Jaartal: 1955
Auteur: Provincie Noord-Brabant
Download: boek.pdf
Samenvatting: Agrarisch Welvaartsplan van Noord-Brabant
Na de Tweede Wereldoorlog stond de provincie Noord-Brabant voor ingrijpende vernieuwingsopgaven. Naast de zo noodzakelijke wederopbouw van de steden en het platteland, was sprake van een snel groeiende bevolking en een even zo snelle uitstoot van arbeidskrachten uit de landbouwsector, traditioneel een stevige steunpilaar van de Brabantse economie. Duidelijk was dat nieuwe werkgelegenheid moest worden gecreëerd voor de boerenzonen die in de landbouw geen emplooi meer konden vinden. De industrie bood daarvoor de beste kansen. In het onder leiding van commissaris van de koningin Jan Eduard de Quay opgestelde Welvaartsplan (1947-1949) stond de noodzakelijk geachte industrialisering van onze provincie centraal, meer in het bijzonder de wijze waarop deze ruimtelijk en maatschappelijk in goede banen kon worden geleid. Hoewel het plan oplossingen creëerde voor het arbeidsoverschot in de landbouw, werd aan de ontwikkelingen in de landbouwsector zelf nauwelijks aandacht besteed.
Deze kwamen aan bod in het 'Agrarisch Welvaartsplan' (1955), dat in het teken stond van een gebalanceerde en beheerste groei van de landbouwsector. Het provinciebestuur wilde enerzijds ruimte geven aan en anderzijds met zorg begeleiden van de ook in die sector snel om zich heen grijpende modernisering, mechanisering, schaalvergroting en specialisatie. De problematiek van het zogenaamde 'kleine-boerenvraagstuk' stond daarbij centraal. De kern ervan was terug te voeren op het gegeven dat een te groot aantal boeren in Brabant afhankelijk was van een te klein areaal, resulterend in een lage arbeidsproductiviteit. Het opvoeren van de arbeidsproductiviteit zette de toon voor de ontwikkelingen en het beleid na 1955, onder meer via (ingrijpende) ruilverkavelingen, modernisering van de bedrijfsvoering en streekverbeteringsprojecten.