Jaartal: 1997
Auteur: Provincie Noord-Brabant
Download: boek.pdf

Samenvatting

Op het breukvlak van de eenentwintigste eeuw werd onder de bezielende leiding van commissaris van koningin Frank Houben en gedeputeerde Pieter van Geel gewerkt aan een toekomstvisie op Brabant in 2050. Onder meer in de vorm van een 'Manifest Brabant 2050' (1997), dat verscheen in een periode dat het Brabant economisch voor de wind ging: de provincie was destijds een van de snelst groeiende regio's in Nederland. Dat succes bleef nationaal niet onopgemerkt. Tegelijkertijd waren er ook schaduwzijden aan de groei. Met name in het buitengebied dienden zich nieuwe problemen aan, onder meer met de uitbraak van de varkenspest. De schaalvergroting van de intensieve landbouw stuitte op haar grenzen, evenals de voortschrijdende suburbanisatie met de verstening van het landschap als gevolg. Daarnaast verkeerden sommige industriële bedrijfstakken en bedrijven in moeilijkheden. Operatie Centurion van Philips en het faillissement van DAF in 1993 vormden daarvan eerste tekenen. Het Manifest Brabant 2050 poogde vanuit een brede blik te reflecteren op deze problematiek en met nieuwe adviezen en richtlijnen voor de toekomst te komen. Het Manifest bestond uit een reeks van essays die waren opgesteld door een keur van bij Brabant betrokken politici, bestuurders, wetenschappers en experts. Met hun onafhankelijke opinies over de toekomst van de provincie hielden ze Brabant een spiegel voor.

Rode draad door de vele bijdragen vormde duurzaamheid en duurzame ontwikkeling. Toekomstige claims op de ruimte, water en lucht moesten volgens de auteurs voortaan op hun bijdrage aan duurzaamheid worden getoetst. De ontwikkeling van Brabant zou duurzaam zijn, of niet. Op basis van het Manifest werd een breed maatschappelijk debat met de Brabantse samenleving gevoerd. Het vormde daarmee een inspiratiebron voor de actualisering van provinciaal beleid, onder meer op het terrein van de ruimtelijke ordening. In het Streekplan Brabant in Balans (2002) bijvoorbeeld werd het duurzaamheidsdenken verankerd via principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.

Zie ook