Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat in het provinciaal Bestuursakkoord 2007-2011, binnen de programmalijn
Perspectiefrijk Brabant, de kaders zijn vastgesteld voor de voortgezette provinciale
inzet op het thema voortijdig schoolverlaten;
Overwegende dat de uitwerkingsnotitie ‘Speerpunt Voortijdig Schoolverlaten, onderdeel
van Perspectiefrijk Brabant’, op 13 mei 2008 door Gedeputeerde Staten is vastgesteld
en ter kennisneming is aangeboden aan de Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur (ZWC 0674);
Overwegende dat het Beleidskader 2009-2012 ‘Brabant investeert in Jeugd’ op 7 november
2008 door Gedeputeerde Staten is vastgesteld;
Overwegende dat de provincie vanuit maatschappelijk en economisch oogpunt financieel
wil bijdragen aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten door de zelfredzaamheid
van jongeren, ouders en onderwijsinstellingen te versterken;
besluiten vast te stellen de volgende regeling: