Jaartal: 1947
Auteur: P.C. de Brouwer
Download: boek.pdf
Samenvatting 'De Brabantse Ziel'
Het boek ‘De Brabantse ziel’ bestaat uit gebundelde artikelen van dr. P.C. de Brouwer, verzameld en aan hem opgedragen bij gelegenheid van zijn 50-jarig priesterfeest. De dertig artikelen behandelen met name godsdienstige en “Brabantse” onderwerpen. Onderwerpen die in de geest van de schrijver en de tijdsgeest waarin hij leefde nauw samenhingen.
Petrus Cornelis de Brouwer werd op 17 oktober 1874 geboren te Hilvarenbeek. Hij overleed te Tilburg op 19 november 1961. P.C. de Brouwer, priester en leraar, promoveerde tot doctor in de klassieke talen en trad in bij de congregatie van de Fraters van Tilburg. Hij was de stichter en eerste rector van het gymnasium in Tilburg, dat later het Sint-Odulphuslyceum zou worden. Hij is daarmee de vader van het katholiek gymnasiaal en middelbaar onderwijs in Brabant en zo één van Brabants grootste emancipatoren geworden. Voorts was hij geheim kamerheer van paus Johannes XXIII en ridder in de orden van de Nederlandse Leeuw en van Oranje-Nassau. De "emancipator van Brabant" en "bezieler van de Brabantse bewustwording" wordt door de rooms-katholieke historicus L.J. Rogier gekenschetst als "een simpele en bekrompen dorpspastoor (...), bang voor al het nieuwe, die nog droomde van een kruisridderideaal, verknocht was aan het kalme ritme van het Brabantse boerendorp en wars van nieuwerwetse leuzen". Hij was een van de initiatoren en tot in het begin van de oorlog toonaangevende leider van de vereniging Brabantia Nostra ('Brabant aan Ons'), die in 1935 begon met de uitgave van een tijdschrift met dezelfde naam. De Brouwer en zijn beweging waren gericht op herleving van het katholicisme, uitgesproken anti-modernistisch, gericht op het behoud van pre-industriële waarden en fel gekant tegen het Hollandse centralisme (inclusief dat uit de Generaliteitsperiode). Eenmaal de katholieke eigenheid van Brabant veiliggesteld, zou het herboren gewest volop meewerken aan een nationale verheffing. Dit laatste dan liefst Groot-Nederlands gedacht, dus met Vlaanderen erbij. Vanuit deze achtergrond was het bijna vanzelfsprekend dat Brabantia Nostra in de algemene zomer-naïviteit van 1940 volop mee zou werken aan de organisatie en uitbouw van de Nederlandse Unie. 'Brabantisme' vormde trouwens de onderliggende gedachte in bijna al zijn publicaties, groot of klein. Vanuit dat allesdoordringend 'Brabantisme' veroorloofde hij zich ook een psychologische karakterbeschrijving van dé Brabantse mens, als 'intuïtief', 'eenvoudig', 'direct', 'vasthoudend katholiek', waarvoor misschien de dorpsmensen uit zijn jeugd model hebben gestaan. Zijn in 1947 verschenen Geschiedenis van Hilvarenbeek tot 1813 is een schoolvoorbeeld van parochialistische geschiedbeoefening.
Bronnen: