De Verordening natuurbescherming is ingetrokken en opgenomen in de Interim omgevingsverordening.
Vrijstellingen
In de Interim omgevingsverordening zijn vrijstellingen opgenomen. Dit betekent dat bepaalde activiteiten uitgevoerd kunnen worden zonder vergunning, ontheffing of melding. Aan de vrijstellingen zijn wel voorwaarden verbonden.
Verminderen stikstofuitstoot op Natura 2000-gebieden
De Interim omgevingsverordening bevat ook regels voor vermindering van de stikstofuitstoot op Natura 2000-gebieden in Brabant. Veehouders die na 25 mei 2010 een nieuwe stal hebben gebouwd, willen bouwen of geheel of gedeeltelijk willen renoveren, moeten (behoudens overgangsrecht) aan de verordening voldoen. Veehouderijen zorgen voor uitstoot van stikstof in de vorm van ammoniak. Dit is niet goed voor de natuur. Veehouders moeten daarom hun plannen laten beoordelen door de provincie. Dit gebeurt door aanvraag van een vergunning Wet natuurbescherming voor het onderdeel Natura 2000 bij de provincie of via de verklaring van geen bedenkingen bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor het onderdeel Natura 2000. Bij de beoordeling wordt getoetst of er bij nieuwbouw of renovatie voldoende technieken worden ingezet. Daarnaast wordt bij toezicht en handhaving gecontroleerd of stallen voldoen aan de verordening.
Juiste staltechniek
De verordening schrijft voor dat veehouders de best beschikbare staltechnieken toepassen wanneer zij de stallen uitbreiden of renoveren en vanaf 2020 moeten ook verouderde stalsystemen die niet voldoen worden aangepast. Dit draagt bij aan het terugdringen van de totale ammoniakbelasting van de Natura2000 gebieden. Er bestaan goede staltechnieken die minder ammoniak uitstoten. In het convenant stikstof en Natura2000 is afgesproken om regelmatig de emissie-eisen aan te scherpen. De provincie krijgt daarvoor advies van een Commissie van Deskundigen.
De gestelde emissie-eisen zijn opgenomen in bijlage 2 van de Interim omgevingsverordening. Aan deze bijlage moet worden getoetst als veehouders stallen oprichten of renoveren en dit als ‘nieuwe stal’ kan worden aangemerkt. Er is sprake van een nieuwe stal indien het toepassen van één of meerdere systemen uit bijlage 1 leidt tot een wijziging van het stalsysteem met een andere BWL-code/GL-code. Daarnaast moeten verouderde stalsystemen worden aangepast wanneer zij niet meer aan de gestelde emissie-eisen voldoen en ouder zijn dan 15 of 20 jaar.
De provincie ondersteunt individuele veehouders met een set van maatregelen.
Faunabeheer
In het wild levende dieren kunnen schade veroorzaken of overlast veroorzaken. Het gaat dan bijvoorbeeld om vogels die de veiligheid van het vliegverkeer in gevaar kunnen brengen of schade veroorzaken aan landbouwgewassen. In bijzondere gevallen kan het daarom nodig zijn een populatie te beheren of dieren te bestrijden. Daarnaast mogen jagers op grond van de Wet natuurbescherming op bepaalde diersoorten jagen (konijn, haas, fazant, wilde eend, houtduif). De Faunabeheereenheid stelt voor deze 3 vormen van faunabeheer (populatiebeheer, schadebestrijding en jacht) een Faunabeheerplan op. Het provinciale uitvoeringsbeleid voor het faunabeheer is vastgelegd in de Nota faunabeheer Noord-Brabant en in de Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant.
Bescherming bossen en andere houtopstanden
In de Interim omgevingsverordening zijn regels opgenomen om bossen en andere houtopstanden te beschermen. De herplantplicht maakt ook onderdeel uit van de verordening. Als u in het buitengebied bomen gaat kappen kan het zijn dat u hiervoor een melding moet doen. Het gaat om de volgende situaties:
- Bomen die onderdeel zijn van een houtopstand groter dan 10 are (1.000 M²) of
- In een rij staan van 20 bomen of meer en
- Gelegen buiten de bebouwde kom ingevolge de Wet natuurbescherming
In bepaalde gevallen kunt u ontheffing aanvragen voor bijvoorbeeld herplantplicht, vellen van tijdelijke houtopstanden en bij stormschade. Daarnaast kan het zijn dat u moet voldoen aan gemeentelijke wetgeving of soortenbescherming Wet natuurbescherming.
Zie ook
-
-
1. Wat is veranderd in de Verordening na 8 juli 2017?
-
1. Verouderde stalsystemen:
Op 1 januari 2020 moeten verouderde stalsystemen die nu niet voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting voldoen aan de emissiereductie eisen in bijlage 2 van de Interim omgevingsverordening. Bedrijven die nu wel voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting moeten op 1 januari 2022 voldoen. Hiervoor dient u uiterlijk op 1 april 2020 een ontvankelijke en vergunbare aanvraag te hebben ingediend.
