- 1.
De bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen; kosten voor de aankoop,
aanleg en verbetering (incl. het opheffen van knelpunten, verbetering van de verkeersveiligheid)
van lineaire recreatieve infrastructuur zoals fietsroutes, wandelroutes, vaarroutes
en ruiterpaden met de daarbij behorende toeristische voorzieningen zoals picknickbanken,
fietsrekken, informatieborden, schuilhutten en bijbehorende beplanting. Grondaankopen
zijn subsidiabel tot een maximum van 10% van de totale subsidiabele projectkosten.
- 2.
Kosten voor het opstellen van het exploitatie- en beheersplan of, indien het ondernemingen
betreft, ondernemingsplannen gericht op het project.
- 3.
Aanleg van de toeristische voorzieningen zoals picknickbanken, fietsrekken, informatieborden,
schuilhutten langs bestaande recreatieve verbindingen en op knooppunten.
- 4.
Aanleg van toeristische voorzieningen gericht op specifieke doelgroepen zoals senioren,
gehandicapten, jongeren en jonge gezinnen.
- 5.
Kosten van de aanleg en inrichting van kleine op plattelandstoerisme gerichte voorzieningen
zoals kleine gebouwen of voorzieningen waarin voorlichting kan worden gegeven over
landbouw, natuur, bos, water en cultuurhistorie in de regio.
- 6.
Eenmalige kosten voor de advisering van groepen van bedrijven eventueel in combinatie
met andere actoren bij het opstellen van ondernemingsplannen en het uitvoeren van
de plannen gericht op de bevordering van toeristische activiteiten.
- 7.
Eenmalige kosten voor opstarten van samenwerkingsprojecten voor de ontwikkeling van
nieuwe toeristische activiteiten of het opschalen en professionaliseren van bestaande
activiteiten. De projecten zijn gericht op marketing en promotie, invoering van nieuwe
communicatietechnieken en verbetering van de dienstverlening voor de bevordering van
toeristische activiteiten zoals reserverings- of bewegwijzeringsystemen.
- 8.
Eenmalige voorbereidings-, plan- en organisatiekosten om te komen tot een goed project
zoals architectenkosten, ingenieurbureaus, adviesondersteuning, verwerving van patentrechten
en licenties, tot maximaal 15% van de projectkosten.
- 9.
Loonkosten van het direct bij de uitvoering van het project betrokken personeel alsmede
kosten van eigen arbeid van de aanvrager in het kader van het project;
- 10.
Kosten voor de promotie, marketing en netwerkvorming gericht op de verbetering van
toeristische dienstverlening in het landelijk gebied, met uitsluiting van landbouwbedrijven.