Piet Rombouts. Foto: Marc Bolsius

De druk die de landbouw ‘voelt’, draait om onder meer rendement, klimaateffecten, maatschappelijke wensen, biodiversiteit en bodem- en waterbeheer. Deze thema’s zullen eigenaren van VAB’s niet vreemd zijn. Het doelgericht aanplanten van productieve bomen en struiken in de landbouw is in de benadering van het Agroforestry Netwerk Brabant (waarvan Piet de trekker is) dé definitie van agroforestry. Dit kan – ook voor ondernemers die met VABIMPULS aan de slag gaan – een manier zijn om een oplossing voor die druk te vinden. Piet is als agroforestry-specialist van VABIMPULS sinds enkele jaren bij veel agroforestry-initiatieven betrokken, van Sint-Michielsgestel tot Odiliapeel en van Diessen tot Bergeijk. Daarnaast is hij de trekker achter initiatieven die ook buiten de provincie plaatsvinden, zoals in Limburg en Gelderland.

Goed voor de landbouw én de leefomgeving

“Agroforestry gaat níet over voedselbossen”, onderstreept hij. “Het gaat ook niet over natuurontwikkeling. Het gaat over een toekomstgerichte landbouw. ‘Natuurinclusieve landbouw’ om precies te zijn.” Hierbij wordt de ‘gewone’ landbouwpraktijk (het telen van gewassen of het houden van vee) gecombineerd met het planten van bomen en struiken op het landbouwperceel (noten-, kastanje-, vrucht of voederbomen). Piet: “Dat biedt kansen voor wie met VABIMPULS aan de slag gaat. Een boer die zich met agroforestry gaat bezighouden, zet met zijn bedrijf nieuwe stappen die niet alleen goed zijn voor het eigen bedrijf maar ook voor de leefomgeving.” Dit laatste doet er vandaag de dag toe: wie toekomstbestendig wil ondernemen in de landbouw moet ook kijken naar de leefomgeving. “Al is en blijft de kern van agroforestry het versterken van het verdienmodel van het bedrijf.”

Bedrijfsvoering blijft het uitgangspunt

“Verbetering van de leefomgeving zit hem in aspecten die je met agroforestry meteen ‘meeneemt’ als je bomen en struiken in je bedrijfsvoering integreert. Je helpt bijvoorbeeld mee aan vergroting van de biodiversiteit, aan het verkleinen van de impact van klimaatverandering. Of aan een evenwichtig bodem- en watermanagement.” Die veelomvattendheid zorgt ervoor dat er inmiddels talrijke ondersteuningsmaatregelen zijn voor wie met agroforestry wil beginnen. Daar kunnen ook eigenaren van VAB’s gebruik van maken. Ook ligt er CO2-compensatie in het verschiet voor boeren die bomen aanplanten. “Toch is en blijft het uitgangspunt van agroforestry de bedrijfsvoering van ondernemers. Zij moeten er in hun eigen bedrijf letterlijk de vruchten van kunnen plukken, ook al leveren de bomen en struiken pas na gemiddeld zes á tien jaar echt economisch rendement op.”

Eindeloze mogelijkheden

Dat rendement kan zich in allerlei gedaanten manifesteren. “Je moet het zo zien dat ondernemers een extra tak van sport aan hun bedrijf toevoegen. Sommige ondernemers planten bijvoorbeeld notenbomen om er straks notenolie van te produceren. Anderen willen de bomen en struiken juist benutten om er recreatief iets mee te doen.” Dat de mogelijkheden eindeloos zijn, ontdekken Angelique en Eddy Smolders momenteel. Samen runnen ze een pluimveebedrijf in Westelbeers waar ze 75.000 leghennen hebben. Ze overwegen al een tijdje om naast de pluimveeactiviteiten iets nieuws te beginnen. “Aanleiding is eigenlijk dat we hier een oude stal hebben die leeg staat”, vertelt Angelique. “Ook hebben we nog een stuk grond van twee hectare, daar laten we jaarlijks maïs op zetten. We willen nu kijken of we beide een andere invulling kunnen geven.” Op hun zoektocht naar ideeën stuitten ze op agroforestry. “Onze interesse was gewekt, want het hele concept past heel mooi bij onze bedrijfsvoering. Vooral het ‘goed doen’ voor onze aarde staat ons wel aan. We ondernemen al duurzaam, met zonnepanelen op onze staldaken en met het laten verwerken van mest tot nieuwe energie.” Op dit moment zitten Angelique en Eddy volop in het proces van nadenken over wat ze met de aanplant van bomen en struiken op hun bedrijf willen. “Er zijn al opties voorbij gekomen als wijnbouw, een theeplantage en een plukroute voor recreanten. Een beslissing hebben we nog niet genomen, daar denken we nu over na.”

Samenwerking met VABIMPULS

Piet: “Om ondernemers als Eddy en Angelique te helpen in hun besluitvorming stel ik, samen met collega’s, altijd een beplantingsplan op voor agrarisch ondernemers én maak ik een economische doorrekening. Deze laatste geeft inzicht in hoe de beoogde agroforestry-activiteiten zich economisch verhouden tot andere functies op het bedrijf. En hoe die koppeling – na tien jaar – tot rendementen kan leiden. Om die reden is het heel waardevol om de bedrijfsplannen van VABIMPULS te combineren met wat we voor het onderdeel ‘agroforestry’ opstellen. Zo kunnen we aspecten als ruimtelijke ordening of bedrijfsovernames al in onze gesprekken met agrariërs meenemen. In het licht van een succesvolle toekomst van de boer moeten we in zulke trajecten dus vooral met elkaar samenwerken.” Dat gebeurt inmiddels volop. Zo is Piet nauw betrokken bij VABIMPULS-cases van zowel landbouwers als (voormalig) veehouders. “Want vergeet niet dat agroforestry voor een ondernemer ook een optie kan zijn om boer te blijven, inclusief agrarische bestemming, ook al is hij gestopt met zijn oude onderneming.” Sterker nog, agroforestry kan zomaar de jonge generatie aan het bedrijf van hun ouders binden. “Ik ken een melkveehouder wiens kinderen geen heil zagen in het melkveehouderschap. Zij gingen hun eigen weg, de veehouder stopte met zijn vee en besloot het agroforestrypad te bewandelen zodat hij toch nog ‘boer’ kon blijven. Die nieuw ingeslagen weg kon direct rekenen op grote interesse van de kinderen. Zij gaan nu alsnog een rol spelen in het bedrijf, puur omdat ze er nu wél toekomst in zien.”

Agroforestry-kennisnetwerk in Brabant

In Brabant zijn inmiddels 125 boeren bezig met agroforestry en is er 250 hectare aangeplant. Over twee jaar moet dat toegenomen zijn tot duizend hectare. De ervaringen die nu worden opgedaan, worden gedeeld in een studiegroep. “Daar hebben we het bijvoorbeeld over bestaande bestemmingsplannen, gewascodes, wet- en regelgeving en hoeveel invloed al die zaken hebben op agroforestry-initiatieven”, aldus Piet die de drijvende kracht achter de studiegroep is. “Zo bouwen we aan een kennisnetwerk.” Daarin worden ook thema’s besproken als nieuwe afzetkanalen en nieuwe samenwerkingsvormen zoals het ‘shared forestry’-principe. “Hierbij brengt de ene ondernemer grond en gebouwen in en de andere draagt zorg voor de bewerking van het land, de gewassen en de bomen. Het is allemaal mogelijk, daar moet je met een creatieve blik naar kijken. En als we onze kennis combineren met die van VABIMPULS kunnen we agrarisch ondernemers, die nadenken over hun toekomst, ook in agroforestry prima op weg helpen.”

Meer weten over agroforestry, de aanpak en de mogelijkheden omtrent subsidies en CO2-compensatie? Neem contact op met Piet Rombouts van Rombouts Agroecologie,
telefoon: (06) 15 10 80 84, e-mail: Piet@RomboutsAgroeco.nl.


Contact VABIMPULS

Minder druk op de landbouw met agroforestry