De leden van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, op grond van artikel
5, tweede lid, van het Besluit EFRO programmaperiode 2007-2013, gezamenlijk de beheersautoriteit
vormend voor het grondgebied van de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van de Europese Unie van 11
juli 2006, houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling,
het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 1260/1999, zoals gewijzigd bij Vo. 1989/2006, van 21 december 2006, Vo. 1341/2008,
van 18 december 2008 en Vo. 284/2009 van 7 april 2009 (hierna te noemen de Kaderverordening);
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;
Gelet op de artikelen 5 en 6 van het Besluit EFRO programmaperiode 2007-2013;
Gelet op artikel 2 juncto de artikelen 6 en 7 van de Regeling EFRO doelstelling 2
programmaperiode 2007-2013;
Gezien de goedkeuring van het Comité van Toezicht, bedoeld in artikel 65 van de Kaderverordening,
d.d. 21 april 2010;
Overwegende dat de beheersautoriteit regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
wenst te stimuleren, ingedeeld naar de volgende prioriteiten:
- kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie;
- attractieve regio’s;
- stedelijke dimensie;
Overwegende dat de beheersautoriteit in 2007 en 2008 de volgende nadere regelingen
heeft vastgesteld ter regeling van het Operationeel Programma voor Zuid-Nederland
2007-2013, bedoeld in artikel 32 van de Kaderverordening:
- Toetsingskader OP-Zuid, nadere regeling ter uitvoering van het Operationeel Programma
voor Zuid-Nederland en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013;
- OP-Zuid Regeling Innovation Officer 2007-2013 (OPZ-IO);
- OP-Zuid Adviesregeling 2007-2013 (OPZ-AR);
- OP-Zuid Innovatieregeling 2007-2013 (OPZ-IR);
- OP-Zuid Sociale Innovatie-regeling 2009-2011 (OPZ-SI);
Overwegende dat de bestaande regelingen wijzigingen behoeven en de beheersautoriteit
vanwege de omvang van deze wijzigingen een nieuwe integrale regeling wenst vast te
stellen;
Overwegende dat de beheersautoriteit een viertal subsidies op laagdrempelige wijze
toegankelijk wenst te maken voor MKB-ondernemingen en derhalve voor deze MKB-subsidies
de Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008, is gevolgd,
waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag
met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Bijlage 1 bij Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland 2007-2013
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE
van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen
(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1422)
(2003/361/EG)
TITEL I
DOOR DE COMMISSIE VASTGESTELDE DEFINITIE
VAN MIDDELGROTE, KLEINE EN MICRO-ONDERNEMINGEN
Artikel 1
Onderneming Als onderneming wordt beschouwd iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm,
die een economische activiteit uitoefent. Met name worden als zodanig beschouwd eenheden
die individueel of in familieverband ambachtelijke of andere activiteiten uitoefenen,
personenvennootschappen en verenigingen die regelmatig een economische activiteit
uitoefenen.
Artikel 2
Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen
-
1. Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO's) behoren ondernemingen
waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR
of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.
-
2. Binnen de categorie KMO's is een „kleine onderneming” een onderneming waar minder
dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal
10 miljoen EUR niet overschrijdt.
-
3. Binnen de categorie KMO's is een „micro-onderneming” een onderneming waar minder
dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal
2 miljoen EUR niet overschrijdt.
Artikel 3
Soorten ondernemingen welke voor de berekening van het aantal werkzame personen en
van de financiëlebedragen in aanmerking worden genomen
-
1. Een „zelfstandige onderneming” is elke onderneming die niet als partneronderneming
in de zin van lid 2 of als verbonden onderneming in de zin van lid 3 wordt aangemerkt.
-
2. „Partnerondernemingen” zijn alle ondernemingen die niet als verbonden ondernemingen
in de zin van lid 3 worden aangemerkt en waartussen de volgende band bestaat: een
onderneming (van een hoger niveau) heeft, alleen of samen met een of meer verbonden
ondernemingen in de zin van lid 3, 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten
van een andere onderneming (van een lager niveau). Ook al wordt de drempel van 25
% bereikt of overschreden, toch kan een onderneming als zelfstandige onderneming of
als onderneming zonder partnerondernemingen worden aangemerkt, indien het om de volgende
categorieën investeerders gaat en mits dezen individueel noch gezamenlijk met de betrokken
onderneming verbonden zijn in de zin van lid 3:
- a)
openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, natuurlijke personen
of groepen natuurlijke personen die geregeld risicokapitaal beleggen („business angels”)
en eigen middelen in niet ter beurze genoteerde ondernemingen investeren, mits de
totale investering van deze „business angels” in een zelfde onderneming 1 250 000
EUR niet overschrijdt;
- b)
universiteiten of onderzoekcentra zonder winstoogmerk;
- c)
institutionele beleggers, met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen;
- d)
autonome locale autoriteiten, die een jaarlijkse begroting hebben onder 10 miljoen
EUR en minder dan 5 000 inwoners tellen.
-
3. „Verbonden ondernemingen” zijn ondernemingen die met elkaar een van de volgende
banden onderhouden:
- a)
een onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of
vennoten van een andere onderneming;
- b)
een onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend
of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
- c)
een onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming
uit te oefenen op grond van een met deze onderneming gesloten overeenkomst of een
bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming;
- d)
een onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft
op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming
gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten
van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.
-
- Er wordt verondersteld dat geen overheersende invloed wordt uitgeoefend, indien
de in lid 2, tweede alinea, genoemde investeerders zich niet direct of indirect met
het beheer van de betrokken onderneming bemoeien, onverminderd de rechten die zij
als aandeelhouders of vennoten bezitten.
Ondernemingen worden eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien ze via
een of meerdere andere ondernemingen of via in de tweede paragraaf bedoelde investeerders,
een van de in de eerste alinea bedoelde banden onderhouden.
Ondernemingen die via een natuurlijke persoon of een in gemeenschappelijk overleg
handelende groep van natuurlijke personen een van deze banden onderhouden, worden
eveneens als verbonden ondernemingen beschouwd indien zij hun activiteiten of een
deel van hun activiteiten op dezelfde markt of op verwante markten uitoefenen.
Als verwante markt wordt beschouwd de producten- of dienstenmarkt die zich direct
boven of onder het niveau van de relevante markt bevindt.
-
4. Behoudens de in lid 2, tweede alinea, bedoelde gevallen kan een onderneming niet
als KMO worden aangemerkt, indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen
gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25 % of meer van het
kapitaal of de stemrechten.
-
5. Ondernemingen kunnen een verklaring opstellen over hun hoedanigheid van zelfstandige
onderneming, partneronderneming of verbonden onderneming en de gegevens met betrekking
tot de in artikel 2 vermelde drempels. Ook wanneer het wegens de spreiding van het
kapitaal onmogelijk is precies te weten wie het in handen heeft, kan deze verklaring
toch worden opgesteld mits de onderneming te goeder trouw verklaart dat zij terecht
mag aannemen niet voor 25 % of meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene
verbonden ondernemingen gezamenlijk of via natuurlijke personen afzonderlijk of in
een groep. Dergelijke verklaringen doen geen afbreuk aan de controles of verificaties
waarin de nationale of communautaire regelgeving voorziet.
Artikel 4
Gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële
bedragen en referentieperiode
-
1. De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële
bedragen hebben betrekking op het laatste afgesloten boekjaar en worden jaarlijks
berekend. Zij worden vanaf de datum van afsluiting van de rekeningen in aanmerking
genomen. Het bedrag van de omzet wordt berekend exclusief belasting over de toegevoegde
waarde (BTW) en andere indirecte rechten of heffingen.
-
2. Wanneer een onderneming op de datum van afsluiting van de rekeningen vaststelt
dat de op jaarbasis berekende gegevens boven of onder de in artikel 2 aangegeven drempels
voor het aantal werkzame personen of de financiële maxima liggen, verkrijgt of verliest
zij de hoedanigheid van middelgrote, kleine of micro-onderneming slechts wanneer deze
situatie zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet.
-
3. In het geval van recent opgerichte ondernemingen waarvan de eerste jaarrekening
nog niet is afgesloten, worden de in aanmerking te nemen gegevens bepaald door middel
van een in de loop van het boekjaar te goeder trouw gemaakte schatting.
Artikel 5
Aantal werkzame personen
Het aantal werkzame personen komt overeen met het aantal arbeidsjaareenheden (AJE),
dat wil zeggen het aantal personen dat het gehele desbetreffende jaar voltijds in
de betrokken onderneming of voor rekening van deze onderneming heeft gewerkt. Het
werk van personen die niet het gehele jaar hebben gewerkt, deeltijdwerk ongeacht de
duur ervan en seizoenarbeid worden in breuken van AJE uitgedrukt. Het aantal werkzame
personen bestaat uit:
-
a) de loontrekkenden,
-
b) de personen die voor deze onderneming werken, er een ondergeschikte verhouding
mee hebben en voor het nationale recht met loontrekkenden gelijkgesteld zijn,
-
c) de eigenaren-bedrijfsleiders,
-
d) de vennoten die geregeld een activiteit in de onderneming uitoefenen en van de
onderneming financiële voordelen genieten.
Leerlingen en studenten die een beroepsopleiding volgen en een leer- of beroepsopleidingsovereenkomst
hebben, worden niet meegeteld in het aantal werkzame personen. De duur van zwangerschaps-
en ouderschapsverlof wordt niet meegerekend.
Artikel 6
Vaststelling van de gegevens van de onderneming
-
1. In het geval van een zelfstandige onderneming worden de gegevens, met inbegrip
van het aantal werkzame personen, uitsluitend op basis van de rekeningen van die onderneming
vastgesteld.
-
2. De gegevens, met inbegrip van het aantal werkzame personen, van een onderneming
die partnerondernemingen of verbonden ondernemingen heeft, worden vastgesteld op basis
van de rekeningen en andere gegevens van de onderneming of, zo van toepassing, van
de geconsolideerde rekeningen van de onderneming of van de geconsolideerde rekeningen
waarin de onderneming door consolidatie is opgenomen.
De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met de gegevens van de
eventuele partnerondernemingen van de betrokken onderneming, die zich meteen boven
of onder het niveau van die onderneming bevinden. De samentelling geschiedt in evenredigheid
met het aandeel in het kapitaal of de stemrechten (het hoogste van de twee percentages).
Bij wederzijdse participatie geldt het hoogste van deze percentages.
De in de eerste en tweede alinea bedoelde gegevens worden samengeteld met alle, nog
niet door consolidatie in de rekeningen opgenomen gegevens (100 %) van de eventuele,
direct of indirect met de betrokken onderneming verbonden ondernemingen.