2. Intern salderen
Het is niet langer toegestaan om een stalsysteem die teveel ammoniak uitstoot te compenseren met een stalsysteem die weinig ammoniak uitstoot, ook wel intern salderen genoemd. Alle stalsystemen binnen een stal en bedrijf moeten voldoen aan de gestelde emissie-eisen uit bijlage 2.
3. Reductie-eisen
De emissiereductie eisen in bijlage 2 van de Interim omgevingsverordening zijn aangescherpt. Daarnaast zijn er emissiereductie eisen toegevoegd voor diercategorieën waar nog geen eisen voor waren.
-
-
2. Wat is de functie van artikel 2.70 lijst van systemen?
-
Met de systemen, opgenomen in artikel 2.70 van de verordening kunt u toetsen of er sprake is van een ‘nieuwe stal’. Er is sprake van een nieuwe stal wanneer de systemen uit artikel 2.70 worden aangelegd, aangekoppeld of geïnstalleerd en betrekking hebben op de emissiereductie van stikstof. Dit leidt tot een wijziging van het stalsysteem waaraan een specifieke emissiefactor is toegekend en tot een andere BWL- of GL-code.
-
-
3. Geldt vervanging ook als 'nieuwe stal'?
-
Alleen wanneer het vervangen van één of meer van de in artikel 2.70 opgenomen systemen leidt tot een wijziging van het stalsysteem met een andere BWL code/GL code.
-
-
4. Moet er altijd aan bijlage 2 worden getoetst?
-
Nee, wanneer er sprake is van een nieuwe stal moet er worden getoetst aan de emissie-eisen van bijlage 2. Daarnaast moeten bestaande stalsystemen die 15/20 jaar oud zijn worden getoetst. In de volgende situaties is er geen sprake van een nieuwe stal en hoeft er niet getoetst te worden aan bijlage 2:
- In situaties waarin geen vergunning of melding is vereist
- Ale handelingen die passen binnen de BWL-systeembeschrijving van het stalsysteem. Deze vallen niet onder bijlage 1, omdat zij niet voldoen aan de voorwaarden
- Een versiewijziging van de BWL-code ter vervanging van een eerdere code. Hiermee is immers ook geen sprake van aanleggen, aankoppelen of installeren.
-
-
5. Welke systemen kunnen, voor diercategorieën waar de Regeling ammoniak en veehouderij niet in voorziet?
-
In bijlage 2 staat beschreven welke systemen toegepast kunnen worden voor diercategorieën waar de Regeling ammoniak en veehouderij niet in voorziet.
-
-
6. In de gewijzigde bijlage 2 zijn biologische melkkoeien en kippen niet uitgezonderd, waarom niet?
-
Voor biologische melkkoeien en kippen kunnen systemen uit de reguliere melkvee- en pluimveehouderij worden toegepast. Om die reden is ervoor gekozen om bij deze diercategorieën wel een reductie te eisen.
-
-
7. Kan afwijking van de Verordening voor innovatie of ontwikkeling van een emissiearm stalsysteem?
-
Er kan een verzoek tot toepassing van de hardheidsclausule worden ingediend bij Gedeputeerde Staten op grond van artikel 5.13 van de Interim omgevingsverordening. Wel moet, door middel van een goede onderbouwing, aannemelijk worden gemaakt dat de geëiste reductie haalbaar is. In artikel 2.67, onder b van de verordening is tevens voor de toepassing van innovatieve stalsystemen een uitzondering opgenomen van de algemene geldende regel dat uiterlijk 1 april 2020 een ontvankelijke vergunningaanvraag moet zijn ingediend.
-
-
8. Gelden er uitzonderingen voor kleine dieraantallen?
-
In de Interim omgevingsverordening is geen uitzondering opgenomen voor kleine dieraantallen. De eisen gelden echter niet voor hobbymatige activiteiten.
-
-
9. Hoe weet ik welke stalsystemen (binnenkort) beschikbaar zijn om aan de Interim omgevingsverordening te voldoen?
-
In de Rav worden alle systemen waar een emissiefactor aan is toegekend gepubliceerd. Daarnaast vindt u onder Innovatieve stalsystemen de ‘Stand van Zaken innovatieve stalsystemen’ Daarin staat per diercategorie een overzicht van beschikbare emissiearme systemen.
-
-
10. Kan ik ook aan de emissie-eisen voldoen door minder dieren te houden?
-
Nee, het is niet mogelijk om te voldoen aan de emissie-eisen door minder dieren te houden. Door minder dieren te houden veranderen de stalsystemen niet. De interim omgevingsverordening stelt eisen aan de stalsystemen die in de stallen worden toegepast. Niet aan de emissie vanuit de stallen.