw’ op het Terrein nastreeft.
- 2.
Het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, eindigt
op het moment dat de erfpachtovereenkomst eindigt. Indien de Provincie besluit tot
verkoop over te gaan dan dient zij de Erfpachter daarvan binnen 6 maanden voor het
einde van onderhavige erfpachtovereenkomst in kennis te stellen.
- 3.
Indien de Provincie het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van
dit artikel, passeert, verbeurt de Provincie ten behoeve van de Erfpachter een direct
opeisbare boete van € ……. (zegge: ……. euro), zonder dat daartoe enige ingebrekestelling
nodig is. Deze boete laat onverlet het recht van de Erfpachter op vergoeding van de
door haar geleden en/of te lijden schade en interesten. De boete zal jaarlijks worden
geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens
(2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt
gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude
index het meest benadert.
- 4.
De Erfpachter dient binnen zes weken na ontvangst van het aangetekend schrijven, zoals
bedoeld in lid 1 van dit artikel, aan de Provincie te kennen te geven of hij van zijn
voorkeursrecht gebruik wil maken.
- 5.
Indien de Erfpachter van zijn voorkeursrecht gebruik wil maken, wordt de koopsom
getaxeerd door de door de Provincie aangewezen onafhankelijke erkende taxateur. Indien
Partijen over de hoogte van de koopsom geen overeenstemming bereiken, zal de waarde
van het blote eigendom tegen de alsdan geldende marktwaarde door maximaal drie onafhankelijke
erkende taxateurs (deskundige) worden vastgesteld. Elk van de Partijen benoemt een
deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als voorzitter zal fungeren.
Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt verkregen, benoemt een rechter
van de Rechtbank van het arrondissement waarin het Terrein is gelegen, op verzoek
van de meest gerede partij, de derde deskundige. Het waardeoordeel van deze commissie
is voor Partijen bindend. De kosten van deze deskundigen komen evenredig voor rekening
van Partijen. Het als zodanig uitgebrachte rapport dient door de deskundigen ten spoedigste
aan de betrokken Partijen ter hand te worden gesteld door middel van een aangetekend
schrijven met bericht van ontvangst. Na ontvangst daarvan hebben zowel de Erfpachter
als de Provincie één maand bedenktijd. Zowel de Erfpachter als de Provincie dienen
binnen deze maand bedenktijd aan de wederpartij, door middel van een aangetekend schrijven
met bericht van ontvangst, te kennen te geven of zij willen verkopen respectievelijk
kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs.
- 6.
Indien erfpachter overgaat tot aankoop zijn Partijen gebonden aan de hierna onder
a tot en met f gemelde bepalingen:
- a.
zodra er overeenstemming is, dienen de Erfpachter en de Provincie de gemaakte afspraken
schriftelijk vast te leggen in een koopovereenkomst en dient het verlijden van de
notariële akte van levering binnen een maand daarna te geschieden, dan wel op een
later, in onderling overleg te bepalen, tijdstip, doch uiterlijk voor één december
van het kalenderjaar waarin de wilsovereenstemming tot stand is gekomen;
- b.
de kosten van overdracht en levering, waaronder overdrachtsbelasting en notariskosten
en kadastraal recht, zijn voor rekening van de Erfpachter;
- c.
de betaling van de koopsom en de afrekening van de zakelijke lasten dienen te geschieden
bij het verlijden van de notariële akte van levering;
- d.
het Terrein zal worden geleverd in de staat waarin het zich op het moment van het
tot stand komen van de koopovereenkomst bevindt, met alle heersende en lijdende erfdienstbaarheden
en zichtbare en verborgen gebreken en rechten en verplichtingen;
- e.
het verkochte dient te worden geleverd, vrij van hypotheken en beslagen en inschrijvingen
daarvan;
- f.
de Erfpachter en de Provincie verbinden zich in de notariële akte van levering afstand
te zullen doen van het recht om ontbinding te vorderen.
- 7.
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij niet wil verkopen voor
de door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie
te kennen, dat hij wel wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan
blijft het voorkeursrecht van kracht en is de Provincie niet vrij om aan derden te
vervreemden.
- 8.
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij wil verkopen voor de
door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie te
kennen, dat hij niet wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan
eindigt het voorkeursrecht per de datum waarop de in lid 4 van dit artikel bedoelde
maand bedenktijd verstrijkt en is de Provincie vrij om aan derden te vervreemden.
Artikel 11. Staat van het Terrein
- 1.
Het Terrein wordt door de Erfpachter aanvaard in de staat waarin het zich bij het
tot stand komen van deze overeenkomst bevindt, met alle daarbij behorende rechten
en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, daaraan verbonden heersende en lijdende
erfdienstbaarheden en alle andere (kwalitatieve) rechten, lasten en verplichtingen
als daaraan zijn verbonden, doch vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
- 2.
De Provincie geeft kennis van de volgende met het Terrein verbonden lasten uit hoofde
van erfdienstbaarheden als dienend of heersend erf, van kettingbedingen, kwalitatieve
verplichtingen en overige lasten en beperkingen: ….
- 3.
Het Terrein zal op het moment van de notariële akte van vestiging, zoals omschreven
in artikel 29 van deze overeenkomst, de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig
zijn voor het huidige gebruik als bedoeld in artikel 12 van deze overeenkomst. De
Erfpachter is bevoegd het Terrein voor de notariële akte van vestiging te inspecteren.
- 4.
De staat waarin het Terrein zich op het moment van de ondertekening van deze overeenkomst
bevind, is omschreven en aangegeven op de foto’s, die als bijlage 2 zijn aanhecht.
-
Artikel 12. Gebruik
- 1.
De Erfpachter verplicht zich het Terrein uitsluitend te gebruiken als landbouwgrond
in overeenstemming met hetgeen is opgenomen in de beleidsregel grond voor natuurinclusieve
landbouw, meer specifiek de in deze beleidsregel opgenomen verplichting om op de in
erfpacht gegeven grond minimaal de volgende maatregelen te treffen: - geen gebruik
van kunstmest;
- -
geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen;
- -
realiseren van een kruidenrijke samenstelling van de grasmat;
- -
een veebezetting van maximaal 2 GVE/ha.
- 2.
De Erfpachter kan de Provincie verzoeken, mee te werken aan een herziening van het
gebruik van het Terrein, op grond van bijzondere of gewijzigde omstandigheden. De
Provincie kan haar toestemming aan een herziening van het gebruik van het Terrein
onthouden, op grond van haar moverende redenen.
- 3.
De Erfpachter draagt er zorg voor dat nooit enige situatie ontstaat, waarbij het
Terrein wordt gebruikt in strijd met het gebruik als bedoeld in lid 1 van dit artikel
of in strijd met de eventueel overeengekomen herziening van het gebruik, overeenkomstig
het bepaalde daarover in lid 2 van dit artikel.
- 4.
De Erfpachter is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen en verkrijgen van alle
vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen die benodigd zijn voor het in lid
1 van dit artikel bedoelde gebruik, voor de correcte nakoming van alle daaruit voortvloeiende
verplichtingen en voor de correcte naleving van alle daarbij gestelde voorwaarden
en voorschriften. Erfpachter is bekend met de voorzieningen die in het kader van de
eventuele milieuvergunning voor rekening en risico van de Erfpachter dienen te worden
getroffen.
Artikel 13. Beheer en onderhoud
- 1.
De Erfpachter verplicht zich voor zijn rekening en risico zorg te dragen voor de instandhouding
dan wel het beheer en (dagelijks en groot) onderhoud van het Terrein in overeenstemming
met het gebruik als bedoeld in artikel 12.
- 2.
Voor rekening van de Erfpachter komen tevens de premies van de verzekering(en) van
het Terrein alsmede alle kosten, verband houdende met de aansluitingen en/of het verbruik
van gas, water, elektriciteit of andere nutsvoorzieningen.
Artikel 14. Kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen
- 1.
De in artikel 12 en artikel 13 omschreven verplichtingen en de daarmee samenhangende
boetes, zoals opgenomen in artikel 25, zullen, voor zover mogelijk, als kwalitatieve
verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 BW bij notariële akte worden vastgelegd
en worden ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers.
- 2.
De vastlegging van de kwalitatieve verplichtingen in een notariële akte, zoals bedoeld
in lid 1 van dit artikel, dient plaats te vinden gelijktijdig met de uitgifte in erfpacht,
zoals beschreven in artikel 29.
- 3.
Indien en voor zover de verplichtingen zoals omschreven in artikel 12 en artikel
13 niet kunnen worden aangemerkt als kwalitatieve verplichtingen, in de zin van artikel
6:252 BW, zullen de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 12 en artikel 13 en de
daarmee samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25, door de Erfpachter worden
aangemerkt als “kettingbedingen” en als zodanig uitdrukkelijk aanvaard. De Erfpachter
verplicht zich in dat geval derhalve, om de verplichtingen zoals bedoeld in artikel
12 en artikel 13 en de daarmee samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25,
aan zijn rechtsopvolger(s) en de gebruiker(s) van het Terrein op te leggen. De Erfpachter
verplicht zich in dat geval tevens jegens de Provincie om zijn rechtsopvolger(s) onder
bijzondere titel te verplichten, de verplichtingen, zoals omschreven in artikel 12
en artikel 13 en de daarmede samenhangende boetes, zoals opgenomen in artikel 25,
alsmede hetgeen in dit lid is bepaald, weer aan hun rechtsopvolgers op te leggen.
- 4.
Wanneer de Erfpachter zich niet houdt aan zijn verplichting, zoals bedoeld in lid
3 van dit artikel, verbeurt de Erfpachter ten behoeve van de Provincie een eenmalige
direct-opeisbare boete van € …… (zegge: …… euro). Een en ander onverminderd het recht
van de Provincie om alsnog nakoming en aanvullende schadevergoeding te vorderen. De
boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer,
CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek
maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de
index welke de oude index het meest benadert.
Artikel 15. Garanties
Artikel 16. Oplevering en vergoeding na einde recht van erfpacht
- 1.
De Erfpachter is verplicht om het Terrein bij het einde van de erfpacht, zoals omschreven
in artikel 7, onmiddellijk te ontruimen en vrij van hypotheken, beslagen, pacht, huur,
ondererfpacht en/of gebruik of aanspraken daarop, geheel leeg, ontruimd en voor het
overige in de staat waarin het zich bevond op het moment van de notariële akte van
vestiging, ter vrije beschikking te stellen aan de Provincie.
- 2.
Na het einde van de erfpacht heeft de Erfpachter geen recht op vergoeding van de
waarde van de eventuele door de Erfpachter (onverplicht) aangebrachte gebouwen, werken
en/of beplantingen op het Terrein.
Artikel 17. Onder- of overmaat
Een verschil tussen de in deze overeenkomst genoemde oppervlakte van het Terrein,
als bedoeld in artikel 1 lid 1, en de op grond van de mogelijke kadastrale meting
vast te stellen daadwerkelijke oppervlakte, verleent Partijen geen recht op verrekening/herberekening
van de canon.
Artikel 18. Betaling
Alle betalingen door de Erfpachter aan de Provincie in verband met de uitgifte van
het recht van erfpacht op grond van onderhavige overeenkomst, zullen moeten geschieden
zonder enige korting, inhouding of schuldverrekening aan de Provincie, op IBAN-nummer
……….., ten name van de Provincie onder vermelding van “…………………………..”.
Artikel 19. Betreding door de Provincie
De Provincie, de in dienst van de Provincie zijnde ambtenaren, door de Provincie aange¬wezen
derden, alsmede zij die in opdracht van alle bovengenoemde functionarissen werkzaamheden
verrich¬ten, hebben ten behoeve van de hun opgedragen taak, na voorafgaande kennisgeving,
toegang tot het Terrein.
Artikel 20. Zakelijke lasten
Alle zakelijke lasten, die ter zake van het Terrein worden geheven of zullen worden
geheven, komen vanaf 1 januari volgend op de datum van ondertekening van de notariële
akte die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst zal worden opgesteld, als
bedoeld in artikel 29 van deze overeenkomst, voor de tijd gedurende welke het recht
van erfpacht opstal zal bestaan, voor rekening van de Erfpachter.
Artikel 21. Gevolgen regelgeving overheid
De gevolgen van de naleving en handhaving van publiekrechtelijke regelgeving, met
name op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening, zijn geen reden tot
beëindiging of wijziging van het recht van erfpacht. Mogelijke nadelige gevolgen van
verplichtingen of verboden ter zake zijn voor rekening en risico van de Erfpachter
en zullen nimmer aanleiding geven tot een recht op enige vergoeding voor de Erfpachter
ten opzichte van de Provincie, noch op vermindering van de canon.
Artikel 22. Risico
Vanaf het tijdstip van de notariële akte van vestiging, die naar aanleiding van deze
overeenkomst zal worden opgesteld, komen de baten van het Terrein de Erfpachter ten
goede, zijn de lasten voor zijn risico en draagt hij het risico van het Terrein.
Artikel 23. Verzuim
- 1.
Indien een partij nalatig is in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende
verplichting, dient de wederpartij hem schriftelijk in gebreke te stellen. In de ingebrekestelling
zal een termijn van acht werkdagen worden gesteld, waarbinnen de nalatige partij zijn
gebrek alsnog kan herstellen, zonder dat hij in verzuim is. Indien de nalatige partij,
na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht werkdagen nalatig blijft
in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting, is hij in
verzuim jegens de wederpartij.
- 2.
Indien de nalatige partij, na door de wederpartij in gebreke te zijn gesteld, binnen
de in lid 1 genoemde termijn van acht werkdagen alsnog zijn uit deze overeenkomst
voortvloeiende verplichting nakomt, is deze partij niettemin gehouden aan de wederpartij
diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet
of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend.
- 3.
Indien de nalatige partij in verzuim is, is deze partij gehouden aan de wederpartij
diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet
of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend.
De nalatige partij is tevens verplicht zijn verzuim zo spoedig mogelijk te herstellen
en zijn verplichtingen uit de overeenkomst alsnog na te leven.
Artikel 24. Toepassing wet Bibob
- 1.
De Provincie kan ten aanzien van deze erfpachtovereenkomst een onderzoek op grond
van de Wet Bibob uitvoeren indien sprake is van één of meer van de volgende omstandigheden:
- a.
de officier van justitie wijst de Provincie overeenkomstig artikel 26 van de Wet Bibob
op de mogelijkheid het Landelijk Bureau Bibob om een advies te vragen;
- b.
aan de Erfpachter is in de laatste vijf jaar een beschikking tot terugvordering van
subsidie opgelegd dan wel met betrokkene is binnen genoemde periode een schikking
tot terugbetaling van verkregen subsidiegelden overeengekomen;
- c.
aan de Erfpachter is in de laatste vijf jaar een handhavingsbeschikking opgelegd;
- d.
de Provincie past de Wet Bibob toe of heeft de Wet Bibob toegepast in een andere procedure,
waarbij sprake was van dezelfde Erfpachter of dezelfde natuurlijk persoon of rechtspersoon
die in relatie staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Wet
Bibob;
- e.
een bestuursorgaan of een andere rechtspersoon met overheidstaak past de Wet Bibob
toe of heeft de Wet Bibob toegepast in een andere procedure, waarbij sprake was van
dezelfde Erfpachter of dezelfde natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie
staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Wet Bibob;
- f.
de Erfpachter dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat
tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob, staat vermeld
in het onregelmatighedenregister, bedoeld in artikel 1, onder e, van de Beleidsregel
misbruik en oneigenlijk gebruik subsidies Noord-Brabant 2017;
- g.
handhavingsinformatie, strafrechtelijke informatie, informatie van één of meer partners
in een RIEC-samenwerkingsverband of andere informatie betreffende mogelijke betrokkenheid
bij strafbare feiten geven aanleiding tot een eigen onderzoek;
- h.
de Erfpachter is een rechtspersoon die voor het verstrijken van de duur van de erfpachtovereenkomst
geheel of ten dele in handen van een andere eigenaar komt.