-
3. Voor de toepassing van lid 2 resulteren de gegevens van de partnerondernemingen
van de betrokken onderneming uit de, indien van toepassing, geconsolideerde rekeningen
en andere gegevens. Deze worden samengeteld met alle gegevens (100 %) van de met deze
partnerondernemingen verbonden ondernemingen, tenzij hun gegevens reeds door consolidatie
daarin zijn opgenomen.
Voor de toepassing van het genoemde lid 2 resulteren de gegevens van de met de betrokken
onderneming verbonden ondernemingen uit hun, indien van toepassing, geconsolideerde
rekeningen en andere gegevens. Deze worden evenredig samengeteld met de gegevens van
de eventuele partnerondernemingen van deze verbonden ondernemingen, die zich meteen
boven of onder het niveau van laatstgenoemde ondernemingen bevinden, mits deze gegevens
in de geconsolideerde rekeningen nog niet zijn opgenomen in een verhouding die ten
minste gelijk is aan het in de tweede alinea van lid 2 vastgestelde percentage.
-
4. Indien het aantal werkzame personen van een bepaalde onderneming niet uit de geconsolideerde
rekeningen blijkt, wordt het berekend door de gegevens van haar partnerondernemingen
evenredig samen te tellen en daaraan de gegevens toe te voegen van de ondernemingen
waarmee zij is verbonden.
TITEL II
DIVERSE BEPALINGEN
Artikel 7
Statistieken
De Commissie neemt de nodige maatregelen om de door haar opgestelde statistieken te
presenteren naar de volgende klassen van ondernemingen:
a) 0 tot 1 persoon;
b) 2 tot en met 9 personen;
c) 10 tot en met 49 personen;
d) 50 tot en met 249 personen.
Artikel 8
Verwijzingen
-
1. In alle communautaire regelingen of programma's die worden gewijzigd of vastgesteld
en die de termen „KMO's”, „MKB”, „micro-onderneming”, „kleine onderneming”, „middelgrote
onderneming”, of soortgelijke termen bevatten, zou naar de in deze aanbeveling vervatte
definitie moeten worden verwezen.
-
2. De lopende communautaire programma's waarin de definitie van KMO's uit Aanbeveling
96/280/EG wordt gebruikt, blijven tijdens een overgangsperiode van toepassing op ondernemingen
die bij de vaststelling van die programma's als KMO's werden aangemerkt. De rechtens
bindende verplichtingen die de Commissie op grond van deze programma's heeft aangegaan,
blijven onverlet.
De definitie van de KMO's die in het kader van die programma's wordt gehanteerd, mag
onverminderd de eerste alinea slechts worden gewijzigd door overname van de in de
onderhavige aanbeveling vervatte definitie, overeenkomstig lid 1.
Artikel 9
Herziening
Op basis van een uiterlijk op 31 maart 2006 opgemaakte balans met betrekking tot de
uitvoering van in de onderhavige aanbeveling vervatte definitie en rekening houdend
met eventuele wijzigingen van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG in verband met de
definitie van verbonden ondernemingen in de zin van die richtlijn, past de Commissie
de in de onderhavige aanbeveling vervatte definitie en met name de voor de omzet en
het balanstotaal gekozen drempels aan om rekening te houden met de ervaring en de
economische ontwikkelingen in de Gemeenschap.
Bijlage bij paragraaf 1 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
2007-2013 (bijlage 2)
Bijlage bij paragraaf 1 van de
Subsidieregeling operationeel programma
Zuid-Nederland 2007-2013
AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIE
PERIODE 2007 - 2013
Versie: 6.0
Datum: mei 2010
Status: definitief
Aanvrager:
|
|
te
|
|
Projecttitel:
|
|
|
|
|
Dit aanvraagformulier geldt voor de subsidies in het kader van het Europees Fonds
voor Regionale Ontwikkeling in de periode 2007 – 2013 betreffende de deelregio Zuid
Nederland, zoals verwoord in het Operationeel Programma Zuid 2007 – 2013 en de Subsidieregeling
Operationeel Programma Zuid-Nederland.
Met dit aanvraagformulier kunt u subsidie aanvragen voor de Algemene subsidies, zoals
beschreven in paragraaf 1 van de Subsidieregeling.
Uw aanvraag zal in behandeling worden genomen wanneer een volledige aanvraag is ingediend.
Een volledige aanvraag bevat het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier
en de in de checklist bij dit formulier genoemde verplichte bijlagen.
|
Geef aan voor welke prioriteit u subsidie aanvraagt.
|
|
Prioriteit 1: Kenniseconomie, ondernemerschap & innovatie
|
|
|
|
Prioriteit 2: Attractieve regio’s
|
|
|
|
Prioriteit 3: Stedelijke dimensie
|
|
|
|
|
|
Volledige en ondertekende aanvragen worden ingediend bij de Beheersautoriteit OP Zuid,
p/a Stimulus Programmamanagement, postbus 585, 5600 AN te Eindhoven.
A. ALGEMENE GEGEVENS SUBSIDIEAANVRAGER
|
|
|
|
1. NAW gegevens aanvrager
|
Organisatie
|
|
Naam:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
Faxnummer:
|
|
E-mail adres:
|
|
Website:
|
|
Contactpersoon
|
|
Naam en voorletters:
|
|
Titel:
|
|
Functie binnen de organisatie:
|
|
Functie binnen het project:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
Mobiel nummer:
|
|
E-mailadres:
|
|
|
|
Adresgegevens
|
|
Postadres
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
Postcode:
|
|
|
|
Plaats:
|
|
Verblijfsadres
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
Postcode:
|
|
Plaats:
|
|
|
|
|
|
|
|
2. Nummer Kamer van koophandel
|
|
Is aanvrager ingeschreven bij de Kamer van Koophandel?
|
|
Nee
|
|
Ja
|
Indien ja:
|
Inschrijvingsnummer:
|
|
|
Code Bedrijfsindeling (BIK):
|
|
|
|
|
3. Bankgegevens aanvrager
|
(post)bankrekeningnummer:
|
|
Tenaamstelling rekening:
|
|
Onder vermelding van:
|
|
4. Contact steunpunt
|
Heeft u contact gehad met een van de personen van een steunpunt?
|
|
Zo ja, welk steunpunt en wie was uw contactpersoon?
|
|
Zo nee, waarom niet?
|
|
|
|
De subsidieaanvrager wordt geadviseerd contact op te nemen met het regionale steunpunt
(informele status) ter voorbereiding van een subsidieaanvraag. De contactgegevens
voor de regionale steunpunten kunt u vinden op de website www.brabant.nl.
B. SUBSIDIEREGELING Operationeel Programma Zuid-Nederland
|
1. Doelgroep (art. 1.2 subsidieregeling)
|
Geeft u aan tot welke doelgroep u behoort.
Toelichting art 1.2 lid 1: Subsidie voor het versterken van de innovativiteit van
de Zuid-Nederlandse economie en het direct of indirect bijdragen aan een veilig en
aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat kan worden aangevraagd door a. natuurlijke
personen, b. rechtspersonen of c. samenwerkingsverbanden van onder a. en b. bedoelde
doelgroepen (art 1.2 lid 1).
|
a. natuurlijke personen, als vertegenwoordiger van:
- een venootschap onder firma
- een commanditaire vennootschap
- een eenmanszaak
|
b. rechtspersonen
|
c. samenwerkingsverbanden
|
Geef aan tot welke doelgroep u behoort.
Toelichting art 1.2, lid 2: Subsidie voor het direct of indirect bijdragen aan een
aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat voor alle bewoners van de GSB-steden in Zuid-Nederland
kan worden aangevraagd door de GSB-steden.
|
Venlo
|
Breda
|
Tilburg
|
Eindhoven
|
Sittard-Geleen
|
Heerlen
|
Maastricht
|
s-Hertogenbosch
|
Helmond
|
Geef aan of u deel uitmaakt van een samenwerkingsverband in het kader van uw subsidieaanvraag.
Toelichting art. 1.2, lid 3 en 4: Indien er sprake is van een samenwerkingsverband
dient een van de deelnemers op als penvoerder en draagt de subsidiabele activiteit
de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.(art 1.2, lid 3).
Een voorbeeld van een samenwerkingsovereenkomst is te downloaden via www.brabant.nl.
De samenwerkingsovereenkomst dient als verplichte bijlage bij de aanvraag te worden
meegestuurd. Deze samenwerkingsovereenkomst dient door alle projectpartners te worden
getekend.
|
ja
|
nee
|
2. Subsidiabele activiteiten (art 1.3)
|
Geef de geplande start- en einddatum van het project.
|
|
Formuleer de doelstelling van het project
|
|
Geef aan bij welke subsidiabele activiteit de doelstelling van het project aansluit
|
A. Het versterken van de innovativiteit van de Zuid-Nederlandse economie en de positie
van Zuid-Nederland als toptechnologische regio in het bijzonder
|
B. Het direct of indirect bijdragen aan een veilig en aantrekkelijk vestigingsklimaat
|
C. Het direct of indirect bijdragen aan een aantrekkelijk woon- en werkomgeving voor
alle bewoners van GSB-steden in Zuid-Nederland
|
3. Subsidievereisten (art 1.5 t/m 1.7)
|
Geef aan in welke regio en gemeente u gevestigd bent (art 1.5, lid 1a)
|
- Limburg
- Oost-Brabant
- West-Brabant
- Zeeland
|
Geef aan op welke manier de subsidiabele activiteit ten goede komst aan Zuid-Nederland
(art. 1.5, lid 1b)
|
|
Geef een korte beschrijving van de projectactiviteiten.
Geef een korte opsomming van de aard van de werkzaamheden die in het kader van (het
subsidiabele deel van) het project uitgevoerd worden en sluit hierbij aan bij artikel.
1.5-1.7 van de Subsidieregeling. De activiteiten dienen nader te worden toegelicht
te worden in het projectplan.
|
|
Geef een korte beschrijving van de publiciteits- en pr-activiteiten.
Het betreft communicatieactiviteiten die uitgevoerd gaan worden om de Europese bijdrage
die het project gaat ontvangen kenbaar te maken. Zie voor een toelichting op de communicatievereisten
de website www.op-zuid.nl. Dit dient nader toegelicht te worden in het projectplan.
|
|
Geef een beschrijving van de effecten van uw project op de duurzaamheidaspecten PEOPLE,
PLANET en PROFIT. Dit dient nader toegelicht te worden in het projectplan.
|
|
Geef aan dat u de beginselen van gelijke behandeling van mannen en vrouwen, en van
het verbod op discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst
of overtuiging, leeftijd of seksuele geaardheid binnen uw project respecteert.
Dit dient nader toegelicht te worden in het projectplan.
|
|
Geef aan op welke wijze uw project toegankelijk is voor gehandicapten. Dit dient nader
toegelicht te worden in het projectplan.
|
|
C. PROJECTKOSTEN (ART 1.8)
|
|
Deze tabel geeft een overzicht van alle projectkosten. Gebruik alleen de opgegeven
kostensoorten (art 1.8). Zorg ervoor dat deze begroting aansluit bij die in het projectplan en
dat de totale investering (van de subsidiabele kosten) overeenstemt met de totale
financiering volgens het financieringsplan.
De in artikel 1.8 van de subsidieregeling en de artikelen 10 en 10a van de Regeling
EFRO bepaalde kostensoorten dienen in het projectplan nader onderbouwd te worden.
|
|
Projectkosten inclusief / exclusief BTW
|
Exclusief BTW
Bedragen in Euro
|
Inclusief BTW (als vraag C1= Nee)
Bedragen in Euro
|
Interne loonkosten o.b.v. integraal uurtarief
Loonkosten op basis van een vast tarief
|
|
|
Interne loonkosten o.b.v. brutoloon verhoogd met sociale lasten
Overhead (maximaal 20% van de totale projectkosten)
|
|
|
Kosten promotie en PR
|
|
|
Kosten aankoop grond
|
|
|
Kosten aankoop gebouwen en onroerend goed
|
|
|
Kosten aankoop machines, apparatuur en productiemiddelen
|
|
|
Kosten gebruik machines en apparatuur
|
|
|
Kosten verbruikte materialen en hulpmiddelen
|
|
|
Kosten van financiële transacties
|
|
|
Reis- en verblijfskosten
|
|
|
Andere aan derden verschuldigde kosten
|
|
|
Niet verrekenbare BTW
|
|
|
Af:
|
|
|
Opbrengsten
|
|
|
Totale subsidiabele kosten
|
|
|
|
|
|
Niet subsidiabele kosten
|
|
|
Totale projectkosten
|
|
|
|
|
|
|
1.
|
Bent u BTW-plichtig voor dit project?
|
|
Ja
|
|
Nee
|
|
BTW kunt u opvoeren als subsidiabele kosten.
Verklaring van de belastingverklaring of externe deskundige bijvoegen.
Toelichting
U kunt voor dit project afzonderlijk aangemerkt worden als ondernemer voor de belastingdienst.
Voor overheden geldt dat de BTW die voor het BTW-compensatiefonds in aanmerking komt
niet subsidiabel is.
|
2.
|
Is het project waarop deze aanvraag betrekking heeft onderdeel van een groter project,
waarvoor (niet-subsidiabele) kosten gemaakt worden?
|
|
Nee
|
|
Ja, u dient in de tabel met betrekking tot de kostensoorten de kostensoort “niet subsidiabele
kosten”in te vullen.
|
3.
|
Indien de subsidie niet zou worden verkregen, zou het project dan doorgang vinden?
|
|
Ja / Nee
|
|
|
|
|
|
|
|
Uitgavenplanning projectkosten
|
|
Bedragen in EURO
|
Jaar
|
1 april – 1 okt
|
1 okt – 1 april
|
Totaal
|
|
20
|
|
|
|
|
20
|
|
|
|
|
20
|
|
|
|
|
20
|
|
|
|
|
Totalen
|
|
|
|
|
Geef in de uitgavenplanning de verdeling van de totale projectkosten over de jaren
en genoemde perioden.
D. PROJECTFINANCIERING (art. 1.13-1.15)
|
|
In het financieringsplan wordt een overzicht gegeven van alle financiers van het project.
Geef per financier aan om welk percentage van de dekking het gaat. De gevraagde bijdrage
is de subsidie die wordt gevraagd.
De eigen inbreng van de aanvrager is ook onderdeel van de financiering van projectkosten
en dient hieronder ook te worden ingevuld om de financiering sluitend te maken.
Houd bij het invullen van de gevraagde EFRO-bijdrage rekening met artikel 1.13 tot
en met 1.15 van de Subsidieregeling.
|
Financiering projectkosten
|
Financieringsmethodiek
|
Bedragen in EURO
|
a.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
b.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
c.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
d.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
e.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
f.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
g.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
h.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
i.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
j.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
k.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
l.
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
M
|
|
|
vast bedrag
|
|
|
proportioneel bedrag
|
%
|
|
|
Gevraagde EFRO-bijdrage
|
(maximaal percentage in acht nemen)
|
|
Totale investering
|
100%
|
|
Vast bedrag: een vast bedrag onafhankelijk van de daadwerkelijk gerealiseerde kosten;
Proportioneel bedrag: indien lagere gerealiseerde kosten dan begroot, wordt de bijdrage
proportioneel verlaagd;
|
Is voor het project al eerder Europese subsidie aangevraagd en/of verstrekt ?
Indien ja, graag toelichten:
1. Is voor het project al eerder nationale of regionale subsidie aangevraagd en/of
verstrekt?
2. Zo ja, worden hier specifieke voorwaarden aan gesteld?
E. AANBESTEDING
|
|
Voor informatie over aanbesteding wordt u verwezen naar de website van het ministerie
van Economische Zaken, www.minez.nl en het Operationeel Programma Zuid-Nederland, www. Brabant.nl.
|
|
1
|
Besteed u ten behoeve van het project externe opdrachten aan?
|
|
Nee, ga verder bij onderdeel F.
|
|
|
Ja
|
|
|
|
2
|
Waar hebben de aanbestedingsregels betrekking op? NB Binnen één project kunnen meerdere
aanbestedingsregels van toepassing zijn.
In het projectvoorstel dient een nadere planning te worden opgenomen die betrekking
heeft op het doen van de aanbestedingen in het kader van het project.
|
|
Werken
|
|
|
Leveringen
|
|
|
Diensten
|
|
|
|
|
3
|
Bent u een aanbestedende dienst?
|
|
Nee
|
|
|
Ja
|
|
|
|
|
|
|
4.
|
Zo nee, wordt uw organisatie dan wel het project, voor meer dan 50% met overheidsmiddelen
gefinancierd?
|
|
Nee.
|
|
|
Ja, u wordt aangemerkt als aanbestedende dienst, derhalve zijn de aanbestedingsrichtlijnen
op uw organisatie van toepassing.
|
|
|
|
|
F. STAATSSTEUN
|
Voor algemene informatie over staatssteun verwijzen we u naar de website http://www.europadecentraal.nl en www.brabant.nl.
In het projectplan dient een staatssteunanalyse opgenomen te worden. Hierin dient
onderbouwd te worden of er al dan niet sprake is van staatssteun. Indien er sprake
is van geoorloofde staatssteun, dient ook dit nader onderbouwd te worden.
|
|
|
|
|
|
|
G. OVERIGE BENODIGDE INFORMATIE
|
Ruimtelijke ordening
|
1.
|
Past het project binnen het vigerend bestemmingsplan?
|
|
Niet van toepassing
|
|
Nee
|
|
Wanneer wordt goedkeuring verwacht? Graag in het projectplan een nadere specificatie
van de planning uitwerken.
|
|
|
Ja
|
Vergunningen en ontheffingen
|
1.
|
Zijn er vergunningen, ontheffingen en/of andere wettelijke goedkeuringen vereist waarvan
de afgifte nog tot vertraging van het project kan leiden?
|
|
Nee
|
|
Ja
|
Geef in onderstaande tabel aan welke vereiste vergunningen en/of ontheffingen nodig
zijn voordat met de uitvoering van het project mag worden aangevangen.
Hierbij kan gedacht worden aan: bodemsaneringen, vergunningen Wet Milieubeheer, Milieu
Effect Rapportages etc.
Indien de vergunning of ontheffing nog niet is afgegeven wordt bij “datum afgegeven”,
de datum ingevuld waarop de beschikking wordt verwacht. Daarnaast dient in het projectplan
een nadere specificatie van de planning met betrekking tot de vergunningen te worden
uitgewerkt waarin tevens de risico’s worden beschreven.
|
|
|
Vergunning/ontheffing
|
Van toepassing
|
Datum afgifte
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
H. ONDERTEKENING
|
|
H1. Verklaring
|
Ondergetekende verklaart:
|
H2. Ondertekening
|
Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Plaats
|
|
Datum
|
|
Naam
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Stempel organisatie:
|
|
|
|
Functie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handtekening:
|
Volledige aanvragen worden ingediend bij de Beheersautoriteit OP Zuid, p/aStimulus
Programmamanagement, Postbus 585, 5600 AN te Eindhoven.
BIJLAGE 1
|
|
Checklist verplichte bijlagen bij de aanvraag
|
1.
|
|
Projectplan
|
|
|
De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van een projectplan. De criteria waaraan
het projectplan dient te voldoen zijn te downloaden via www.op-zuid.nl, in de toelichting op de subsidieregeling.
|
2.
|
|
Kopie van Statuten
|
|
|
Niet van toepassing voor gemeenten
|
3.
|
|
De laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van het Burgerlijk Wetboek,
dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien
deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie op het moment van
de aanvraag.
|
|
|
De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van bescheiden waaruit de financiële positie
van de aanvrager blijkt. (Niet van toepassing voor gemeenten)
|
4.
|
|
Een verklaring van de bank dat het opgegeven rekeningnummer bij de betreffende bank
bekend is en op naam van de aanvrager staat; of een recent bankafschrift.
|
5
|
|
Kopie samenwerkings- c.q. uitvoeringsovereenkomst getekend door alle projectpartners
|
|
|
· Samenwerkingsovereenkomst: indien aanvrager betrokken is bij een juridisch samenwerkingsverband
voor het project.
· Uitvoeringsovereenkomst: indien aanvrager als private partij een overheidstaak
uitvoert en daarbij een uitvoeringsovereenkomst is gesloten.
|
6.
|
|
Belastingverklaring of accountantsverklaring afgegeven door een RA of AA accountant.
|
|
|
Indien de aanvrager niet-verrekenbare BTW als subsidiabele kosten opvoert.
|
7
|
|
Bewijzen van toegezegde financiering.
|
|
|
De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van bewijs waaruit blijkt dat de financiering
van het project gedekt is. Dit geldt ook als er sprake is van een eigen bijdrage.
Zie rubriek C3, financieringsplan project.
|
8.
|
|
Indien aankoop onroerend goed en/of tweedehands apparatuur van toepassing is op uw
project, dient er een verklaring van verkoper, dat er de afgelopen 10 jaar geen nationale
of communautaire subsidie is ontvangen, bijgevoegd te worden.
|
9
|
|
Ingevulde bijlage 2 Indicatoren. De onderbouwing van de indicatoren en wijze van monitoring
dienen in het projectplan te worden toegelicht.
|
10.
|
|
Beschrijving AO/IC van aanvrager cq partner
|
|
|
|
|
Indien sprake is van een samenwerkingsverband, dan dienen alle bijlagen die van toepassing
zijn, van alle projectpartners te worden bijgevoegd.
Bijlage 2
Indicatoren
|
Geef in onderstaande tabel per indicator, behorend bij de prioriteit waarbinnen Uw
project valt, de verwachte prestatie aan.
|
Maatregel
|
Prestatie
|
Eenheid
|
|
Indicator
|
Prioriteit 1: Innovatie & Ondernemerskracht
|
|
|
Aantal R&D projecten
|
|
aantal
|
|
Uitgelokte private R&D investeringen
|
|
Bedrag
|
|
Uitgelokte publieke R&D investeringen
|
|
Bedrag
|
|
Aantal ondersteunde startende bedrijven en kleine bedrijven
|
|
Aantal
|
|
Aantal ondersteunde MKB-bedrijven
|
|
Aantal
|
|
Aantal samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en kennis-/researchinstellingen
|
|
Aantal
|
|
Aantal bruto gecreëerde arbeidsplaatsen
|
|
FTE
|
Prioriteit 2: Attractieve regio’s
|
|
|
Aantal projecten gericht op verbetering van natuur, landschap of cultureel erfgoed
|
|
Aantal
|
|
Aantal toeristisch-recreatieve projecten
|
|
Aantal
|
|
Aantal projecten gericht op verbetering bereikbaarheid
|
|
Aantal
|
|
|
Aantal hectare bedrijfsterreinen gemoderniseerd
|
|
Ha
|
|
Aantal projecten gericht op milieu (inclusief externe veiligheid en luchtkwaliteit.)
|
|
Aantal
|
|
Aantal bruto gecreëerde arbeidsplaatsen
|
|
FTE
|
Prioriteit 3: Attractieve steden
|
|
|
Aantal projecten gericht op ondernemerschap, stads/wijkeconomie.
|
|
Aantal
|
|
Aantal projecten gericht op participatie, leefbaarheid, of sociale activering
|
|
Aantal
|
|
Aantal m2 bedrijfslocatie gemoderniseerd
|
|
m2
|
|
Aantal gerenoveerde of nieuwe stedelijke voorzieningen
|
|
Aantal
|
|
Aantal bruto gecreëerde arbeidsplaatsen
|
|
FTE
|
Bijlage bij paragraaf 2 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
2007-2013 (bijlage 6)
Bijlage bij paragraaf 2 van de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland
2007-2013
AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIEREGELING
PARAGRAAF 2
MKB SUBSIDIES
PERIODE 2007 - 2013
Versie: 5.0 mei 2010
Status: behorend bij Toetsingskader
6.0
|
|
Aanvrager
|
|
te
|
|
Projecttitel:
|
|
|
|
Toelichting bij het indienen van de aanvraag
|
Dit aanvraagformulier is bedoeld voor aanvragen in het kader van de MKB subsidie,
paragraaf 2, voor de innovatiemedewerker, het innovatieadvies, het innovatieproject
en het sociale innovatie advies in het kader van het Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling in de periode 2007-2013, betreffende de deelregio Zuid Nederland, zoals
verwoord in het Operationeel Programma Zuid 2007-2013 en de Subsidieregeling Operationeel
Programma Zuid-Nederland.
Met dit aanvraagformulier kunt u subsidie aanvragen voor de MKB-subsidies, zoals beschreven
in paragraaf 2 van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland en de
bijbehorende toelichting.
Uw aanvraag zal in behandeling worden genomen wanneer een volledige aanvraag is ingediend.
Een volledige aanvraag bevat het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier
en de in de checklist genoemde verplichte bijlagen.
|
Procedure en werkwijze MKB subsidies Operationeel Programma voor Zuid-Nederland Europees
Fonds Regionale Ontwikkeling 2007 – 2013
|
Op de website www.brabant.nl kunt u de procedure voor behandeling van aanvragen onder
de MKB subsidies vinden. Ook in de toelichting op de subsidieregeling Operationeel
Programma Zuid-Nederland kunt u de procedure voor behandeling van aanvragen onder
de MKB subsidies lezen.
Volledige en ondertekende aanvragen worden ingediend bij De Beheersautoriteit OP Zuid,
p/a Stimulus Programmamanagement, postbus 585, 5600 AN te Eindhoven.
|
|
Dit aanvraagformulier geldt voor de aanvraag van MKB subsidies, zoals omschreven in
paragraaf 2 van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland, in het
kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in de periode 2007 – 2013
betreffende de deelregio Zuid Nederland, zoals verwoord in het Operationeel Programma
Zuid 2007 – 2013.
De MKB subsidies vallen in het OP-Zuid Programma onder prioriteit 1.
|
Geef hiernaast aan onder welke regeling u subsidie aanvraagt.
|
|
OP-Zuid Innovatie Advies
|
|
OP-Zuid Innovatiemedewerker
|
|
OP-Zuid Innovatieprojecten, individueel deel
|
|
OP Zuid Innovatieprojecten, module samenwerking
|
|
OP Zuid Sociale Innovatie advies
|
|
Prestatie
|
Eenheid
|
|
A. ALGEMENE GEGEVENS SUBSIDIEAANVRAGER
|
|
|
|
|
1. NAW gegevens aanvrager
Voor module samenwerking: penvoerder (“lead partner”) hieronder invullen. Voor gegevens
overige projectpartners dient bijlage 3 te worden ingevuld.
|
|
Organisatie
|
|
|
Naam:
|
|
|
Telefoonnummer:
|
|
|
Faxnummer:
|
|
|
E-mail adres:
|
|
|
Website:
|
|
|
Contactpersoon
|
|
|
Naam en voorletters:
|
|
|
Titel:
|
|
|
Functie binnen de organisatie:
|
|
|
Functie binnen het project:
|
|
|
Telefoonnummer:
|
|
|
Mobiel nummer:
|
|
|
E-mailadres:
|
|
|
|
|
|
Adresgegevens
|
|
|
Postadres
|
Straat en huisnummer:
|
Plaats
|
|
Postcode:
|
|
|
|
Verblijfsadres
|
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
|
Postcode:
|
|
Plaats:
|
|
|
2. Nummer Kamer van koophandel
|
|
Is aanvrager ingeschreven bij de Kamer van Koophandel?
|
|
Nee
|
|
Ja
|
Indien ja:
|
Inschrijvingsnummer:
|
|
|
Code Bedrijfsindeling (BIK):
|
|
|
|
|
3. Bankgegevens aanvrager
|
(post)bankrekeningnummer:
|
|
Tenaamstelling rekening:
|
|
Onder vermelding van:
|
|
4. Contact Regionale Ontwikkeling Maatschappij 1)
|
Heeft u contact gehad met één van de personen van een ontwikkeling maatschappij of
Syntens of PSW?
|
|
Zo ja, welke ontwikkelingsmaatschappij en wie was uw contactpersoon?
|
|
Zo nee, waarom niet?
|
|
|
|
5.
|
Indicatoren
|
Geef in onderstaande tabel per indicator de verwachte prestatie voor het project aan.
Zie voor definities de toelichting op de website www.op-zuid.nl.
|
|
D. OVERIGE BENODIGDE INFORMATIE
|
D1. Ruimtelijke ordening
|
1.
|
Past het project binnen het vigerend bestemmingsplan?
|
|
Niet van toepassing
|
|
Nee
|
|
Wanneer wordt goedkeuring verwacht?
|
|
|
Ja
|
|
|
|
D2. Vergunningen en ontheffingen
|
1.
|
Zijn er vergunningen, ontheffingen en/of andere wettelijke goedkeuringen vereist waarvan
de afgifte nog tot vertraging van het project kan leiden?
|
|
Nee
|
|
Ja
|
Geef in onderstaande tabel aan welke vereiste vergunningen en/of ontheffingen nodig
zijn voordat met de uitvoering van het project mag worden aangevangen.
Hierbij kan gedacht worden aan: bodemsaneringen, vergunningen Wet Milieubeheer, Milieu
Effect Rapportages etc.
Indien de vergunning of ontheffing nog niet is afgegeven wordt bij “datum afgegeven”,
de datum ingevuld waarop de beschikking wordt verwacht.
In het projectplan dienen de planning en de risico’s met betrekking tot de vergunningen
en/of ontheffingen nader uitgelegd te worden.
|
|
|
Vergunning/ontheffing
|
Van toepassing
|
Datum afgifte
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
E. ONDERTEKENING
|
|
E1. Verklaring
|
Ondergetekende verklaart / ondergetekenden verklaren:
|
· bevoegd te zijn voor het indienen en ondertekenen van de subsidieaanvraag;
· alle gegevens in het aanvraagformulier en de bijlagen naar waarheid te hebben
ingevuld;
· dat de subsidie noodzakelijk is als resterende financiering van de kosten van
het project;
· dat er geen sprake is van andere financiering uit Europese subsidieprogramma’s;
· op de hoogte te zijn van en zich te houden aan de voorwaarden en verplichtingen,
zoals bepaald in het aanvraagformulier, de subsidieregeling Operationeel Programma
Zuid Nederland en overige van toepassing zijnde regelgeving;
· zich verantwoordelijk en aansprakelijk te stellen voor een goed verloop van
de activiteiten in het kader van het project, de naleving van de voorwaarden die in
de regelgeving zijn vastgelegd en de nakoming aan de subsidieverlening verbonden en
verplichtingen;
· er van op de hoogte te zijn dat de aanvrager zelf verantwoordelijk is en blijft
voor het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen en dat schade voortvloeiend
uit het niet verkrijgen daarvan voor rekening zijn van de aanvrager;
· op verzoek alle gewenste informatie te verschaffen aan functionarissen die
door de subsidieverstrekker daartoe zijn aangewezen;
· garant te staan voor de opgegeven eigen bijdrage die voor dit project is benodigd;
· niet in surseance van betaling of in staat van faillissement te zijn.
|
|
E2. Ondertekening
|
Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend
|
|
|
|
|
|
Aanvrager (penvoerder):
|
|
|
|
|
Plaats
|
|
Datum
|
|
Naam
|
|
|
|
|
|
Stempel organisatie:
|
|
|
|
Functie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
Indien aanvrager(s) dit wensen:
|
|
|
|
|
Gemachtigde (kopie volmacht bijvoegen)
|
|
|
Contactinformatie gemachtigde
|
|
Datum
|
|
Naam
|
Naam bedrijf:
|
|
|
|
|
Naam persoon:
|
|
|
|
Functie:
|
Postadres:
|
|
Plaats:
|
|
|
PC + plaats:
|
|
|
|
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bij Innovatieproject, module samenwerking:
|
|
|
|
|
Partner 1:
|
|
|
|
|
Plaats
|
|
Datum
|
|
Naam
|
|
|
|
|
|
Stempel organisatie:
|
|
|
|
Functie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Partner 2:
|
|
|
|
|
Plaats
|
|
Datum
|
|
Naam
|
|
|
|
|
|
Stempel organisatie:
|
|
|
|
Functie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Eventueel aanvullen bij meer dan 3 partijen (penvoerder + 2 partners).
