- a.
Aanvrager: dienstverlener die subsidie aanvraagt voor het aanleggen, onderhouden van
maatregelen en daarmee ook het beschikbaar stellen van de grond;
- b.
Centraal Administratiekantoor: door Gedeputeerde Staten gemandateerde instelling verantwoordelijk
voor de uitvoering, administratie, rapportage en subsidieverlening;
- c.
Dienst: maatregel die via een meerjaren-overeenkomst wordt gerealiseerd en/of duurzaam
in stand wordt gehouden en waarvoor de dienstverlener en/ of eigenaar een vergoeding
ontvangt.
- d.
Dienstverlener: natuurlijk persoon of rechtspersoon die krachtens zakelijk of duurzaam
persoonlijk recht voor minimaal 6 jaar beschikt over het recht tot gebruik en onderhoud
van een terrein, met uitzondering van een publiekrechterlijk lichaam of een instelling
als bedoeld in artikel 3, eerste lid en tweede lid, van de Regeling Subsidies Particuliere
Terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisaties;
- e.
Eigenaar: natuurlijk persoon, privaatrechtelijk rechtspersoon, welke volgens het kadastrale
register in bezit is van een terrein;
- f.
Element: in het landschap voorkomend ruimtelijk eenheid, wat voldoet aan de voorwaarden
zoals beschreven binnen één van de pakketten uit bijlage C;
- g.
Erf: tot het erf van agrarische bedrijven wordt gerekend het op de bestemmingsplankaart
van het Bestemmingsplan Buitengebied aangegeven (flexibel) agrarisch bebouwingsvlak
of kassenperceel inclusief een zone van 10 meter rondom. Bij een flexibel agrarisch
bebouwingsvlak of kassenperceel wordt aan de zijde van de uitbreidingsrichting(en)
in elk geval een afstand van 50 meter vanaf de bestaande bebouwing tot het erf gerekend.
Tot het erf van een burgerwoning of niet agrarische bedrijfswoning wordt in ieder
geval gerekend de grond die in een straal van 150 meter rond de op de bestemmingsplankaart
aangegeven woning is gelegen en in eigendom is van de eigenaar van de woning, tenzij
deze grond wordt gescheiden van de woning door een openbare weg of een weg met openbaar
karakter. In ieder geval tot het erf behorend zijn gronden die als tuin in gebruik
zijn of als tuin worden ingericht;
- h.
Gebieds- of themacontract: contract als bedoeld in artikel 30;
- i.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid: Europese subsidie in het kader van het Europese
landbouwbeleid;
- j.
Landbouwgrond: grond waarop ten minste vanaf 31 juli 1992 enige vorm van akkerbouw,
weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw – daaronder begrepen fruitteelt
en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen – en elke andere vorm van bodemcultuur
hier te lande, met uitzondering van bosbouw, wordt bedreven, of gronden die uit productie
zijn genomen in het kader van de Regeling GLB inkomenssteun 2006;
- k.
Natuurbeheerplan: door Gedeputeerde Staten vastgesteld plan op grond van hoofdstuk
2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant en hoofdstuk 2
van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord-Brabant.
- l.
Natuurterrein: binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur, of grond
waarvoor een aanspraak bestaat op een vergoeding voor het waardeverschil tussen agrarische
grond en grond met als hoofdfunctie natuur, die begrensd is in het Natuurbeheerplan
Noord Brabant;
- m.
Pakket: één van de in de subonderdelen van bijlage C tot en met E beschreven samenstellingen
van op een terrein voorkomende fysieke omstandigheden, onderhoudsvoorschriften en/of
gebiedskenmerken met bijbehorende vergoedingen.
- n.
Terrein: aaneengesloten gebied, geheel of ten dele bestaande uit bos, natuurterrein,
landbouwgrond, dan wel ten dele bestaande uit water, niet zijnde een erf of tuin,
dat niet wordt doorsneden door:
- -
wegen breder dan 5 meter;
- -
waterlopen die op enig punt breder zijn dan 25 meter;
- -
een dubbelsporige spoorlijn, of
- -
een geëlektrificeerde spoorlijn,
- o.
Tuin: stuk grond, meestal dicht bij een huis, in gebruik als siertuin met sierbeplanting
en/of gazon of in gebruik als moestuin voor de teelt van groenten, klein fruit en
bloemen. Tot de tuin behoren ook beplantingselementen die de afbakening vormen tussen
de tuin en de omliggende grond, zoals geschoren hagen en houtsingels. Ook een stuk
grond met een afwisseling van groenelementen met inheemse bomen en/of struiken en
gazons of een gazon met een hoogstamboomgaard wordt als tuin beschouwd;
- p.
Tijdvak: aaneengesloten periode van zes jaar;
- q.
Samenwerkingsverband: groep van samenwerkende privaatrechtelijke en publiekrechtelijke
organen welke een uitvoeringsprogramma wensen op te stellen en die hiertoe onderling
een overeenkomst hebben gesloten;
- r.
Subsidieontvanger: eindbegunstigde van de vergoeding;
- s.
Subsidieverordening: Subsidieverordening inrichting landelijk gebied 2007 of haar
opvolgers;
- t.
Uitvoeringsprogramma: een gebiedsgericht of thematisch programma, wat voldoet aan
de richtlijnen zoals gesteld in het document “Richtlijnen voor het vormen van een
samenwerkingsverband en het opstellen van een uitvoeringsprogramma”.
- u.
Veld- of themacoördinator: intermediaire partij als bedoeld in artikel 10;
- v.
Waardedaling: verschil in waarde dat optreedt op het moment dat een groene of blauwe
maatregel met een permanent karakter op landbouwgrond wordt gevestigd;