Brabantse melkveehouders maken natuurherstel mogelijk
Minder koeien laten grazen op je grond óf hetzelfde aantal koeien laten grazen op meer grond: dat is het idee van de extensiveringsregeling. In Brabant doen 3 initiatieven er 4 jaar lang aan mee. ‘Dat de overheid melkveehouders compenseert, vind ik super.’
Kan voedsel produceren hand in hand gaan met het beheren en onderhouden van natuur- en landbouwgronden in en nabij Natura 2000-gebieden? Ja, zeggen de ondernemers die meedoen aan de extensiveringsregeling van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Het doel is om op korte termijn de uitstoot van stikstof terug te dringen en natuurherstel mogelijk te maken. In het zuiden van Nederland zijn negentien melkveehouders (waarvan zeventien in Brabant) aan de slag gegaan met het extensiveren van hun bedrijfsvoering. Dit initiatief kreeg de naam ‘Boeren van het Zuiden’. Ook in Brabantse Wal (twee melkveehouders) en De Peel (twee melkveehouders) zijn initiatieven. De betreffende bedrijven bevinden zich alle in de schil van een Natura 2000-gebied, dat volop moet gaan profiteren van de verminderde stikstofneerslag.
Overheid trekt portemonnee
‘Het mooie van deze regeling is dat de overheid nu de portemonnee trekt voor maatschappelijke diensten,’ zegt Erik van den Oord, wiens bedrijf EVO Kompas bij alle drie de Brabantse initiatieven betrokken is. ‘Extensivering heeft allerlei voordelen: meer kruidenrijk grasland betekent meer biodiversiteit (De verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied) op het land en in de maag van de koe. Geen kunstmest en minder bestrijdingsmiddelen betekent een beter bodemleven en minder opwarming van de aarde. Een beter bodemleven betekent dat je water vasthoudt als een spons, waardoor je minder hoeft te beregenen, de aarde minder opwarmt doordat je meer CO2 vastlegt in de bodem. En meer weidegang betekent minder stikstofuitstoot. De overheid zegt nu: “Wij realiseren ons dat als je extensiever werkt je minder verdient aan melk en vlees. Tegelijkertijd bewijs je de maatschappij een dienst door te werken aan duurzaamheid. Dus compenseren wij jou met deze regeling voor je verminderde opbrengsten. Bovendien realiseren we ons dat jouw hypotheek ondertussen gewoon doorloopt en dat de schoolvakanties van je kinderen ook betaald moeten worden.” Die benadering vind ik super.’
Aan voorwaarden voldoen
Ondernemers die willen meedoen aan de extensiveringsregeling moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Ze mogen gemiddeld slechts één of zelfs minder koeien per hectare houden (een gemiddeld melkveebedrijf houdt zo’n drie koeien per hectare). Ze hebben de keuze hun stikstofuitstoot te verlagen naar minder dan 150 of minder dan 100 kilogram stikstof uit dierlijke mest (kies je voor 100, dan krijg je een hogere vergoeding dan bij 150). Bovendien moet tachtig procent van hun areaal uit gras bestaan en moet minimaal zeventig procent van hun dierlijke mestproductie van melkvee komen en maximaal dertig van jongvee en overig vee. Ook mogen ze geen kunstmest meer gebruiken.
Voor meer over deze regeling zie: www.rvo.nl
Leren van elkaar
In mei vorig jaar hakten de 19 melkveehouders van het project Boeren van het Zuiden de knoop door en gaven zich als groep op voor de extensiveringsregeling. Die groepsvorming is cruciaal, vertelt Judith van der Bruggen, die penvoerder is van het project namens de Stichting Duinboeren en Maatschappij: ‘Een van onze belangrijkste doelen is van elkaar leren. En dat zal heel breed zijn, breder dan alleen het verminderen van de stikstofuitstoot. Zo houden sommige bedrijven hun kalfjes bij de koe. Sommige biologische bedrijven werken nu al best wel extensief. Andere hebben heel veel uren weidegang, maar hoe doe je dat goed? Hoe snel rouleer je je koeien dan over percelen? Bij sommige boeren gaan de koeien ‘s ochtends naar buiten, rond de middag naar binnen en ‘s avonds weer naar buiten. De vraag is: Welk systeem past bij jou, je plek en je bedrijfsvoering? Zo wil elk bedrijf op zijn eigen manier de komende vier jaar stappen vooruit gaan zetten. Dat biedt de kans om enorm veel van elkaar te leren.’
Belangrijke rol
De provincie Noord-Brabant speelde een heel belangrijke rol in de beslissing om mee te doen aan de extensiveringsregeling, aldus Judith van der Bruggen: ‘Het begon allemaal met een voorlichtingsbijeenkomst in januari 2024. Gerard Willems maakte duidelijk dat de provincie het geweldig zou vinden als veel bedrijven een beroep zouden doen op de regeling. Brabant kent natuurlijk heel veel Natura 2000-gebieden en de provincie wil er graag zoveel mogelijk grasland omheen hebben, als een soort buffer tussen de reguliere landbouw naar de natuurgebieden. Maar als ergens veel grasland is, zijn er graasdieren nodig, dus melkkoeien of vleesvee. En dus moet je bedrijven in stand houden die economisch rendabel zijn, waar een ondernemer op lange termijn de kost kan verdienen. In die gedachtegang past de extensiveringsregeling. Vandaar dat de provincie zich er zo hard voor maakte, bijvoorbeeld door de aanvraagkosten te voorfinancieren.’
