Dijkgraaf Mario Jacobs van Waterschap Aa en Maas. Foto: Marc Bolsius

Waterschap Aa en Maas werkt 24 uur per dag met water in haar werkgebied Oost-Brabant. Niet alleen om er te zorgen voor veilig, voldoende en schoon water, maar ook om watersystemen gezond, robuust en veerkrachtig te houden. Bijvoorbeeld om gebieden klimaatbestendig te maken. Dit is geen kwestie van ‘op eigen houtje aan de slag gaan’, maar een samenspel met onder meer provincie, gemeenten, bedrijven, inwoners en natuurorganisaties. “Gebiedsontwikkeling gaat over integratie van allerlei functies. Daardoor kruipen wij als waterschap ook steeds meer het land op”, aldus dijkgraaf Mario Jacobs. “Zulke gebiedsprocessen zijn uitermate interessant. Er heerst dynamiek, je hebt te maken met heel veel partijen die allemaal hun rol in dat proces hebben. Samenwerking is dus troef – maar die maakt een proces tegelijkertijd ook complex.”

‘Water en bodem zijn sturend’

Om in dat veld van doelen, missies, belangen en beleidslijnen toch spijkers met koppen te slaan, is organiserend vermogen cruciaal. Daarvan is Jacobs overtuigd. “En de behoefte daaraan is wat mij betreft groot, zeker nu het kabinet onlangs besloot om water en bodem sturend te laten zijn bij beslissingen over de inrichting van Nederland. We zullen dus veel meer en veel vaker met elkaar om de tafel moeten.”

Beekdalontwikkeling Aadal-Noord

Eén van de onbetwiste partners daarbij is wat Jacobs betreft VABIMPULS. “Als je zo’n gebiedsgerichte aanpak van bijvoorbeeld gemeente, provincie of waterschap van een afstandje bekijkt, zie je een prachtig plan liggen met een nog mooier doel. Zo zijn wij momenteel bezig met het project Beekdalontwikkeling  Aadal-Noord. We willen hier dat functies op het gebied van water, natuur, landbouw, recreatie, cultuurhistorie en landschap elkaar gaan versterken. Daar hoort bij dat we de Aa op diverse plekken deels gaan herinrichten. Allemaal nodig, goed en heel verstandig. Maar ik besef ook: je zult maar agrarisch ondernemer zijn in zo’n gebied en de bakens willen verzetten vanwege alle ontwikkelingen rondom de transitie van de landbouw. Of je hebt besloten om te stoppen en je hebt leegstaand agrarisch vastgoed waar je ‘iets’ mee wil voor de toekomst. Terecht dat je je dan als eigenaar afvraagt: ‘wat betekent zo’n ‘gebiedsgerichte aanpak’ voor mij?’”

Beleid en praktijk

“Wij kunnen vanuit onze visie en ons beleid heel gemakkelijk zeggen: ‘u maakt onderdeel uit van onze ontwikkeling’. Maar de vertaling van die boodschap naar wat dit voor die ondernemer of eigenaar betekent, is andere koek.” De dijkgraaf schetst hoe bij het waterschap beleid en uitvoering hand in hand gaan. Dat waterschap-medewerkers als zogenoemde erfbetreders veel contact hebben met inwoners en bedrijven in een gebied en dat zij dagelijks de spanning tussen beleid en praktijk ervaren. “Want wij kunnen agrarische ondernemers niet helpen met een businessmodel bijvoorbeeld. Dan is het heel prettig dat we VABIMPULS als één van onze partners hebben. De VABIMPULS-deskundigen hebben de belangen van de ondernemer op het netvlies staan, maar kennen ook de dynamiek van de overheidswereld, en de wet- en regelgeving rondom vitalisering van het platteland.” 

Van vonkje naar vuur

Deze factoren bij elkaar brengen, noemt Jacobs ‘het onmisbare VABIMPULS-vonkje’ op weg naar haalbare, realistische plannen voor agrarisch ondernemers en VAB-eigenaren. Plannen ook, waarin de kansen, mogelijkheden en ónmogelijkheden zijn meegenomen. “Maar dat vonkje moet uiteindelijk wel uitmonden in een temperamentvol vuur om die plannen naar het stadium van uitvoering te brengen. En daar zit hem de crux. Want dat speelveld van partijen die op een of andere manier van invloed zijn bij die uitvoering is groot.”

Handschoen oppakken

“In de dagelijkse praktijk zie je dat plannen – ongeacht van wie – eigenlijk altijd te maken krijgen met een fase waarin het ietwat mistig is rond ‘hoe nu verder?’ Het is een soort leemte en je moet dan oppassen voor stilval van zo’n gebiedsproces. Dat is nooit bevorderlijk voor het welslagen van plannen en processen. En ook niet voor het vertrouwen van burgers en ondernemers in de overheid.” De dijkgraaf ziet het liefst dat alle partijen in een gebiedsproces als gelijkwaardige partners rond de tafel gaan zitten. Daar hoort ook de VAB-eigenaar bij. “De kunst is vervolgens om met elkaar op één lijn te komen zodat we met elkaar knopen kunnen doorhakken. Ik heb het dan over het organiseren van overleg, van samenwerking. Hierbij is elke partij een deel van de puzzel, van provincie tot bewoners, van VAB-eigenaar tot gemeenten, van natuurorganisatie tot waterschap. De één is niet belangrijker dan de ander. Dat is essentieel, want partijen moeten vertrouwen in elkaar hebben, open communiceren, het gesprek met elkaar durven aangaan. Als we dit bij elke gebiedsontwikkeling weten te organiseren, kunnen we met elkaar discussiëren, besluiten nemen, elkaar vooruit helpen. Het vergroot de betrokkenheid, het gevoel verantwoordelijk te zijn voor de toekomst van een gebied. Daarmee komt het hele gebiedsproces eerder in een versnelling.”

‘Anders dan anders’

Jacobs is zich ervan bewust dat dit om een cultuuromslag vraagt in het denken over gebiedsprocessen. “Niet alleen op bestuurlijk niveau en niet alleen bij de beleidsmakers. Ook in de uitvoering mogen – of: moeten – mensen de ruimte krijgen om bij zo’n gebiedsproces betrokken te zijn. Een uitdaging? Jazeker, want met de huidige personeelskrapte is er gewoon minder menskracht onder bijvoorbeeld ambtenaren. Het vraagt dan ook om lef om het anders dan anders te gaan doen. Er is ook meer creativiteit nodig en de wil om verder te kijken dan het eigen vakgebied, de eigen discipline. Wat dat betreft kunnen we veel van VABIMPULSS leren: die benut haar kennis immers altijd om belangen en materie van vele kanten te belichten.” 

Contact VABIMPULS

Mario Jacobs, dijkgraaf Waterschap Aa en Maas