- 2.
De Provincie kan bij de bevoegde rechter ontbinding van de erfpachtovereenkomst vorderen
indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 1 blijkt dat er sprake is van:
- a.
een ernstige dan wel mindere mate van gevaar dat de pachtovereenkomst mede zal worden
gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare
voordelen te benutten;
- b.
een ernstige dan wel mindere mate van gevaar dat in of met het pachtobject mede strafbare
feiten zullen worden gepleegd;
- c.
feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat met
of bij het aangaan van de erfpachtovereenkomst een strafbaar feit is gepleegd; of
- d.
een veroordeling van Erfpachter of dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon
die in relatie staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de
Wet Bibob, voor het plegen van, deelneming aan, een poging tot, of het voorbereiden
dan wel doen voorbereiden van een misdrijf.
- 3.
Alvorens de Provincie overgaat tot bedoelde vordering tot ontbinding van de erfpachtovereenkomst
als bedoeld in lid 2, kan hij advies aanvragen bij het Landelijke Bureau Bibob.
- 4.
De Erfpachter is verplicht ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in lid 1 door
de Provincie gevraagde gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 30, lid 3, van
de Wet Bibob te verstrekken. Tevens is de Erfpachter verplicht ten behoeve van het
advies als bedoeld in lid 3 door het Landelijk Bureau Bibob gevraagde gegevens en
bescheiden als bedoeld in artikel 12, lid 4, van de Wet Bibob te verstrekken.
Artikel 25. Boete
- 1.
Ingeval van niet naleving van enige in deze overeenkomst genoemde verplichting van
Erfpachter, is de Erfpachter aan de Provincie, na schriftelijke ingebrekestelling
met inachtneming van een termijn van acht dagen waarin de Erfpachter alsnog aan zijn
verplichtingen kan voldoen, een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete
verschuldigd van € 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro) voor iedere dag dat nakoming
uitblijft, zulks onverkort het aan de Provincie van rechtswege toekomend recht aanvullende
schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de
wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100),
zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd,
of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude index het meest
benadert.
- 2.
De kosten, zowel in als buiten rechte veroorzaakt, van de Provincie als gevolg van
overtreding door de Erfpachter van enige bepaling van deze overeenkomst, zijn voor
rekening van de Erfpachter.
-
Artikel 26. Aansprakelijkheid
- 1.
De Erfpachter is aansprakelijk voor alle schade en vervolgschade die als direct of
indirect gevolg van het recht van erfpacht of de bedrijfsvoering van de Erfpachter
ontstaat aan het Terrein.
- 2.
De Erfpachter vrijwaart de Provincie tegen alle aanspraken van derden tot vergoeding
van schade die als direct of indirect gevolg van het recht van erfpacht of de bedrijfsvoering
van de Erfpachter ontstaat. Daarbij is uitdrukkelijk inbegrepen schade die veroorzaakt
is door of met personeel of andere bezoekers van het Terrein.
- 3.
De Erfpachter is gehouden zijn aansprakelijkheid ingevolge de voorgaande leden van
dit artikel deugdelijk te verzekeren en verzekerd te houden, zulks ten genoegen van
de Provincie.
Artikel27. Geschillenregeling
- 1.
Partijen verplichten zich om, indien er een geschil ontstaat omtrent de uitleg van
deze overeenkomst, dan wel over de uitvoering daarvan, met elkaar in overleg te treden
teneinde te trachten het geschil in der minne te beslechten.
- 2.