Leergierige deelnemers
Hoe leergierig de deelnemers aan de extensiveringsregeling zijn, blijkt uit het feit dat het Louis Bolk Instituut is ingeschakeld om gegevens te onderzoeken. ‘Zij gaan bijvoorbeeld meten of je bij 100 kilogram stikstof kunt garanderen dat het grondwater maximaal 50 milligram nitraat bevat, zoals de Europese Nitraatrichtlijn voorschrijft. De norm komt van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in verband met de gezondheid van baby’s en senioren. Daar ben ik heel benieuwd naar,’ zegt Erik van den Oord.
Hij wijst op nog een ander mooi gemeenschappelijk kenmerk van de deelnemende ondernemers: ‘Ze willen allemaal hun best doen om mee te bewegen met de maatschappelijke wensen. Ze zijn bereid hun nek uit te steken. Dat betekent automatisch dat ze graag willen leren van elkaar. Dat is ook onderdeel van hun opdracht. Er worden kleine bijeenkomsten georganiseerd voor deelnemers en grotere waar ook externen bij betrokken worden. Bovendien gaan de deelnemers online allerlei informatie delen.’
Hoe verder
Hoe gaat het verder na de vier jaar die de extensiveringsregeling behelst? Verwachten de deelnemende ondernemers hun manier van werken dan te kunnen vasthouden? ‘Dat zal zeker lukken als er voldoende financiële middelen gevonden worden,’ antwoordt Erik van den Oord vol realiteitszin. Judith van der Bruggen kan zich voorstellen dat er andere vormen van financiering mogelijk zijn dan een overheidsregeling: ‘Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat je als ondernemer afspreekt dat je geen of weinig pacht hoeft te betalen aan een terreinbeherende organisatie, zoals de provincie, Brabants landschap, Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. En dat jij in ruil het beheer voor je rekening neemt.’ Erik van den Oord: ‘Het allermooiste zou natuurlijk zijn als de overheid je niet meer hoeft te compenseren als je extensief werkt, maar dat je als boer genoeg kunt verdienen met je extensieve aanpak. Dan heb ik het over een eerlijke prijs voor je product. Ik ben dus aan het onderzoeken of we een “maatschappelijke offerte” kunnen opstellen: dat de consument door de prijs gestuurd wordt om voor de melk of het vlees te kiezen van eigen bodem in plaats van vlees uit Argentinië omdat dat goedkoper is. De komende jaren bouwen de deelnemende boeren aan kennis, ervaring en een manier van werken die laat zien dat landbouw en natuur elkaar kunnen versterken. Met steun van provincie, wetenschap en elkaar.’
Zaakbegeleider Gerard Willems
Gerard Willems is zaakbegeleider bij de provincie Noord-Brabant. Hij wordt blij van de extensiveringsregeling en ondersteunde de ondernemers bij hun aanvraag.
‘Als zaakbegeleider begeleid ik ondernemers die stappen willen zetten om hun stikstofuitstoot terug te dringen,’ zegt Gerard Willems. ‘Van de extensiveringsregeling word ik erg blij, omdat hij prachtig past binnen de aanpak in ons land om over de volle breedte – samenleving, politiek én landbouw – te werken aan een mindere belasting door de landbouw op water, milieu, klimaat en biodiversiteit. Deze regeling heeft een schitterende voorbeeldfunctie, heeft een positieve uitstraling naar buiten én zorgt voor kennisontwikkeling én het actief verspreiden daarvan.
‘Er zijn natuurlijk ook andere manieren om je belasting op Natura 2000-gebieden te verminderen. Sommige melkveehouders doen dat bijvoorbeeld met high tech in de stal, duurzaam bodemgebruik of samenwerking met akkerbouwers. Maar het mooie van de extensiveringsregeling is dat hij heel robuust is: gewoon minder koeien per hectare. Hij is gebaseerd op het principe: “Wat er niet ingaat, komt er ook nooit uit.” Dat vind ik mooi.
‘Als provincie hadden we een aanjaagfunctie doordat we het financiële risico van de aanvraag voor de ondernemers wegnamen. Het inschrijven voor zo’n regeling kost namelijk best wat tijd en geld: je moet een onderzoek doen, de aanvraag schrijven en een adviseur en penvoerder inschakelen. Maar ondertussen bestaat de kans dat je aanvraag wordt afgewezen. Vandaar dat we afspraken dat we als provincie de gemaakte kosten voor onze rekening zouden nemen als de aanvraag zou worden afgewezen. Dat was een belangrijke stimulans voor de ondernemers om een aanvraag in te dienen. Gelukkig werden alle aanvragen goedgekeurd, en dus worden de kosten van de aanvraag nu uit de regeling zelf betaald.
‘Of er nog meer regelingen komen? Jazeker! In 2026 kunnen ondernemers weer een aanvraag indienen voor de extensiveringsregeling voor de uitvoeringsjaren 2027 en 2028. Verder wordt er volop gewerkt aan een regeling die moet aansluiten op de huidige extensiveringsregeling, mogelijk gekoppeld aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer ofwel ANLb. Tot slot bieden we als provincie een aantal regelingen die het extensiveren van de bedrijfsvoering kunnen ondersteunen. Zowel landelijk als provinciaal hebben we de smaak dus te pakken als het gaat om extensiveren!’
Heb je een vraag?
Stel je vraag via het formulier of bel naar het algemene nummer van de provincie.