Algemeen
De Europese luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. In het stedelijke gebied vormt
het verkeer de belangrijkste bron van luchtvervuiling. Het Brabants Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit (BSL), als onderdeel van het Nationale samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit
(NSL), is opgesteld om deze problematiek aan te pakken. Het BSL bevat maatregelen
die gemeenten en de provincie treffen.
In 2008 is door Gedeputeerde Staten een beleidsregel “Verbeteren Luchtkwaliteit in
Brabant” vastgesteld. Dit betrof een subsidieregeling die vele projecten mogelijk
heeft gemaakt. De beleidsregel liep tot 1 januari 2012. Doordat een aantal kansrijke
projecten niet in 2011 ingediend konden worden is het in de beleidregel bepaalde subsidieplafond
niet bereikt. Deze (rijks)middelen afkomstig uit het Nationaal Samenwerkings Programma
Luchtkwaliteit (NSL)van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) zijn nog
beschikbaar. Door een nieuwe subsidieregeling open te stellen worden deze middelen
alsnog ingezet.
In de tussenliggende periode hebben zich een aantal nieuwe ontwikkelingen voorgedaan.
Er komt bij luchtkwaliteit steeds meer aandacht voor de gezondheidscomponent i.p.v.
alleen maar de grenswaarde (concentratiewaarde) halen. Het Provinciale Milieu Plan
heeft gezondheid als rode draad opgenomen in het programma. De agenda van Brabant
geeft de volgende hoofdlijnen: innovatie, kennisontwikkeling, leefomgeving, regisseur
grote (gebieds)opgaven, verbindende schakel. Ook is uit diverse overleggen gebleken
dat er kansen liggen voor productie en gebruik van biogas als brandstof. Om dit proberen
te versnellen/vlot te trekken dient dit extra gestimuleerd te worden d.m.v. voorbeeldprojecten
of coalitievorming. Al deze elementen zijn meegenomen in de nieuwe Subsidieregeling
betere luchtkwaliteit Noord-Brabant.
De subsidiabele activiteiten van deze subsidieregeling zijn:
A) Innovatieve projecten passend binnen de doelstelling van het BSL met een subsidieplafond
van € 275.000,- ;
B) Projecten die de relatie tussen gezondheid en luchtkwaliteit in beeld brengen,
met een subsidieplafond van € 55.000,-;
C) Projecten ter stimulering van productie en rijden op “groen gas” met een subsidieplafond
van totaal € 125.000,-.
De totaal te verstrekken subsidie bedraagt € 455.000,- , € 380.000,- is van de voorgaande
Beleidsregel, € 75.000,- betreft middelen via directie E&M voor beheer en onderhoud
en strategische ontwikkelingen.
Wettelijk kader
Subsidieverstrekking is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht. De wettelijke
grondslag voor subsidieverstrekking door de provincie Noord-Brabant is neergelegd
in de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant (ASV). De bepalingen van
de ASV zijn van toepassing op subsidies die op grond van deze subsidieregeling worden
toegekend, tenzij hier, waar mogelijk, van wordt afgeweken in de subsidieregeling
of subsidiebeschikking.
Dit betekent dat de algemene regels van de ASV, waarvan niet beoogd wordt af te wijken,
in deze regeling niet opnieuw zijn opgenomen. Een aanvrager zal dus naast deze subsidieregeling
ook de ASV moeten raadplegen om te weten welke rechten en verplichtingen aan de subsidie
verbonden zijn.
In de ASV zijn met name in artikel 10 belangrijke administratieve verplichtingen vastgelegd
in verband met de financiële verantwoording. Deze verplichtingen gelden op grond van
artikel 10, derde lid, ook voor subsidies die direct worden vastgesteld. Verder is
de subsidieontvanger op grond van het vierde lid van artikel 10 ASV verplicht in iedere
publicatie te vermelden dat het project is gerealiseerd met financiële steun van de
provincie Noord-Brabant. Op grond van artikel 14 van de ASV dient de subsidieontvanger
het bestuur direct in kennis te stellen van stagnatie, wijzigingen in de uitvoering
van een project of andere feiten waardoor de uitvoering in gevaar komt, wordt vertraagd
of versneld.