Een geschil wordt geacht te bestaan, indien één der Partijen aan de andere partij(en)
schriftelijk te kennen geeft, dat er over een aan (de ten uitvoerlegging van) deze
overeenkomst gelieerd essentieel onderwerp een zodanig verschil van mening aanwezig
is, dat dit als een geschil moet worden aangemerkt. Deze kennisgeving wordt ‘aangetekend’
verzonden.
- 3.
Indien tussen Partijen in het kader van deze overeenkomst een geschil mocht ontstaan
dat niet in der minne – en in geval van hun aller instemming door middel van mediation
– kan worden opgelost, dan is de rechter bevoegd om over dit geschil te oordelen.
Artikel 28. Exclusiviteit
Met de ondertekening van deze overeenkomst vervallen alle (eventueel) eerder tussen
Partijen mondeling of schriftelijk gemaakte afspraken ter zake de in deze overeenkomst
vastgelegde vestiging van het recht van erfpacht.
Artikel 29. Notariële akte
- 1.
De notariële akte tot uitgifte in erfpacht zal worden verleden, ten overstaan van
een notaris verbonden aan notariskantoor DGF Notarissen te Kaatsheuvel uiterlijk twee
maanden nadat de totstandkomingsvoorwaarden zoals vermeld in artikel 30 zijn vervuld,
of zoveel later als overeengekomen.
- 2.
Alle kosten en belastingen met betrekking tot de uitgifte, vestiging, opheffing en
tenietgaan van het recht van erfpacht, zijn voor rekening van de Erfpachter.
Artikel 30. Totstandkomingsvoorwaarden
Deze overeenkomst komt tot stand:
- a.
nadat de Erfpachter onderhavige overeenkomst heeft ondertekend en;
- b.
nadat Gedeputeerde staten van de Provincie hebben besloten tot het aangaan van onderhavige
overeenkomst en;
- c.
nadat de van Provinciewege vertegenwoordigingsbevoegde persoon deze overeenkomst op
grond van voornoemd besluit heeft ondertekend en;
- d.
nadat de onder c van de considerans bedoelde percelen in eigendom zijn van de Provincie.
Artikel 31. Overige bepalingen
- 1.
Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing;
- 2.
Op de in deze overeenkomst gemelde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing.
- 3.
De uit de onderhavige overeenkomst voortvloeiende verplichtingen zijn ondeelbaar en
hoofdelijk.
Artikel 32. Inhoud overeenkomst
Partijen verklaren dat zij, voordat zij deze overeenkomst hebben ondertekend, kennis
hebben genomen van de bepalingen en zij zodanige informatie hebben ontvangen, dat
zij zich bewust zijn van de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst. De bijlagen
maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst. Bij een eventuele discrepantie
tussen de bijlagen en de bepalingen uit deze overeenkomst prevaleren de bepalingen
uit deze overeenkomst.
Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend
……
De Erfpachter,
De Provincie,
Annex:
Toelichting behorende bij de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
Algemeen
Deze beleidsregel vormt onderdeel van een breder pakket aan maatregelen die Gedeputeerde
Staten hebben getroffen in het kader van hun uitvoeringsprogramma ‘Ondersteunende
maatregelen transitie veehouderij’. 1 Een van die maatregelen is het stimuleren van de omschakeling naar of doorontwikkeling
van natuurinclusieve landbouw. In dat kader is reeds een subsidieregeling in werking
getreden met behulp waarvan veehouders een ‘businessplan natuurinclusieve landbouw’
kunnen bekostigen. 2 Uit deze businessplannen blijkt in veel gevallen dat voor een robuuste verankering
van natuurinclusieve bedrijfsvoering onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Gedeputeerde
Staten is om die reden bereid om onder bepaalde voorwaarden een ‘sale and lease back’
transactie aan te gaan met betrekking tot grond van veehouders. Deze beleidsregel
beoogt duidelijkheid te scheppen onder welke voorwaarden de provincie bereid is om
een dergelijke transactie aan te gaan.
