De beheersautoriteit van Noord-Brabant;
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 11 van de Wet inrichting landelijk gebied;
Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied
2007;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 23 februari 2010 de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma
Noord-Brabant 2010-2016 hebben vastgesteld;
Overwegende dat de Europese Commissie heeft besloten extra middelen beschikbaar te
stellen voor de doelstellingen voor duurzame energie en waterkwaliteit en de Beheersautoriteit
en Gedeputeerde Staten deze Europese middelen wensen in te zetten voor vermindering
van de af- en uitspoeling van landbouwgronden en voor het gebruik van hernieuwbare
energiebronnen op het platteland en in het bijzonder door de agrarische sector;
Overwegende dat de Beheersautoriteit en Gedeputeerde Staten zich voor de totale opgave
uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma specifiek willen richten op de verbetering
van de verkaveling- en infrastructuur, het waterbeheer, de verdrogingsbestrijding
in TOP-lijstgebieden, hernieuwbare energie voor de economie en de plattelandsbevolking,
hernieuwbare energie op agrarische bedrijven, de bevordering van toeristische activiteiten,
basisvoorzieningen voor de economie en de plattelandsbevolking, plaatselijke ontwikkelingsplannen
Leader en samenwerkingsprojecten Leader;
Overwegende dat de Beheersautoriteit en Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma
Noord-Brabant 2010-2016 hiertoe wensen te wijzigen;
Overwegende dat de Beheersautoriteit en Gedeputeerde Staten vanwege de omvang van
deze wijzigingen een nieuwe integrale subsidieregeling wensen vast te stellen;
Overwegende dat de te subsidiëren activiteiten gericht op de plattelandsontwikkeling
in de provincie Noord-Brabant vallen onder de Verordening (EG) No. 1698/2005 van de
Raad van de Europese Unie van 20 september 2005 inzake steun voor Plattelandsontwikkeling
uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Overwegende dat de te subsidiëren activiteiten gericht op verbetering van de landbouwkundige
structuur vallen onder de Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december
2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun
voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot
wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001;
Overwegende dat de overige te subsidiëren activiteiten dienen te voldoen aan de Verordening
(EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing
van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun;
besluiten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, vast te stellen de volgende
regeling :