De-minimissteun
Deze subsidieregeling behoeft niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie omdat
voldaan wordt aan de vrijstellingsvereisten als geformuleerd in Verordening (EG) nr.
1998/2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op
de-minimissteun (Pb 2006,
L 379/05). Hiertoe is bepaald dat niet meer subsidie wordt verstrekt dan tot het drempelbedrag
van € 200.000,- (€100.000,- voorondernemingen in het wegvervoer). De subsidieaanvrager
dient hier overigens zelf op toe te zien en zelf de juiste gegevens toe aan te dragen.
Opzet van de subsidieregeling
Paragraaf 1 geeft algemene bepalingen die voor alle subsidies die op grond van deze
regeling verstrekt kunnen worden, van toepassing zijn. In paragraaf 2, 3 en 4 zijn
voor de afzonderlijke subsidies specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot
subsidiabele activiteiten, subsidievereisten, aanvraagvereisten, subsidieplafond,
hoogte van de subsidie, verplichtingen en waar nodig verdeelcriteria.
Artikelsgewijs
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 3 Subsidiabele kosten
De hoofdregel is dat alleen kosten gemaakt na de datum van verlening subsidiabel zijn.
Bij uitzondering kunnen Gedeputeerde Staten anders beslissen.
Artikel 5 Subsidieverlening
Voor de aanvraagtermijn is aangesloten bij de ASV. Let op voor de subsidievaststelling
is aangesloten bij artikel 10 van de ASV. Het aanvragen van een subsidievaststelling
volgt uit de systematiek van de subsidietitel van de Awb.
Artikel 6 Vaststelling subsidies tot € 25.000,--
In lijn met ontwikkelingen op subsidiegebied (het kader financieel beheer rijkssubsidies)
en binnen de ruimte die de huidige ASV biedt, is bepaald dat subsidies tot € 25.000,--
direct worden vastgesteld. Conform artikel 10, derde lid van de ASV ontslaat dat de
subsidieontvanger niet van de verantwoordingsverplichtingen. De desbetreffende gegevens
moeten uiterlijk drie maanden na afloop van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt
dan wel binnen drie maanden na afloop van het jaar waarvoor subsidie is verstrekt,
worden ingediend.
Paragraaf 2 Innovatieve projecten in de doelstelling Brabants Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit
Artikel 9 Subsidiabele activiteiten
De subsidie is gericht op projecten die een specifieke bijdrage leveren aan vernieuwingen,
inzichten en ontwikkelingen ter verbetering van de luchtkwaliteit.
Artikel 10 Subsidievereisten
Onderdeel a.
De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren.
Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de
kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen van derden
waaronder subsidies.
Artikel 13 Subsidiehoogte
Lid 2
Het bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag
dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit
bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder
deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor
gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden.
Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in
de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan
heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”.
Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een
bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval
de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Dit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV,
waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit,
te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de
provincie Noord-Brabant.
Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant
verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen
in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond
van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie
aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende
gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te
kunnen voldoen.
Paragraaf 3 Gezondheid en luchtkwaliteit
Artikel 17 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de relatie tussen gezondheid
en luchtkwaliteit waardoor beter inzicht wordt verkregen in de materie.
Artikel 18 Subsidievereisten
Onderdeel a.
De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren.
Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de
subsidiabele kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen
van derden waaronder subsidies.
Artikel 21 Subsidiehoogte
Lid 2
Het bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag
dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit
bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder
deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor
gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden.
Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in
de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan
heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”.
Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een
bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval
de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 23 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Dit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV,
waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit,
te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de
provincie Noord-Brabant.
Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant
verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen
in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond
van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie
aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende
gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te
kunnen voldoen.
Paragraaf 4 Stimuleren van productie en rijden op groen gas
In de Energieagenda wordt primair ingestoken op elektrisch rijden. Maar er bestaan
daarnaast ook andere opties. Een mogelijkheid is om het biogas op te werken tot bio-LNG,
vloeibaar gemaakt biomethaan. Dit bio-LNG is met name geschikt voor binnenscheepvaart
of (zwaar) wegtransport voor langere afstanden.
Toepassing van biogas voor transport past binnen het luchtkwaliteitsbeleid. Het is
innovatief en past ook binnen de Energieagenda (Energie als economische kans). Hoewel
de focus vanuit de Energieagenda primair bij elektrisch rijden ligt, is de optie bio-LNG
niet strijdig/concurrerend t.o.v. elektrisch rijden, maar aanvullend. Ook biedt deze
ontwikkeling kansen voor Brabantse bedrijven.
Artikel 24 Doelgroep
De doelgroep voor deze subsidie is afgebakend tot de in het artikel opgenomen rechtspersonen.
Artikel 25 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren van productie
en rijden of varen op groen gas. Om te voorkomen dat voertuigen die geschikt zijn
voor electrische aandrijving voor deze subsidie in aanmerking komen is in artikel
26 het vereiste opgenomen dat de voertuigen niet geschikt zijn of geschikt gemaakt
kunnen worden voor electrische aandrijving.
Artikel 26 Subsidievereisten
Onderdeel a.
De subsidie is bedoeld om projecten ter verbetering van de luchtkwaliteit te stimuleren.
Vandaar dat deze is opgezet als cofinanciering waarbij de aanvrager de helft van de
subsidiabele kosten uit andere middelen dient te bekostigen, eigen middelen of middelen
van derden waaronder subsidies.
In onderdeel c wordt tot uitdrukking gebracht dat de aanvrager grotendeels zijn werkingsgebied
in Noord-Brabant dient te hebben. Dit versterkt de weigeringsgrond uit de ASV die
ervoor zorgt dat de activiteiten ten goede komen aan de inwoners van de provincie
Noord-Brabant.
Uitsluitend voertuigen die niet geschikt zijn voor electrische aandrijving komen hiervoor
in aanmerking; b.v. bussen voor (openbaar) vervoer zijn uitgesloten voor deze regeling.
Het is onderverdeeld in twee soorten activiteiten: pilotprojecten ter demonstratie
van productie en gebruik en projecten die gericht zijn op het daadwerkelijk produceren
en gebruiken van groen gas.
Dit onderscheid werkt door in de gehele paragraaf.
Artikel 28 Subsidieplafond
Voor de twee onderscheiden projecttypen is een verschillend plafond vastgesteld.
Artikel 29 Subsidiehoogte
Lid 2
Het bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) komt overeen met het drempelbedrag
dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de- minimissteun. Dit
bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder
deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. In deze (verordening/regeling) is ervoor
gekozen om bij de subsidietoekenning dit bedrag niet te overschrijden.
Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in
de afgelopen drie jaar al eens subsidie of een andere vorm van steun van een overheidsorgaan
heeft ontvangen. Dit moet blijken uit de “Verklaring de-minimissteun”.
Indien de te verlenen subsidie tezamen met de reeds ontvangen steun een
bedrag van € 200.000,-- (resp. € 100.000,--) overschrijdt, zal in dat specifieke geval
de onderhavige subsidieverlening aangemeld moeten worden.
Artikel 30 Verdeelcriteria
Vanwege de verdeelcriteria worden de projecten beoordeeld op de mate waarin zij voldoen
aan de criteria uit het derde of vierde lid. Deze criteria worden vermenigvuldigd
met de wegingsfactor. Vervolgens worden alle punten per project opgeteld.
Artikel 31 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Dit artikel bevat aanvullingen op de verplichtingen die zijn opgenomen in de ASV,
waaronder de verplichting bij publicaties met betrekking tot de te subsidiëren activiteit,
te vermelden dat de activiteit gedeeltelijk wordt gerealiseerd met subsidie van de
provincie Noord-Brabant.
Ten aanzien van de middelen afkomstig van het NSL heeft de provincie Noord-Brabant
verantwoordingsverplichtingen conform de zogenoemde sisa-systematiek zoals opgenomen
in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Op grond
van de ASV dient ook een subsidieontvanger bij een verzoek om vaststelling van subsidie
aan deze verantwoordingsverplichtingen te voldoen zodat de provincie nochtans voldoende
gegevens verzamelt om aan de eigen verantwoordingsverplichting richting het Rijk te
kunnen voldoen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
|
de secretaris
|
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
|
drs. W.G.H.M. Rutten
|