Formulier

Tot 1 januari 2024 waren de Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, Tilburg en ’s-Hertogenbosch bevoegd gezag Wet bodembescherming. Met de komst van de Omgevingswet vervalt de Wet bodembescherming en zijn de individuele gemeenten het bevoegd gezag over de verontreinigingen in de vaste bodem. Uitzondering hierop zijn de locaties die onder het Overgangsrecht Wet bodembescherming Omgevingswet vallen (zie Notitie overgangsrecht Wet bodembescherming Omgevingswet).

Onder de Omgevingswet worden bestaande bodemverontreinigingen aangepakt bij ontwikkelingen. De voorgenomen activiteit of gebiedsopgave staat dan voorop, in plaats van de verontreiniging. Het verrichten van de melding en het aanleveren van gegevens en bescheiden voorafgaand aan of na afloop van de activiteit, vindt plaats via het Omgevingsloket.

Als een bodemsanering wordt uitgevoerd op een locatie die onder het overgangsrecht Wet bodembescherming Omgevingswet valt dan blijft het oude recht gelden. Betreft het bodemsanering in de gemeente Breda, Eindhoven, Helmond, Tilburg of ’s-Hertogenbosch dan moet u deze melden bij de betreffende gemeente. Voor verontreinigingen elders in Brabant is de provincie het bevoegd gezag. De uitvoering gebeurt door de omgevingsdienst. 

Een eenvoudige bodemsanering meldt u met een BUS-melding. BUS is de afkorting van Besluit uniforme saneringen. Deze saneringen vinden op een standaardmanier plaats. U gebruikt hiervoor een eenvoudig meldingsformulier. Zo kunt u de bodemsanering sneller en goedkoper uitvoeren. Voorbeelden van eenvoudige bodemsaneringen zijn:

  • Aanleggen of vernieuwen van kabels, leidingen en rioleringen in verontreinigde grond.
  • Verwijdering van mobiele verontreinigingen door huisbrandolietanks.

Er zijn 3 eenvoudige saneringen. Het soort sanering hangt af van de verontreinigingssituatie in de bodem. De soorten zijn:

  • Immobiel: de verontreinigende stoffen in de bodem hebben zich niet of nauwelijks verspreid naar het grondwater.
  • Mobiel: de stoffen in de bodem zijn boven de toegestane waarde en hebben zich verspreid naar het grondwater.
  • Tijdelijk uitplaatsen: er is een immobiele verontreiniging die bij de uitvoering van werkzaamheden tijdelijk verwijderd moet worden (zoals bij de aanleg van ondergrondse infrastructuur, leidingen en kabels).

De voorwaarden voor een BUS-melding bij de provincie zijn onder andere:

  • U woont niet in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht of 1 van de gemeenten genoemd in artikel 1 van het Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming. Woont u wel in 1 van deze gemeenten? Dan doet u de BUS-melding niet bij de provincie, maar bij de gemeente waarin u woont.
  • Het gaat om een eenvoudige verontreiniging van de grond.
  • De verontreiniging is veroorzaakt vóór 1 januari 1987 (bij asbest vóór 1 juli 1993).
  • U gebruikt 1 van de aangewezen technieken voor de sanering van een landbodem:
    • verplaatsen verontreinigde grond
    • open ontgraving
    • aanbrengen isolatielaag
    • saneren verontreinigd grondwater
    • een combinatie daarvan
  • U gebruikt 1 van de aangewezen technieken voor de sanering van een waterbodem:
    • verplaatsen, ontgraven of baggeren verontreinigd sediment
    • aanbrengen isolatielaag
    • een combinatie daarvan
  • Bij een open ontgraving (mobiele verontreiniging) moet u nog een nader onderzoek laten uitvoeren.
  • Als de sanering klaar is, meldt u dit binnen 2 weken. Binnen 8 weken na afronding van de sanering levert u hierover een schriftelijk verslag in.

Krijgt u geen bericht van de provincie binnen 5 weken na uw BUS-melding? Dan zijn alle gegevens volledig aangeleverd en kunt u beginnen met de werkzaamheden.

Met een sanering 'Tijdelijk uitplaatsen' kunt u binnen 5 werkdagen na uw melding beginnen.

 

Zo doet u een BUS-melding voor bodemsanering bij de provincie:

  • U neemt contact op met de provincie.
  • U geeft in ieder geval door:
    • het ingevulde meldingsformulier
    • een recente kadastrale kaart en situatietekeningen, waarop de te saneren stukken grond duidelijk zijn aangegeven
    • het resultaat van het uitgevoerde bodemonderzoek

Na afloop van de sanering doet de saneerder een evaluatiemelding bij de provincie.

De Wet bodembescherming kent twee verschillende procedures. Afhankelijk van de procedure kunt u wanneer u het niet eens bent met het besluit:

  1. Een zienswijze indienen tegen de ontwerp-beschikking;
  2. Bezwaar aantekenen tegen het besluit bij de Hoor en Advies Commissie.

Wanneer u het vervolgens niet eens bent met het definitieve besluit (procedure 1) of niet eens bent met de beslissing op bezwaar (procedure 2) kunt vervolgens in beroep gaan bij de Raad van State. Zowel onder aan het besluit als in de kennisgeving staat aangegeven welke procedure u moet volgen wanneer u het niet eens bent met het besluit.

17-04-2024