Nieuwe ruimte voor meer soorten insecten en planten

Door het natuurinclusief berm- en slootbeheer krijgen dieren, insecten en vlinders, verschillende kruiden en grassen de ruimte om te leven langs de wegen. Het zorgt voor meer variatie, betere biodiversiteit en minder verstoring van de berm. Er komt dus nieuwe ruimte voor meer diverse soorten insecten en planten. Dat heeft bijvoorbeeld weer positieve gevolgen voor planten en landbouwgewassen die voor hun bestuiving van bijen afhankelijk zijn. Of voor bijvoorbeeld de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Meer biodiversiteit van een berm draagt ook bij aan een betere beheersing van lastige soorten. Soorten als het St Jakobskruiskruid krijgen minder de kans zich te ontwikkelen. De verspreiding van Japanse Duizendknoop wordt door minder maaien geremd.

Maaien

De meeste bermen van de provinciale wegen worden in het najaar gemaaid. Na het maaien gaat het maaisel naar composteerbedrijf. In maaisel zitten veel voedingsstoffen. Door het maaisel af te voeren worden deze voedingsstoffen weggehaald. Daardoor groeien grassen minder snel. Ook krijgen bloemen en kruiden meer kans zich te ontwikkelen. Daardoor hoeven bermen minder gemaaid te worden. De provincie onderzoekt geslingerd maaien (sinusmaaien) de biodiversiteit in de bermen verbetert. Geslingerd maaien houdt in dat er afwisselender in de breedte gemaaid wordt en in verschillende periodes. Daardoor ontstaat diversiteit in de ontwikkeling van begroeiing. Planten en bloemen bloeien meer en langer. De niet-gemaaide begroeiing vormt een overwinteringsplek voor insecten en andere kleine dieren. Er ontstaan veel schuilplaatsen en verbindingszones tussen leefgebieden voor insecten, amfibieën en kleine zoogdieren. Als er gemaaid wordt is het ook veiliger voor de dieren omdat de niet gemaaide stukken beschutting bieden.

Zie ook