Volledige aanvragen worden ingediend bij Stimulus Programmamanagement, Postbus 585,
5600 AN te Eindhoven.
BIJLAGE 1
|
|
Checklist mee te zenden bijlagen bij de aanvraag
|
1.
|
|
Projectvoorstel
|
|
|
De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van een projectvoorstel . De criteria waaraan
het projectplan dient te voldoen zijn te downloaden via www.brabant.nl., in de toelichting op de subsidieregeling.
|
2.
|
|
Kopie Statuten
|
|
|
Niet van toepassing voor gemeenten
|
3.
|
|
Kopie van de laatst opgemaakte en volledige jaarrekening als bedoeld in artikel 361
van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de
toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële
positie op het moment van de aanvraag.
|
|
|
De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van bescheiden waaruit de financiële positie
van de aanvrager blijkt. (Niet van toepassing voor gemeenten)
|
4.
|
|
Kopie Actueel uittreksel uit het handelsregister
|
|
|
Indien aanvrager is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Met een actueel uittreksel
wordt bedoeld een uittreksel dat minder dan een jaar oud is op moment van indiening.
|
5.
|
|
Een verklaring van de bank dat het opgegeven rekeningnummer bij de betreffende bank
bekend is en op naam van de aanvrager staat; of een recent bankafschrift.
|
6.
|
|
Kopie samenwerking- c.q. uitvoeringsovereenkomst getekend door alle projectpartners
|
|
|
· Indien begunstigde als private partij een overheidstaak uitvoert en daarbij
een uitvoeringsovereenkomst is gesloten, zoals bedoeld in artikel 2.6.
· Indien begunstigde betrokken is bij een juridisch samenwerkingsverband
voor het project, zoals bedoeld in artikel 2.6.
|
7.
|
|
Kopie Belastingverklaring of accountantsverklaring afgegeven door een RA of AA accountant.
|
|
|
Indien de begunstigde niet-verrekenbare BTW als subsidiabele kosten opvoert.
|
8.
|
|
Bewijzen van toegezegde financiering.
|
|
|
De aanvraag dient altijd vergezeld te gaan van bewijs waaruit blijkt dat de financiering
van het project gedekt is, zowel wat betreft de eigen bijdrage als eventuele overige
financiering.
|
9.
|
|
Indien aankoop onroerend goed en/of tweedehands apparatuur van toepassing is op uw
project, dient er een verklaring van verkoper, dat er de afgelopen 10 jaar geen nationale
of communautaire subsidie is ontvangen, bijgevoegd te worden.
|
10.
|
|
Beschrijving AO/IC van aanvrager c.q. partner
|
12.
|
|
Voor iedere deelnemer die zich classificeert als MKB-ondernemer, een volledig ingevulde
en ondertekende“bijlage 2 MKB-verklaring”, inclusief de achterliggende berekeningswijzen
(eigen onderneming + partnerondernemingen + verbonden ondernemingen).
|
13.
|
|
Indien aanvrager(s) hiervoor kiezen: kopie volmacht.
|
|
|
|
|
BIJLAGE 2
|
|
MKB-verklaring
|
Voor iedere aanvrager die zich classificeert als MKB-onderneming, dient navolgende
bijlage te worden ingevuld.
De definities van MKB-status is te vinden op de website www.brabant.nl.
|
Nota bene:
Volgens de definitie van de Commissie die zij in de Aanbeveling betreffende kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (zie: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/nl/oj/2003/l_124/l_12420030520nl00360041.pdf)
doet, heeft een middelgrote onderneming minder dan 250 werknemers, en een kleine minder
dan 50. Een onderneming dient zelfstandig te zijn en een beperkte jaaromzet te hebben.
Voor gedetailleerde criteria zie de Aanbeveling. De criteria worden toegepast op een
onderneming in haar geheel, inclusief dochterondernemingen (ook buiten Nederland).
Meer informatie:
Handreiking van de Europese Commissie ‘The new SME definition’ (in het Engels, zie http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/sme_definition/sme_user_guide.pdf)
Deze handreiking bevat duidelijke voorbeelden over hoe totaal van de onderneming moet
worden berekend, inclusief partnerondernemingen (“partner”) en verbonden ondernemingen
(“linked”). Neem hiervan a.u.b. gedegen kennis en leg de berekening vast!
|
Ondergetekende verklaart kennis te hebben genomen van de regelgeving omtrent MKB-status
van ondernemingen.
Inzake onderneming verklaart
ondergetekende vervolgens dat:
· het aantal werkzame personen minder dan 250 bedraagt, en
· de jaaromzet minder dan 50 miljoen Euro bedraagt, of
· het balanstotaal minder dan 43 miljoen Euro bedraagt.
Gemeten over het laatst afgesloten boekjaar 20 bedroegen deze variabelen namelijk:
· aantal werkzame personen: personen,
· jaaromzet:
Euro,
· balanstotaal: Euro.
(jaarrekening en berekeningswijzen bijvoegen)
NB: voorgaande cijfers dienen te gelden voor het geheel van de onderneming inclusief
partnerondernemingen en/of verbonden ondernemingen!
Bij indiening van de aanvraag dient een toelichting en berekening van deze variabelen
overlegd te worden.
|
Plaats
|
|
Datum
|
|
Naam
|
|
|
|
|
|
Stempel organisatie:
|
|
|
|
Functie:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bijlage 3: gegevens projectpartners
voor module samenwerking
|
Partner 1
|
1. Rechtsvorm
|
Rechtsvorm:
Kies één van de aangegeven mogelijkheden
|
|
Rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid te weten:
|
|
|
|
|
MKB-status
|
ja / nee
(aub doorhalen wat niet van toepassing is)
|
|
vul MKB-verklaring (bijlage 2) in
|
|
|
|
|
2. NAW gegevens
|
Organisatie
|
|
Naam:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
Faxnummer:
|
|
E-mail adres:
|
|
Website:
|
|
Contactpersoon
|
|
Naam en voorletters:
|
|
Titel:
|
|
Functie binnen de organisatie:
|
|
Functie binnen het project:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
Mobiel nummer:
|
|
E-mailadres:
|
|
|
|
Adresgegevens
|
|
Postadres
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
Postcode:
|
|
|
|
Plaats:
|
|
Verblijfsadres
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
Postcode:
|
|
Plaats:
|
|
|
|
3. Overige gegevens
|
1.
|
Is begunstigde ingeschreven bij de Kamer van Koophandel?
|
|
Nee
|
|
Ja
|
Indien ja:
|
Inschrijvingsnummer:
|
|
|
Code Bedrijfsindeling (BIK):
|
|
2.
|
Is begunstigde BTW-plichtig voor dit project?
|
|
Nee
|
|
|
|
Ja
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bijlage 3: gegevens projectpartners
voor module samenwerking
|
Partner 2
|
1. Rechtsvorm
|
Rechtsvorm:
Kies één van de aangegeven mogelijkheden
|
|
Rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid te weten:
|
|
|
|
|
MKB-status
|
ja / nee
(aub doorhalen wat niet van toepassing is)
|
|
vul MKB-verklaring (bijlage 2) in
|
|
|
|
|
2. NAW gegevens projectpartner
|
Organisatie
|
|
Naam:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
Faxnummer:
|
|
E-mail adres:
|
|
Website:
|
|
Contactpersoon
|
|
Naam en voorletters:
|
|
Titel:
|
|
Functie binnen de organisatie:
|
|
Functie binnen het project:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
Mobiel nummer:
|
|
E-mailadres:
|
|
|
|
Adresgegevens
|
|
Postadres
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
Postcode:
|
|
|
|
Plaats:
|
|
Verblijfsadres
|
|
Straat en huisnummer:
|
|
Postcode:
|
|
Plaats:
|
|
|
|
3. Overige gegevens
|
1.
|
Is begunstigde ingeschreven bij de Kamer van Koophandel?
|
|
Nee
|
|
Ja
|
Indien ja:
|
Inschrijvingsnummer:
|
|
|
Code Bedrijfsindeling (BIK):
|
|
2.
|
Is begunstigde BTW-plichtig voor dit project?
|
|
Nee
|
|
|
|
Ja
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NB: bij meer dan 3 partijen (penvoerder + 2 partners) a.u.b. bijlage 3 vermenigvuldigen
en invullen.
1) De subsidieaanvrager wordt geadviseerd contact op te nemen met een regionale ontwikkelingsmaatschappij,
Syntens of PSW (voor sociale innovatieadvies) ter voorbereiding van een subsidieaanvraag
(informele status). De contactgegevens voor de regionale ontwikkelingsmaatschappijen
en Syntens kunt u vinden op de website www.brabant.nl.
Bijlage bij de artikelen 1.16 en 2.18 van de Subsidieregeling operationeel programma
Zuid-Nederland 2007-2013 (bijlage 3)
Bijlage bij de artikelen 1.16 en 2.18 van de Subsidieregeling operationeel programma
Zuid-Nederland 2007-2013
VOORTGANGSFORMULIER SUBSIDIE
PERIODE 2007 - 2013
Versie: 1.0
Datum: 06 april 2010
Status: definitief
|
|
Begunstigde:
|
|
te
|
|
Projecttitel:
|
|
Projectnummer:
|
|
|
|
|
Inhoudsopgave:
1. Inhoudelijke rapportage.
2. Bijlage aanbestedingen.
3. Factuurbijlage.
4. Urenbijlage.
5. Indicatorenbijlage.
6. Lijst aan te leveren stukken bij voortgangsrapportage (de stukken dienen
per post of per e-mail bij de beheersautoriteit, p/a Stimulus Programmamanagement
te worden ingediend).
|
|
|
|
1. INHOUDELIJKE RAPPORTAGE
|
|
1 A. Uitvoering van het project
|
|
Geef inzicht in de fysieke / inhoudelijke stand van het project. (mijlpalen hier vermelden).
Er dient een aansluiting gemaakt te worden met het oorspronkelijke projectplan
|
|
|
|
Is sprake geweest van inhoudelijke en/of financiële wijzigingen t.o.v. het ingediende
projectplan?
|
|
|
|
Zo ja, welke en wat waren eventuele consequenties voor het project?
|
|
|
|
Is voor deze wijzigingen een verzoek tot ontheffing ingediend bij het programmamanagement?
|
|
|
|
Is dit verzoek goedgekeurd door het programmamanagement?
|
|
|
|
Wordt het project uitgevoerd conform het overeengekomen tempo in het projectplan en
toekenning?
Zo nee, geef aan wat hiervan de consequenties zijn voor de verdere looptijd van het
project en de subsidietoekenning.
|
|
|
|
Geef aan welke bedragen van cofinanciers in de projectperiode zijn ontvangen.
|
|
|
|
Is de uitgavenplanning nog in overeenstemming met de planning in het aanvraagformulier
en beschikking?
Zo nee, geef hier gedetailleerd de nieuwe planning op per rapportage moment t/m einde
projectperiode
|
|
|
|
Is de administratieve organisatie van het project bij Stimulus in het bezit?
|
|
|
|
Zo ja, is deze gewijzigd?
|
|
|
|
Zo nee, deze als bijlage meesturen, minimaal de urenprocedure en inkoop-/betaalprocedure
|
|
|
|
Heeft U een controle ter plaatse gehad vanuit Stimulus?
|
|
|
|
Zo ja, indien er correcties waren, heeft U die verwerkt in dit voortgangsformulier?
|
|
|
|
1 B. Europese en Nationale regelgeving
|
|
Geef aan welke acties u in de projectperiode heeft ondernomen op het vlak van promotie
en publiciteit.
|
|
|
|
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële
steun van de Europese Unie is uitgevoerd.
|
|
|
|
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële
steun van het Rijk en/of Provincie(s) is uitgevoerd.
|
|
|
|
1 C. Vragen en opmerkingen
|
|
Heeft u nog vragen en/of opmerkingen die u wilt bespreken met het programmamanagement?
|
|
|
|
Zo ja, welke?
|
|
|
|
Naar waarheid ingevuld:
Plaats: Datum:
Naam:
Functie:
Stempel organisatie:
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
2. BIJLAGE AANBESTEDINGEN
|
|
|
3. FACTUURBIJLAGE
|
|
|
4. URENBIJLAGE
|
|
Medewerker
|
Omschrijving
|
Aantal uren
|
Kostentype
|
Code
|
Tarief (ex BTW)
|
Bedrag
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. INDICATORENBIJLAGE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Jaar
|
Indicator beschikking
|
Doelstelling beschikking
|
Realisatie t/m huidig voortgang formulier
|
Realisatie t/m huidig voortgang formulier
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. Lijst aan te leveren stukken bij de voortgangsformulier
|
|
|
|
|
|
|
|
Bijlage bij de artikelen 1.17 en 2.19 van de Subsidieregeling operationeel programma
Zuid-Nederland 2007-2013 (bijlage 4)
Bijlage bij de artikelen 1.17 en 2.19 van de Subsidieregeling operationeel programma
Zuid-Nederland 2007-2013
VERZOEK TOT ONTHEFFING voor
het vertragen, wijzigen of
stopzetten van de subsidiabele activiteiten
PERIODE 2007 - 2013
· Versie: 1.0
· Datum: 06 april 2010
· Status: definitief
|
|
Begunstigde:
|
|
te
|
|
Projecttitel:
|
|
Projectnummer:
|
|
|
|
|
Dit is het formulier voor het verzoek tot ontheffing in het kader van de Subsidieregeling
operationeel programma 2007-2013. Het volledige formulier bestaat uit 2 pagina’s.
De vragen die niet zijn van toepassing voor uw project, hoeven niet ingevuld te worden.
Graag ontvangen wij het verzoek met handtekening retour. U ontvangt een bevestiging
zodra uw verzoek accoord is.
|
|
Inhoudelijke gegevens
|
|
|
|
Datum:
|
|
Opgemaakt door:
|
|
|
I.
|
Algemene projectgegevens
|
|
Naam project:
|
|
Projectnummer:
|
|
|
II.
|
Gegevens eindbegunstigde
|
|
Naam:
|
|
Adres:
|
|
Postcode/vestigingsplaats:
|
|
Contactpersoon:
|
|
Functie:
|
|
Telefoonnummer:
|
|
E-mailadres:
|
|
|
III.
|
Inhoudelijke doelstellingen van het project
|
a.
|
Wat wilt u gewijzigd hebben en wat is de reden van de wijziging? 1)
|
|
|
b.
|
Wat zijn de consequenties hiervan voor het behalen van de inhoudelijke doelstellingen
van het project?
|
|
|
c.
|
Worden alle activiteiten uitgevoerd zoals omschreven in het aanvraagformulier?
|
|
|
d.
|
Indien het antwoord nee is, wat is hiervan de oorzaak?
|
|
|
e.
|
In hoeverre veranderen de verwachte effecten van uw project op de duurzaamheidsaspecten
People, Planet en Profit, door het project te wijzigen?
|
|
|
f.
|
In hoeverre verandert het project innovatief gezien door het wijzigingsvoorstel voor
uw onderneming, product, dienst, proces, etc.?
|
|
|
g.
|
Zijn er wijzigingen in de bijdrage van het project voor het perspectief van uw bedrijf
(in termen van bijvoorbeeld [verwachte] werkgelegenheid, omzet, marktperspectief,
etc.)?
|
|
|
IV.
|
Financiële doelstellingen van het project
|
a
|
Wat zijn de consequenties van de wijziging voor het behalen van de financiële doelstellingen
van het project?
|
|
|
b
|
In hoeverre verandert de financieringsopzet van het project door het wijzigingsvoorstel?
|
|
|
c
|
Hoe ziet de begroting er uit na het wijzigingsvoorstel?
|
|
|
d
|
Hoe ziet de financieringsopzet eruit na het wijzigingsvoorstel?
|
|
|
e
|
Hoe ziet de uitgavenplanning eruit door het wijzigingsvoorstel?
|
|
|
|
Plaats: Datum:
Naam:
Functie:
Stempel organisatie:
Handtekening:
|
1) Onder wijzigen wordt tevens verstaan stopzetten of vertragen.
Bijlage bij de artikelen 1.19 en 2.21 van de Subsidieregeling operationeel programma
Zuid Nederland 2007 -2013 (bijlage 5)
Bijlage bij de artikelen 1.19 en 2.21 van de Subsidieregeling operationeel programma
Zuid-Nederland 2007-2013
VERZOEK TOT VASTSTELLING SUBSIDIE
PERIODE 2007 - 2013
Versie: 1.0
Datum: 06 april 2010
Status: definitief
|
|
Begunstigde:
|
|
te
|
|
Projecttitel:
|
|
Projectnummer:
|
|
|
|
|
Inhoudsopgave:
1. Inhoudelijke rapportage.
2. Bijlage aanbestedingen.
3. Factuurbijlage.
4. Urenbijlage.
5. Indicatorenbijlage.
6. Lijst aan te leveren stukken bij het verzoek tot vaststelling.
|
|
|
|
1. INHOUDELIJKE RAPPORTAGE
|
|
1 A. Uitvoering van het project
|
|
Geef inzicht in de fysieke / inhoudelijke uitvoering van het project op totaalniveau
(mijlpalen hier vermelden).
Er dient een analyse gemaakt te worden met het oorspronkelijke projectplan
|
|
|
|
Is sprake geweest van inhoudelijke en/of financiële wijzigingen t.o.v. het ingediende
projectplan?
|
|
|
|
Zo ja, welke en wat waren eventuele consequenties voor het project?
|
|
|
|
Is voor deze wijzigingen een verzoek tot ontheffing ingediend bij de beheersautoriteit
(p/a Stimulus programmamanagement)?
|
|
|
|
Is dit verzoek goedgekeurd door de beheersautoriteit?
|
|
|
|
Is het project uitgevoerd conform de overeengekomen looptijd van het project?
|
|
|
|
Zo nee, geef aan wat hiervan de consequenties waren voor het project en de subsidietoekenning.
|
|
|
|
Geef aan welke bedragen van cofinanciers in de projectperiode zijn ontvangen.
|
|
|
|
1 B. Europese en Nationale regelgeving
|
|
Geef aan welke acties u in de projectperiode heeft ondernomen op het vlak van promotie
en publiciteit.
|
|
|
|
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële
steun van de Europese Unie is uitgevoerd.
|
|
|
|
Geef aan hoe u bij bovenstaande acties kenbaar heeft gemaakt dat het project met financiële
steun van het Rijk en/of Provincie(s) is uitgevoerd.
|
|
|
|
1 C. Vragen en opmerkingen
|
|
Heeft u nog vragen en/of opmerkingen die u wilt bespreken met het programmamanagement?
|
|
|
|
Zo ja, welke?
|
|
|
|
Naar waarheid ingevuld:
Plaats: Datum:
Naam:
Functie:
Stempel organisatie:
Handtekening:
|
|
|
|
|
|
2. BIJLAGE AANBESTEDINGEN
|
|
|
3. FACTUURBIJLAGE
|
|
|
4. URENBIJLAGE
|
|
Medewerker
|
Omschrijving
|
Aantal uren
|
Kostentype
|
Code
|
Tarief (ex BTW)
|
Bedrag
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. INDICATORENBIJLAGE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Jaar
|
Indicator beschikking
|
Doelstelling beschikking
|
Realisatie t/m huidig voortgang formulier
|
Realisatie t/m huidig voortgang formulier
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. Lijst aan te leveren stukken bij de voortgangsformulier
|
|
CONTROLEPROTOCOL
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING
OP-Zuid 2007 – 2013
VERSIE 1.0
06 APRIL 2010
Controleprotocol OP-Zuid 2007-2013
Versie 1.0, 06 april 2010
|
Dit controleprotocol behoort bij het “Operationeel Programma voor Zuid-Nederland,
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013” en de subsidieregeling operationeel
programma Zuid-Nederland 2007-2013. Dit controleprotocol is van toepassing op de controle
van een verzoek tot vaststelling van een uit het OP-Zuid gesubsidieerd project.
Wettelijk kader
Dit controleprotocol is opgesteld op basis van de subsidieregeling operationeel programma
Zuid Nederland 2007-2013. Deze subsidieregeling is van toepassing op de beoordeling
van subsidieaanvragen en bevat de verschillende criteria waaraan de subsidieaanvragen
en subsidievaststellingen binnen het OP-Zuid worden getoetst. Die criteria zijn onder
andere een vertaling van de overige verordeningen en regelgeving die van toepassing
zijn op het programma.
Object van controle is het door de subsidieontvanger opgestelde verzoek tot vaststelling.
Doel
Doel van dit controleprotocol is:
- De subsidieontvanger en de controlerend accountant te informeren over waar de controle
zich op zal richten;
- De subsidieontvanger en de controlerend accountant te informeren hoe en met inachtneming
waarvan de controle uitgevoerd zal worden;
- De controle voor zowel de subsidieontvanger als de controlerend accountant zo efficiënt
mogelijk te laten verlopen.
De accountant wordt gevraagd zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid van het verzoek
tot vaststelling te controleren.
Procedure
De controle dient plaats te vinden door een externe deskundige zoals bedoeld in artikel
393, lid 1 Burgerlijk Wetboek Boek 2 1) en mondt uit in het verstrekken van een accountantsverklaring,
conform bijlage 1 bij dit controleprotocol. Deze extern deskundige wordt aangewezen
door de subsidieontvanger middels een schriftelijke opdracht. In deze schriftelijke
opdracht dient expliciet te worden opgenomen dat de accountant zijn controle zal uitvoeren
met inachtneming van dit controleprotocol.
De controle zal primair plaatsvinden bij de subsidieontvanger. Indien noodzakelijk
kan de controle zich uitbreiden naar de locatie van andere projectpartners. Aan de
projectadministratie en –documentatie worden afzonderlijke eisen gesteld. De accountant
dient zijn bevindingen af te stemmen met de subsidieontvanger voordat rapportage plaatsvindt.
Rapportage vindt plaats in de vorm van een accountantsverklaring, conform de in de
bijlage opgenomen model-accountantsverklaring. De accountantsverklaring is bestemd
voor de beheersautoriteit (p/a Stimulus Programmamanagement), dient voor de definitieve
einddatum van het project afgegeven te zijn en is bedoeld als hulpmiddel voor de beheersautoriteit
bij het vaststellen van de subsidie.
De mogelijkheid bestaat dat de Rijksauditdienst en/of de Rekenkamer en/of de beheersautoriteit
een review uitvoeren op de controle. Dossierinzage door de eventuele reviewer vindt
plaats bij de accountant die de controle heeft uitgevoerd aan de hand van het door
de accountant opgebouwde controledossier, dit nadat de subsidieontvanger daarvan in
kennis is gesteld.
Eventuele vragen over (interpretaties van) het controleprotocol kunnen door de subsidieontvanger
of de controlerend accountant aan medewerkers van Stimulus Programmamanagement gesteld
worden.
Onderzoeksaanpak
De onderzoeksaanpak is de verantwoordelijkheid van de accountant zelf. Het is mogelijk
zowel een primair systeemgerichte aanpak toe te passen, waarbij de accountant bij
uitvoering van zijn werkzaamheden zo veel mogelijk steunt op de interne procedures
van de subsidieontvanger, als een primair gegevensgerichte controleaanpak.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
De controle dient te geschieden met inachtneming van een betrouwbaarheid van 95% en
een controletolerantie van 1% van de in de eindafrekening opgenomen subsidiabele kosten.
De rapporterings-tolerantie bedraagt 0%, alle geconstateerde en niet gecorrigeerde
fouten en onzekerheden dienen te worden gerapporteerd. De controletolerantie geldt,
in afwijking van wat u gewend bent, voor fouten en onzekerheden tezamen.
Controleaspecten
De accountant dient de ‘Checklist vaststelling subsidie OP-Zuid’ (bijlage B bij dit
controleprotocol) in te vullen en tezamen met het verzoek tot vaststelling (de eindrapportage)
te waarmerken.
De accountant stelt vast dat de uitgaven en ontvangsten zijn berekend met inachtneming
van de in de beschikking opgenomen algemene en bijzondere subsidievoorwaarden, alsmede
de in de subsidieregeling OP-Zuid opgenomen voorschriften.
Let op dat subsidieontvangers, naast de schriftelijke indiening, ook het verzoek aan
de beheersautoriteit tot vaststelling via de website http://stimulus.klantsite.net moeten indienen. Vanzelfsprekend geldt dat de ingediende rapportages aan elkaar gelijk
moeten zijn.
BIJLAGE 1 MODEL ACCOUNTANTSVERKLARING
Accountantsverklaring
Afgegeven ten behoeve van de provincie Noord-Brabant.
Opdracht
Wij hebben bijgevoegd en door ons gewaarmerkt verzoek tot vaststelling met bijlagen
inzake het project … (naam project) met het projectnummer … (projectnummer) van …
(naam entiteit) te … (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd. De eindafrekening
betreft de verantwoording over de besteding van het met briefnummer … (kenmerk beschikking)
d.d. … (datum toekenningsbrief) toegekende subsidiebedrag in het kader van het OP-Zuid
2007-2013 en vermeldt een bedrag van € … aan gerealiseerde subsidiabele uitgaven.
De eindafrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van … (bevoegde functionaris
of orgaan van de huishouding). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring
inzake het verzoekt tot vaststelling te verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, met inachtneming
van het controleprotocol OP-Zuid 2007-2013 en met de voorwaarden genoemd in de beschikking.
Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren, dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het verzoek tot vaststelling
geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek
door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt
is als basis voor ons oordeel.
Oordeel
Naar ons oordeel voldoet het verzoek tot vaststelling aan de eraan te stellen eisen,
in overeenstemming met het controleprotocol OP-Zuid 2007-2013 en met de in de beschikking
genoemde voorwaarden.
Overige aspecten- beperking in het gebruik (en verspreidingskring)
Het verzoek tot vaststelling van … (naam entiteit) en onze verklaring daarbij zijn
uitsluitend bedoeld voor de provincie Noord-Brabant en kunnen derhalve niet voor andere
doeleinden worden gebruikt.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
Naam externe accountant en ondertekening met die naam
Bijlage 1: gewaarmerkte eindafrekening
Bijlage 2: gewaarmerkte checklist ‘vaststelling subsidie OP-Zuid’
BIJLAGE 2 CHECKLIST EINDAFREKENING PROJECTACCOUNTANT
CHECKLIST EINDAFREKENING PROJECTACCOUNTANT
|
1.
|
Dossier subsidieontvanger
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
1.1
|
Bevat het dossier alle documenten die nodig zijn om een accountantsverklaring af te
kunnen geven?
|
|
|
2.
|
Verzoek tot vaststelling
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
2.1
|
Datum eindafrekening
|
|
|
2.2
|
Subsidiabele uitgaven volgens eindafrekening
|
|
€
|
2.3
|
Totale uitgaven volgens eindafrekening (incl. niet subsidiabele uitgaven)
|
|
€
|
2.4
|
EFRO-bijdrage volgens beschikking subsidieverlening
|
|
€
|
2.5
|
Gevraagde subsidie volgens eindafrekening verzoek
|
|
€
|
3.
|
Volledigheid afrekening
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
3.1
|
Is eindafrekening voorzien van vereiste bijlagen?
|
|
Facturenlijst / urenregistratie
|
3.2
|
Is eindafrekening ondertekend door bevoegd persoon?
|
|
|
3.3
|
Is nadere informatie nodig?
|
|
|
Zo ja, welke?
|
3.4
|
Vermeld de datum dat de aanvullende informatie is ontvangen.
|
|
|
4.
|
Inhoudelijke beoordeling eindafrekening
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
4.1
|
Zijn de doelstellingen van het project gehaald?
|
|
|
4.2
|
Beoordeel de gerealiseerde indicatoren ten opzichte van de doelstellingscijfers.
|
|
|
5.
|
Financiële beoordeling eindafrekening
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
5.1
|
Sluiten de bedragen in de eindafrekening aan bij de bijlagen (verstuurd via de webkoppeling)?
|
|
|
5.2
|
Worden alleen projectkosten verantwoord die zijn opgenomen in de begroting?
|
|
|
5.3
|
Zo nee, zijn deze aanvullende projectkosten subsidiabel?
|
|
|
5.4
|
Is het gerapporteerde bedrag plausibel in relatie tot de fysieke/inhoudelijke stand
van het project?
|
|
|
5.5
|
Zijn onder- of overschrijdingen t.o.v. de begroting voldoende toegelicht?
|
|
|
5.6
|
Kloppen de tellingen?.
|
|
|
6.
|
Beoordelen subsidiabiliteit projectkosten
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
6.1
|
Zijn de kosten in de projectperiode gemaakt en betaald?
|
|
Subsidiabele periode van ……… tot …….
|
6.2
|
Zijn de verantwoorde projectkosten subsidiabel?
|
|
|
6.3
|
Is voldaan aan eventuele extra subsidievoorwaarden in de beschikking subsidieverlening?
|
|
|
6.4
|
Blijkt uit de inhoudelijke beschrijving van het project dat de uitgaven betrekking
hebben op het subsidiabele project?
|
|
|
7.
|
Loonkosten
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
7.1.
|
Worden er loonkosten ingebracht overeenkomstig de voorwaarden van art. 10 MR?
|
|
|
7.2
|
Zo ja, volgens welke variant: werkelijke kosten, vast tarief of integraal uurtarief?
|
|
|
7.3
|
Is er sprake van indirecte kosten (overheadkosten)?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art.10 MR?
|
|
|
7.4
|
Zijn de uitgaven gebaseerd op facturen of andere bron-documenten met vergelijkbare
bewijskracht?
|
|
|
7.5
|
Indien betaling plaatsvindt op basis van een contract, zijn de betaling en de factuur
overeenkomstig het contract?
|
|
|
7.6
|
Is er sprake van onderaannemingscontracten waardoor de projectkosten worden verhoogd
zonder dat een daarmee evenredige waarde aan het project wordt toegevoegd?
|
|
|
8.
|
Promotie en publiciteit
|
ja/nee/nvt
|
|
8.1
|
Worden er projectkosten gemaakt voor promotie en publiciteit overeenkomstig art .10
MR?
|
|
|
9.
|
Aankoop of inbreng van grond
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
9.1
|
Worden kosten voor aankoop of inbreng van onbebouwde grond als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR?
|
|
|
10.
|
Aankoop of inbreng van onroerend goed
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
10.1
|
Worden kosten voor aankoop van onroerend goed (lees: bestaande gebouwen en de grond
waarop ze staan) als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art .10 MR?
|
|
|
11.
|
Aankoop tweedehands materiaal
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
11.1
|
Worden kosten voor aankoop van tweedehands materiaal als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR? Historische
aanschafprijzen.
|
|
|
12.
|
Financiële diensten en andere kosten
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
12.1
|
Worden financiële transactiekosten als projectkosten gedeclareerd overeenkomstig de
daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR.
|
|
|
12.2
|
Worden bankkosten als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR?
|
|
|
12.3
|
Worden kosten voor financieel juridisch advies als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van art. 10 MR?
|
|
|
12.4
|
Wordt BTW als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is deze niet verrekenbaar of compensabel?
|
|
|
12.5
|
Worden andere heffingen en belastingen (bijv. sociale lasten of directe belastingen)
als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden van regel 7.5 van Verordening
448/2004?
|
|
|
13.
|
Reis- en verblijfskosten
|
ja/nee/nvt
|
|
13.1
|
Worden reis- en/of verblijfkosten als projectkosten gedeclareerd overeenkomstig art.
10 MR?
|
|
|
14.
|
Kosten derden
|
ja/nee/nvt
|
|
14.1
|
Worden er kosten gedeclareerd die aan derden verschuldigd zijn overeenkomstig art
.10 MR?
|
|
|
15.
|
Lease
|
ja/nee/nvt
|
|
15.1
|
Worden leasekosten als projectkosten verantwoord?
|
|
|
Zo ja, is de subsidieontvanger een lessor (lease onderneming) of een lessee?
|
|
|
Zo ja, voldoen deze kosten aan art. 10 MR?
|
|
|
16.
|
Ontvangsten
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
16.1
|
Worden er inkomsten in de projectperiode gegenereerd welke voortvloeien uit de projectactiviteiten
(bijv. verkoop, verhuur, diensten of inschrijvingsgelden)?
|
|
|
Zo ja, zijn deze inkomsten in mindering gebracht op de subsidiabele uitgaven?
|
|
|
17.
|
Beoordelen financiering
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
17.1
|
Is de gerealiseerde financiering in overeenstemming met de begrote financiering? Hierin
de totale investering en de totale financiering betrekken, zodat ook achteraf kan
worden vastgesteld dat er geen overfinanciering is.
|
|
|
17.2
|
Hebben verschillen tussen realisatie en begroting invloed op het af te rekenen EFRO-bedrag?
|
|
|
17.3
|
Indien nog financiering te ontvangen is, is dan vastgesteld en verklaard hoe groot
deze bedragen zijn?
|
|
|
17.4
|
Indien de gerealiseerde subsidiabele uitgaven lager zijn dan begroot, zijn alle financieringsbijdragen
proportioneel verlaagd?
|
|
|
17.5
|
Zijn eventuele onvoorziene ontvangsten verrekend met de subsidiabele kosten?
Zo ja, voor welk bedrag?
|
|
|
18.
|
Voorgaande controles en bevindingen
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
18.1
|
Zijn de opmerkingen en constateringen tijdens de controles ter plaatse juist verwerkt
in de einddeclaratie?
|
|
|
|
|
18.2
|
Zijn de opmerkingen en constateringen bij de beoordeling van de voortgangsrapportages
juist verwerkt in de einddeclaratie?
|
|
|
19.
|
Publiciteit
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
|
Infrastructuur/bouwproject > € 0.5 mln.
|
|
|
19.1
|
Heeft de subsidieontvanger een informatiebord geplaatst op de bouwplaats?
|
|
|
19.2
|
Voldoet het informatiebord aan onderstaande eisen:
|
|
|
· Is het deel met de EU-publicatie tenminste 25% van het totale oppervlak
van het informatiebord?
|
· Zijn het EU-logo en OP-Zuid logo op de juiste manier vermeld?
|
· Is er een verwijzing gedaan naar het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling?
|
|
· Is de omvang van het informatiebord in overeenstemming met de omvang van
het project?
|
|
|
|
· Is de door de MA gekozen vermelding opgenomen die de meerwaarde van de
bijstandsverlening voor de Gemeenschap doet uitkomen? (Hier wordt geïnvesteerd in
uw toekomst.)
|
|
|
19.3
|
Heeft de subsidieontvanger een permanente gedenkplaat (plaquette) aangebracht die
zichtbaar is voor het publiek?
|
|
|
19.4
|
Voldoet de plaquette aan onderstaande eisen:
|
|
|
· Is de omvang van de plaquette in overeenstemming met de omvang van het
project?
|
· Is het deel met de EU publicatie tenminste 25% van het totale oppervlak
van de plaquette?
|
· Zijn het EU-logo en OP-Zuid logo op de juiste manier vermeld?
|
· Is er een verwijzing gedaan naar het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling?
|
|
|
|
· Is de door de MA gekozen vermelding opgenomen die de meerwaarde van de
bijstandsverlening door de Gemeenschap doet uitkomen? (Hier wordt geïnvesteerd in
uw toekomst.)
|
|
|
|
Promotie en voorlichtingsmateriaal
|
|
|
19.5
|
Is op al het overige promotiemateriaal van de subsidieontvanger (folders, posters,
rapporten, nieuwsbrieven, audio-visuele middelen, website enz.) zowel het EU-logo
als het OP-Zuid logo aanwezig?
|
|
|
19.6
|
Voldoet al het niet-kleine overige promotiemateriaal van de subsidieontvanger aan
onderstaande eisen:
|
|
|
|
· Is er een verwijzing gemaakt naar het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling?
|
|
|
|
· Is de door de MA gekozen vermelding opgenomen die de meerwaarde van de
bijstandsverlening door de Gemeenschap doet uitkomen? ( Hier wordt geïnvesteerd in
uw toekomst.)
|
|
|
|
Evenementen en cursussen
|
|
|
19.7
|
Heeft het project (voorlichtings)evenementen (workshops, seminars, beurzen e.d.) gehouden
t.b.v. publiek/doelgroepen, of daaraan deelgenomen?
|
|
|
|
Zo ja, heeft de subsidieontvanger bij deze evenementen de EU-bijdrage aan het project
zichtbaar gemaakt, b.v. door middel van de EU-vlag en vermelding van het EU-logo conform
de voorschriften in annex 1 van Verordening 1828/2006?
|
|
|
19.8
|
Heeft het project cursussen verzorgd?
|
|
|
|
Zo ja, heeft de subsidieontvanger in alle documenten, inclusief bewijzen van aanwezigheid
of andere certificaten, betreffende de cursussen vermeld dat de cursus is gegeven
i.h.k.v. EFRO en indien van toepassing is medegefinancierd door ESF? (Art 8, lid 4
Verordening 1828/2006)
|
|
|
20.
|
Aanbesteding
|
Opdracht 1
|
Opdracht 2
|
|
Voor elke opdracht boven de €50.000 dient u de volgende vragen te beantwoorden. Indien
er meer opdrachten zijn dient u dit checklist onderdeel uit te breiden met opdracht
3, 4, etc.
|
20.1
|
Betreft de opdracht een: werk, dienst of levering?
|
|
|
20.2
|
Naam en eventuele kenmerk van de opdracht.
|
|
|
20.3
|
Naam leverancier.
|
|
|
20.4
|
a) Datum ondertekening van het contract, b) contractuele leverdatum/leverperiode,
c) actuele leverdatum/leverperiode.
|
a)
b)
c)
|
a)
b)
c)
|
|
|
20.5
|
Bedrag volgens het contract.
|
€ (aanneemsom)
|
€ (aanneemsom)
|
20.6
|
Bedrag werkelijk betaald aan de leverancier.
|
€
|
€
|
20.7
|
Betreft het contract een hoofdcontract of een aanvullend contract?
|
|
|
20.8
|
Welke aanbestedingsprocedure is gevolgd?
|
Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 2.
|
Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 2.
|
Niet Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 3.
|
Niet Europees aanbesteed; ga naar onderdeel 3.
|
|
Europese aanbesteding
|
Alleen invullen voor opdrachten die Europees zijn aanbesteed.
|
|
20.9
|
Wat is de datum van publicatie in het Publicatieblad van de EU?
|
|
|
20.10
|
Budget of hoeveelheden zoals vermeld in het Publicatieblad?
|
|
|
20.11
|
Volgens welke procedure is deze opdracht aanbesteed?
|
Openbare procedure
|
Openbare procedure
|
Niet openbare procedure
|
Niet openbare procedure
|
Gunning van een raamovereenkomst
|
Gunning van een raamovereenkomst
|
Onderhandeling zonder / met aankondiging
|
Onderhandeling zonder / met aankondiging
|
Anders, nl.
|
Anders, nl.
|
20.12
|
Is er een proces verbaal van opening opgesteld? Zo ja, verkrijg een kopie.
|
|
|
20.13
|
Bevat het proces verbaal van opening minimaal de volgende informatie: a) aantal offertes,
b) afgewezen offertes evt. met motivering, c) bedragen per offerte, indien gunning
o.b.v. laagste prijs?
|
|
|
20.14
|
Verkrijg kopie van proces verbaal van gunning.
|
|
|
20.15
|
Verkrijg kopie bewijs van publicatie gunning.
|
|
|
20.16
|
Is er sprake van een vervolgopdracht zonder aanbesteding?
|
|
|
A
|
Is de vervolgopdracht noodzakelijk, door onvoorziene omstandigheden?
|
|
|
B
|
Heeft de subsidieontvanger een rapport opgesteld met een deugdelijke verklaring voor
de onvoorziene omstandigheden?
|
|
|
C
|
Is de verklaring voor de onvoorziene omstandigheden acceptabel?
|
|
|
D
|
Zo ja, zijn de onvoorziene omstandigheden te wijten aan de subsidieontvanger?
|
|
|
|
Niet-Europese aanbesteding
|
|
|
20.17
|
Kent de opdracht een duidelijk grensoverschrijdend belang?
|
|
|
20.18
|
Heeft de eindsubsidieontvanger “een passende mate van openbaarheid” gegeven aan deze
opdracht? Zo ja, op welke wijze?
|
|
|
20.19
|
Voldoet deze mate van openbaarheid aan de Interpretatieve mededeling van de Europese
Commissie, gepubliceerd op 01-08-2006?
|
|
|
20.20
|
Is de opdracht verstrekt in overeenstemming met de subsidievoorwaarden van het programma?
|
|
|
|
Bedrag boven de Europese drempel (uitzonderingen op Europees aanbesteden)
|
|
|
20.21
|
Indien het bedrag de Europese drempel overschrijdt, op welke uitzondering doet de
eindsubsidieontvanger een beroep? NB. De uitzonderingen worden genoemd in art. 10-19
en 21 van Richtlijn 2004/18/EG.
|
In-house opdracht
|
In-house opdracht
|
IIA-dienst (plaatsing van personeel) IIB-dienst
|
IIA-dienst (plaatsing van personeel) IIB-dienst
|
Percelenregeling (max. 20% bij werken en diensten)
|
Percelenregeling (max. 20% bij werken en diensten)
|
Vervolgopdracht
|
Vervolgopdracht
|
Anders, nl.
|
Anders, nl.
|
20.22
|
Doet de eindsubsidieontvanger een terecht beroep op de uitzondering om niet-Europees
aan te besteden?
|
|
|
|
|
|
|
|
20.23
|
In geval van IIA-dienst: is binnen 48 dagen na gunning de melding gestuurd voor publicatie
in het EG blad?
|
|
|
20.24
|
In geval van vervolgopdracht voor een dienst zonder aanbesteding aan dezelfde aanbieder:
op welke gronden is de dienst niet opnieuw aanbesteed, gelet op de volgende cumulatieve
voorwaarden: a) 1e opdracht moet volgens een openbare of niet-openbare procedure hebben
plaatsgevonden; b) mogelijkheid vervolgopdracht moet in 1e procedure zijn vermeld;
c) de waarde van de vervolgde opdracht is correct berekend; d) binnen drie jaar na
sluiten 1e overeenkomst.
|
|
|
21.
|
Oordeel/Conclusie
|
ja/nee/nvt
|
Toelichting
|
21.1
|
Zijn alle uitgaven van de ingediende eindafrekening subsidiabel?
|
|
|
21.2
|
Is de financiering in de eindafrekening volledig vermeld?
|
|
|
21.3
|
Voldoet het project aan de publiciteitseisen?
|
|
|
22.
|
Ondertekening
|
|
Toelichting
|
22.1
|
Datum
|
|
|
22.2
|
Paraaf
|
|
|
22.3
|
Naam
|
|
|
22.4
|
Functie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1) Een accountant-administratieconsulent (AA) zonder certificerende bevoegdheid is
derhalve niet bevoegd.
Download de Subsidieregeling operationeel programma Zuid-Nederland, met inbegrip van alle bijlagen als PDF.