Artikelsgewijs
Artikel 1
In deze bepaling is onder andere de doelgroep van deze beleidsregel gedefinieerd:
agrarische ondernemingen die landbouwhuisdieren fokken, mesten en houden. Daarbij
is niet van belang of dit hun hoofdactiviteit is. Ook bedrijven die naast hun veehouderij
andere activiteiten ontplooien (opvang, zorg, toerisme) vallen onder de beleidsregel.
Ook is via de definitie van ‘grond’ duidelijk gemaakt dat deze beleidsregel uitsluitend
ziet op grasland dat op het moment van aankoop in gebruik is als landbouwgrond.
Artikel 2
De grondtransactie die de provincie bereid is om aan te gaan, betreft steeds drie
onderdelen: aankoop, erfpacht en eventueel verkoop. De voorwaarden waaronder de provincie
deze transacties aan wil gaan, staan vermeld in de artikelen 3 tot en met 8.
Artikel 3
In dit artikel is aangegeven welke voorwaarden er gelden alvorens de provincie een
transactie kan aangaan.
Belangrijke voorwaarde is dat er op de grond die de provincie in erfpacht geeft natuurinclusieve
landbouw zal plaatsvinden. In het eerste lid, onder d, is aangegeven wat daar minimaal
onder verstaan wordt.
In het eerste lid, onder e, is bepaald dat de grondprijs die de provincie betaalt
bij aankoop van de grond door de veehouder uitsluitend ingezet mag worden voor de
natuurinclusieve bedrijfsvoering. Dit zal in het merendeel van de gevallen betekenen
dat deze ingezet wordt voor de aankoop van nieuwe grond.
In het tweede lid, onder f, is als voorwaarde opgenomen dat het om grond moet gaan
die op de een of andere manier ontsloten is. Dit kan zijn doordat de grond aan een
openbaar toegankelijke weg ligt, maar de ontsluiting kan ook gerealiseerd zijn door
middel van een erfdienstbaarheid (recht op overpad).
Artikel 4
Bij aankoop van de grond door de provincie moet al duidelijk zijn dat de veehouder
de grond in erfpacht zal nemen en dat hij op die grond natuurinclusieve landbouw zal
toepassen gedurende de gehele periode van de erfpacht. Indien de provincie de grond
zou wensen te verkopen, heeft de veehouder het eerste recht op koop.
Artikel 5
Dit artikel verwijst naar de model-erfpachtovereenkomst die als bijlage is opgenomen.
Onder de daarin opgenomen bepalingen is de provincie bereid de erfpacht aan te gaan.
Artikel 6
Onder onderdeel b is duidelijk gemaakt dat de provincie uitsluitend dezelfde grond
die zij aankocht ook weer terugverkoopt aan de veehouder.
Artikel 7
De prijs die de provincie betaalt voor de grond wordt door een erkend taxateur voorafgaand
aan de koop vastgesteld. Op deze wijze wordt voorkomen dat de provincie een financieel
voordeel verstrekt aan de veehouder dat tot onrechtmatige staatssteun zou kunnen leiden.
Hetzelfde geldt voor de vaststelling van de hoogte van de erfpachtcanon en de verkoopprijs
van de grond.
Artikel 8
De vraag of de provincie een transactie wil aangaan, wordt in hoge mate bepaald door
de kwaliteit van het businessplan dat ingediend moet worden. De eisen die daaraan
gesteld worden, zijn in bijlage 1 opgenomen.
Daarnaast moet bij het verzoek tot het aangaan van een transactie worden aangegeven
welke risico’s en beperkingen er aan de grond verbonden zijn of zouden kunnen zijn.
Voorkomen moet worden dat de provincie een financieel risico loopt dan wel dat een
natuurinclusieve bedrijfsvoering niet uitgeoefend kan worden.
Bij de beoordeling laat de provincie zich adviseren door een adviescommissie. Deze
beoordeelt de inhoud van de businessplannen en toetst of deze financieel haalbaar
zijn en voldoende ecologisch rendement opleveren. De adviescommissie is zodanig samengesteld
dat zowel kennis van agrarische bedrijfsvoering, kennis van natuurinclusieve landbouw
als bedrijfseconomische kennis voldoende voorhanden zijn.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA