Inhoud regeling

Regeling vervallen per 01-04-2013

Subsidie Brabantse waardebescherming

Geldend van 01-04-2013 t/m 31-03-2013

Intitulé

Subsidie Brabantse waardebescherming

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;

BESLUITEN als volgt vast te stellen de Subsidie Brabantse waardebescherming.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aankoopprijs: de 'vrij op naam' koopsom.

  • b.

     Bouwrente: het bedrag aan rente dat de Consument heeft betaald over vervallen termijnen op grond van de koop-/aannemingsovereenkomst.

  • c.

     Consument: de natuurlijke perso(o)n(en) die de betreffende Woning voor het eerst in (mede-)eigendom heeft (hebben) en ten tijde van de Gebeurtenis bewoner(s) en (mede-)eigena(a)r(en) van de Woning was (waren).

  • d.

    Financieel Verlies: het nadelig verschil tussen de Verkoopprijs bij een Noodzakelijke Verkoop en de Aankoopprijs van de Woning vermeerderd met eventuele Bouwrente en/of eventuele Kosten van Verbeteringswerkzaamheden. Het totaal van de Kosten van Verbeteringswerkzaamheden en de Bouwrente kan echter nooit meet dan 15% van de Aankoopprijs bedragen.Indien uit een door de Gedeputeerde Staten ingevolge artikel, tweede lid opgesteld Taxatierapport een afwijkende Verkoopprijs en/of afwijkende Kosten aan Verbeteringswerkzaamheden volgen, dan wordt van die afwijkende Verkoopprijs c.q. Kosten van Vebeteringswerkzaamheden uitgegaan bij de berekening van het nadelig verschil.

  • e.

     Gebeurtenis:

    • 1.

       het ontstaan van blijvende arbeidsongeschiktheid van de Consument zoals nader bepaald in artikel 6;

    • 2.

       een ongeval met blijvende invaliditeit van de Consument tot gevolg zoals nader bepaald in artikel 6;

    • 3.

       overlijden van de Consument;

    • 4.

       het ontstaan van werkloosheid van de Consument wegens ontslag zoals nader bepaald in artikel 7;

    • 5.

       echtscheiding van de Consument zoals nader bepaald in artikel 8.

  • f.

     Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.

  • g.

     Kosten van Verbeteringswerkzaamheden: kosten die met betrekking tot de Woning worden gemaakt in verband met de tuinaanleg en de kosten van die zaken welke bestanddeel in de zin van artikel 3:4 van het Burgerlijk Wetboek uitmaken van de Woning en welke kosten de Consument aannemelijk kan maken door middel van schriftelijke facturen. Ten aanzien van deze kosten zal rekening gehouden worden met een afschrijvingstermijn van tien procent (10%) per jaar.

  • h.

     Provincie: de provincie Noord-Brabant.

  • i.

     Noodzakelijke Verkoop: de totstandkoming van de verbintenisrechtelijke overeenkomst op grond waarvan de Woning door de Consument dan wel middels executoriale verkoop wordt verkocht, en die plaats vindt nadat een Gebeurtenis heeft plaatsgevonden en:

    • a.

       indien sprake is van een ongeval met blijvende invaliditeit van de Consument tot gevolg en/of blijvende arbeidsongeschiktheid van de Consument, het maandelijkse bruto-inkomen van de Consument op het moment van verkoop tenminste dertig procent (30%) lager is dan onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval c.q. het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid en/of van de Consument naar redelijkheid niet kan worden verwacht dat de Consument in verband met zijn/haar lichamelijke gesteldheid in de Woning zou zijn blijven wonen;

    • b.

       indien sprake is van werkloosheid, het maandelijkse bruto-inkomen van de Consument op het moment van verkoop tenminste dertig procent (30%) lager is dan onmiddellijk voorafgaand aan het ontstaan van de werkloosheid;

    • c.

       indien sprake is van echtscheiding, het maandelijkse bruto-inkomen van ieder van de (ex-) partners op het moment van verkoop minder dan zeventig procent (70%) bedroeg van het gezamenlijke maandelijkse bruto-inkomen van beide ex-partners onmiddellijk voorafgaand aan de echtscheiding;

    • d.

       indien sprake is van overlijden en er ter zake van dezelfde Woning meerdere Consumenten zijn, het maandelijkse bruto-inkomen van de overleden Consument op het moment van verkoop minimaal dertig procent (30%) bedroeg van het gezamenlijke maandelijkse bruto-inkomen van alle Consumenten tezamen onmiddellijk voorafgaand aan het overlijden.

  • j.

    Taxatierapport: een rapport opgemaakt door een onafhankelijk taxateur die direct noch indirect bij de Noodzakelijke Verkoop betrokken is en die is ingeschreven in het register van de Stichting VastgoedCert, kamer Wonen/MKB of de Stichting Certificering VBO-Makelaars (SCVM) en die lid is van één van de volgende brancheverenigingen:

    • -

      de Landelijke Makelaars Vereniging (LMV);

    • -

      de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM);

    • -

      de Nederlandse Vereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT);

    • -

      de Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed (VBO);

    • -

      de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR).

  • k.

     Verkoopprijs: de totale prijs die de koper aan de Consument verschuldigd is in verband met de Noodzakelijke Verkoop van de Woning, inclusief het (de) bedrag(en) dat (die) de koper verschuldigd is voor bij de Woning behorende roerende zaken.

  • l.

    Woning: de aan de Consument in de Provincie gelegen in eigendom toebehorende grond en de geheel of gedeeltelijk gestichte of nog te stichten voor permanente bewoning bestemde en als hoofdverblijf van de Consument dienende nieuwbouwwoning (waaronder mede wordt verstaan een appartementsrecht), vrij van huur(koop) en/of (vrucht)gebruik, welke nieuwbouwwoning is of wordt gebouwd op basis van een met de Consument in de periode van 17 september 2009 tot en met 30 september 2010 gesloten koop-/aannemingsovereenkomst en waarvan de notariële overdracht uiterlijk 31 december 2010 heeft plaatsgevonden.

Artikel 2. Doelstelling

Gedeputeerde Staten beogen door middel van deze regeling de verkoop van nieuwbouwwoningen in de Provincie Noord-Brabant te stimuleren door het verlenen van een incidentele subsidie, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door een Consument. Indien de Consument is overleden, kan de subsidie worden aangevraagd door de executeur, dan wel door de erfgenamen daartoe aangewezen vertegenwoordiger, tenzij er terzake dezelfde Woning meerdere Consumenten zijn, in welk geval de subsidie door de andere Consument kan worden aangevraagd.

Artikel 4. Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verleend voor een Noodzakelijke Verkoop waarbij sprake is van Financieel Verlies. 

Artikel 5. Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

     er is sprake geweest van Noodzakelijke Verkoop waarbij de Consument, dan wel indien de Consument is overleden, de erfgena(a)m(en) Financieel Verlies heeft c.q. hebben geleden;

  • b.

     de Gebeurtenis heeft plaatsgevonden binnen drie jaar na de datum van notariële overdracht van de Woning als bedoeld in artikel 1, onder l;

  • c.

    de Woning is binnen zes maanden nadat de Gebeurtenis heeft plaatsgevonden publiekelijk te koop aangeboden;

  • d.

     de Noodzakelijke Verkoop van de Woning heeft plaatsgevonden binnen 1 jaar na de datum waarop de Gebeurtenis heeft plaats gevonden;

  • e.

     de notariële overdracht van de Woning heeft binnen zes maanden na de Noodzakelijke Verkoop plaatsgevonden;

  • f.

    in geval van blijvende invaliditeit of blijvende arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 6 dient het hoogste van beide vastgestelde percentages zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid tenminste 15% te bedragen of indien de percentages gelijk zijn, beide percentages tenminste 15% te bedragen;

  • g.

    in geval van (mogelijke) blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval en (mogelijke) blijvende arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 6 heeft de aanvrager zich direct onder behandeling van een arts gesteld en heeft de Consument de door deze arts gegeven voorschriften opgevolgd. Tevens heeft de Consument al het mogelijke gedaan om zijn herstel te bevorderen en alles nagelaten wat het herstel kan vertragen of verhinderen;

  • h.

     in geval van werkloosheid als bedoeld in artikel 7 is de Consument gedurende de gehele periode tussen het moment van ontstaan van de werkloosheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid en de Noodzakelijke Verkoop werkloos geweest en bedraagt de periode tussen het ontstaan van de werkloosheid en de datum waarop de Woning publiekelijk te koop wordt aangeboden, in afwijking van sub c minimaal drie maanden en maximaal negen maanden;

  • i.

     in geval van echtscheiding als bedoeld in artikel 8 is de inleidende vordering tot echtscheiding niet vóór de datum van de notariële overdracht van de Woning als bedoeld in artikel 1, onder l gelegen;

  • j.

     de subsidieaanvraag is uiterlijk binnen één maand na de notariële overdracht als bedoeld onder e bij Gedeputeerde Staten ingediend door de persoon als bedoeld in artikel 3 overeenkomstig het bepaalde in artikel 10. 

Artikel 6. Invaliditeit ten gevolge van een ongeval en arbeidsongeschiktheid

  • 1 Ongeval: onder een ongeval wordt verstaan een tegen de wil van de Conusment plotseling, van buiten komende geweldsinwerking op het lichaam van de Consument, dat zijn/haar blijvende invaliditeit, tot gevolg heeft.

    Aan een ongeval worden de volgende gebeurtenissen gelijkgesteld, voor zover deze zijn ontstaan onafhankelijk van de wil van de Consument:

    • -

        verstikking, verdrinking, bevriezing, zonnesteek of verbranding (niet gedekt is verbranding door kunstmatige bestraling of zonnebrand);

    • -

       de lichamelijke gevolgen van ontbering geleden als gevolg van watersnood, schipbreuk, noodlanding, instorting, insneeuwen, invriezing of enige andere vorm van onvrijwillige afzondering van de buitenwereld;

    • -

       complicaties en verergeringen, uitsluitend als gevolg van:

      • o

        een door een bevoegde medicus verrichte of voorgeschreven behandeling in verband met een ongeval;

      • o

        eerste hulpverlening na een ongeval;

    • -

       verstuiking, ontwrichting, verrekking en scheuring van spieren en spierweefsels;

    • -

       benadeling van de gezondheid door onvrijwillige inademing van gassen, dampen of stoffen, tenzij deze gewoonlijk als afval- en/of lozingsproducten deel uitmaken van de buitenlucht ter plaatse van het ongeval. Een uitzondering geldt voor:

      • o

        besmettingen met ziektekiemen of contact met allergenen;

      • o

        vergiftiging door het gebruik van geneesmiddelen of stoffen met een gelijk doel of strekking, opwekkende, verdovende of bedwelmende middelen, slaapmiddelen, alcoholica en narcotica anders dan overeenkomstig een daartoe door een bevoegd arts aan verzekerde verstrekt voorschrift;

    • -

       besmetting of vergiftiging door een onvrijwillige val in het water of in een andere vloeistof of vaste stof;

    • -

       geweldpleging, moord of poging daartoe en mishandeling;

    • -

       wondinfectie, bloedvergiftiging, tetanus en ziekte van Weil ontstaan als gevolg van een ongeval;

    • -

       het bij vergissing of onvrijwillig innemen van stoffen die van nature schadelijk zijn of van voorwerpen waardoor letsel aan enig orgaan van de Consument wordt toegebracht;

    • -

       miltvuur, trychofytie, ziekte van Bang, koepokken, sarcoptes scabis;

    • -

       letsel door ongewild in het spijsverteringskanaal, de luchtwegen, ogen of oren raken van stoffen of voorwerpen.

  • 2 Blijvende invaliditeit: onder blijvende invaliditeit wordt verstaan de medisch objectiveerbaar vast te stellen blijvende invaliditeit van het mendelijk lichaam. Vaststelling vanhet percentage algehele blijvende invaliditeit zal plaatsvinden op basis van de maatstaven, vastgelegd in de laatste uitgave van de "Guides to the Evaluation of Permenant Impairment" van The American Medical Association (A.M.A.), aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse specialistenverenigingen.

  • 3 Blijvende arbeidsongeschiktheid: van blijvende arbeidsongeschiktheid is uitsluitend sprake als er in relatie tot ziekte of ongeval objectief medisch vast te stellen toornissen besraan waardoor de Consument voor een nader vast te stelln percentage blijvend ongeschikt is tot het verrichten van werkzaamheden die voor zijn krachten en bekwaamheden zijn berekend en die met het oog op zijn opleiding en vroegere werkzaamheden in redelijkheid van hem kunnen worden verlangd. Bij het vaststellen van de mate van blijvende arbeidsongeschiktheid wordt geen rekening gehouden met verminderde gelegenheden tot het verkrijgen van arbeid.

  • 4 De mate van blijvende invaliditeit en blijvende arbeidsongeschiktheid worden door de Provincie vastgesteld aan de hand van rapportages van door de Provincie aan te wijzen deskundigen. Het percentage van blijvende invaliditeit en blijvende arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op het tijdstip waarop redelijkerwijs geen verbetering meer in de toestand van de Consument wordt verwacht, doch uiterlijk binnen twaalf maanden nadat de Noodzakelijke Verkoop plaatsvindt. Bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit en blijvende arbeidsongeschiktheid worden twee percentages vastgesteld:

    • a.

       één percentage aangevende de mate van blijvende invaliditeit van de Consument in de zin van artikel 6, tweede lid, zonder dat met zijn beroep of met zijn normale bezigheden rekening wordt gehouden; en

    • b.

       één percentage aangevende de mate van blijvende arbeidsongeschiktheid van de Consument in de zin van artikel 6, derde lid.

Artikel 7. Werkloosheid

  • 1 Van werkeloosheid is sprake indien:

    • a.

       een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst of aanstelling geheel is beëindigd;

    • b.

       de Consument in verband met de beëindiging van die arbeidsovereenkomst of aanstelling recht heeft of heeft gehad op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW-uitkering);

    • c.

       er geen sprake is of is geweest van een gehele of gedeeltelijke, al dan niet tijdelijke, weigering van de WW-uitkering;

    • d.

       de arbeidsverhouding tenminste 12 maanden bij dezelfde werkgever heeft geduurd alvorens de arbeidsovereenkomst of aanstelling is beëindigd.

  • 2 Als datum waarop de werkloosheid geacht wordt te zijn ontstaan, geldt de eerste dag waarop door de Consument een uitkering uit hoofde van de Werkloosheidswet heeft ontvangen.

Artikel 8. Echtscheiding

  • 1 Onder echtscheiding wordt verstaan de ontbinding van het huwelijk van de Consument door echtscheiding, scheiding van tafel en bed, de ontbinding van een geregistreerd partnerschap en de verbreking van een notarieel vastgelegd samenlevingscontract en die ertoe leidt dat beide partners vanaf de datum van de subsidieaanvraag geen gezamenlijke huishouding meer zullen voeren.

  • 2 Als datum van de echtscheiding wordt aangehouden:

    • a.

       bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding: de datum waarop de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand wordt ingeschreven;

    • b.

       bij scheiding van tafel en bed: de datum waarop de rechterlijke uitspraak in de registers van de burgerlijke stand wordt ingeschreven;

    • c.

       bij beëindiging geregistreerd partnerschap: de datum waarop de door beide partijen daartoe ondertekende verklaring dan wel de rechterlijke uitspraak in de registers van de burgerlijke stand wordt ingeschreven;

    • d.

      bij verbreking van een notarieel samenlevingscontract: de datum van ondertekening van een door beide partijen ondertekende schriftelijke verklaring waarin zij mededelen dat de feitelijke samenwoning een einde heeft genomen.

Artikel 9. Weigeringsgronden 

De subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

     de Gebeurtenis en/of het Financieel Verlies is ontstaan, veroorzaakt of verergerd door:

    • -

       een gewapend conflict, waaronder wordt verstaan elk geval waarin staten of andere daarmee vergelijkbare partijen elkaar, of de een de ander, met militaire machtsmiddelen bestrijden. Het gewapende optreden van militaire eenheden onder de verantwoordelijkheid van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, de Noord Atlantische Verdragsorganisaties of de West Europese Unie wordt hier ook onder verstaan;

    • -

       een burgeroorlog, waaronder wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd(en) tussen inwoners van dezelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;

    • -

       een opstand, waaronder wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbare gezag;

    • -

       binnenlandse onrust, waaronder wordt verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, die zich op verschillende plaatsen binnen een staat voordoen;

    • -

       oproer, waaronder wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag;

    • -

       muiterij, waaronder wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag, waaronder zij zijn gesteld;

    • -

       een aardbeving;

    • -

       een overstroming, waaronder wordt verstaan het overstromen ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen;

    • -

       een atoomkernreactie, waaronder wordt verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit. De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat een vergunning voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door het betreffende ministerie moet zijn afgegeven. Onder "wet" is te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. Onder "kerninstallatie" wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van voornoemde wet;

  • b.

     sprake is van blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval en het ongeval is ontstaan of bevorderd als gevolg van:

    • -

       opzet of met goedvinden van de Consument of rechthebbende op de subsidie;

    • -

       het verrichten van een waagstuk, waarbij objectief gezien, de Consument redelijkerwijs geacht wordt zonder noodzaak leven of lichaam op het spel te zetten. Noodzaak wordt in elk geval aanwezig geacht bij de redding, bescherming of verdediging, of poging daartoe, van zichzelf, anderen, dieren of zaken;

    • -

       misdrijven waaraan de Consument deelneemt;

    • -

       vechtpartijen, waarbij de Consument, anders dan uit rechtmatige zelfverdediging, is betrokken;

    • -

       het feit dat de Consument in kennelijke staat van dronkenschap verkeert, dan wel zich in het bloed van de Consument meer dan 0,50‰ alcohol bevindt ten tijde van het ongeval;

    • -

       het gebruik door de Consument van geneesmiddelen en/of bedwelmende, verdovende of opwekkende middelen anders dan op medisch voorschrift;

    • -

       het deelnemen door de Consument aan: berg- en gletschertochten (tenzij deze tochten worden ondernomen onder leiding van een bevoegde gids, dan wel worden gemaakt over wegen en over terreinen, welke voor iedereen toegankelijk en zonder moeilijkheden begaanbaar zijn), skispringen, bobsleerijden, klettern, bergbeklimmen, abseilen, parapenten, parasailing, zweefvliegen, sportvliegen, ultra-light vliegen, luchtballonvaren, vechtsporten, wildwatervaren, bungy-jumpen, katapulten, freefall, parabouncen, parachutespringen, deltaflying, drachenfelderfliegen, snelheidswedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen en de voorbereidingen hiertoe, wedstrijden met speedboten en de voorbereiding hiertoe. Het vliegrisico is niet uitgesloten voor zover de Consument als passagier reist met een voor passagiersvervoer ingericht luchtvaartuig dat een geldige vergunning heeft om passagiers te vervoeren en dat wordt bestuurd door een gebrevetteerd piloot;

  • c.

     sprake is van blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval of arbeidsongeschiktheid en het ongeval c.q. de arbeidsongeschiktheid is ontstaan nadat de Consument de leeftijd van 75 jaar heeft bereikt;

  • d.

     de Woning bij de Noodzakelijke Verkoop is verkocht aan een ex-echtgeno(o)te(e), ex-partner of bloed- of aanverwant(en) in dalende lijn of in opgaande lijn, of aan een andere partij, waarbij een ex-echtgeno(o)t(e) of ex-partner, bloed- of aanverwant(en) in dalende lijn of in opgaande lijn de Woning blijft (blijven) bewonen;

  • e.

     het Financieel Verlies is ontstaan of vergroot doordat de Woning is verhuurd, in gebruik is gegeven, met zakelijke rechten is belast, door de Consument geheel of gedeeltelijk anders dan als woonhuis is gebruikt of op andere wijze door toedoen van de Consument in waarde is verminderd;

  • f.

     de Noodzakelijke Verkoop mede het gevolg is van een overheidsmaatregel, zoals onteigening of grondsanering, waarbij de Consument ingevolge een regeling van overheidswege volledig wordt gecompenseerd voor het Financieel Verlies, tenzij de van overheidswege gegeven compensatie niet voldoende is om het volledige Financieel Verlies weg te nemen. In dat geval wordt de subsidie verminderd met het bedrag dat de Consument uit hoofde van voornoemde compensatieregeling ontvangt;

  • g.

     de Consument weigert om zijn medewerking te verlenen aan Gedeputeerde Staten teneinde de rechtmatigheid van de subsidie vast te stellen, dan wel in gebreke blijft bij het verstrekken van de benodigde stukken, waardoor Gedeputeerde Staten niet in staat zijn om de rechtmatigheid van de subsidie vast te stellen;

  • h.

     de Noodzakelijke Verkoop en/of het Financieel Verlies (mede) het gevolg is van het feit dat:

    • (i)

       de Consument bij bouw in eigen beheer waarbij een aannemer is ingeschakeld geen afbouwverzekering heeft afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen die dekking biedt tegen het risico van insolventie van die aannemer;

    • (ii)

       de door de Consument gesloten afbouwverzekering geen dekking bood in verband met een omstandigheid die de Consument is toe te rekenen;

    • (iii)

       de Consument een uitkering ingevolge een afbouwverzekering niet binnen een redelijke termijn voor het afbouwen van de Woning heeft aangewend;

  • i.

    de Noodzakelijke Verkoop en/of het Financieel Verlies (mede) ht gevolg is van het feit dat:

    • (i)

       de Woning niet op basis van een uitgebreide gevarenverzekering tegen gebruikelijke condities bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen op basis van herbouwwaarde verzekerd is geweest;

    • (ii)

       de door de Consument afgesloten uitgebreide gevarenverzekering geen dekking bood in verband met een omstandigheid die de Consument is toe te rekenen; of

    • (iii)

       de Consument een uitkering ingevolge een uitgebreide gevarenverzekering niet binnen een redelijke termijn voor herstel van de Woning heeft aangewend.

  • j.

     de Noodzakelijke Verkoop en/of het Financieel Verlies (mede) is ontstaan als gevolg van het feit dat de Woning niet in goede staat van onderhoud heeft Verkeerd dan wel er gebreken zijn geweest aan de Woning die niet of niet deugdelijk zijn hersteld.

  • k.

     in geval van overlijden indien de Consument is overleden in krijgsdienst of gewapende dienst bij een andere mogendheid dan het Koninkrijk der Nederlanden.

  • l.

     voor de Woning al eerder op grond van deze regeling subsidie is verstrekt.

Artikel 10. Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

       indiening van de subsidieaanvraag geschiedt door middel van het volledig en naar waarheid ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;

    • b.

       bij de subsidieaanvraag dienen de volgende documenten te worden verstrekt:

      • (i)

         een kopie van de koop-/aannemingsovereenkomst, waaruit de datum van die overeenkomst blijkt;

      • (ii)

         een kopie van de akte ter zake de aankoop van de Woning, waaruit de 'vrij op naam' koopprijs en de datum van de notariële overdracht blijken;

      • (iii)

         een kopie van de akte(n) ter zake de Noodzakelijke Verkoop, waaruit de Verkoopprijs en de data van de Noodzakelijke Verkoop en notariële overdracht blijken;

      • (iv)

         een kopie van het identiteitsbewijs van de aanvrager;

      • (v)

         indien van toepassing, schriftelijke facturen waaruit de Kosten van Verbeteringswerkzaamheden blijken;

      • (vi)

         indien van toepassing, de notariële afrekening waaruit de Bouwrente blijkt.

  • 2 In geval van Noodzakelijke Verkoop na een ongeval met blijvende invaliditeit tot gevolg of na het ontstaan van arbeidsongeschiktheid is de Consument verplicht bij de aanvraag tot subsidie aan Gedeputeerde Staten alle door de Provincie voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit en/of de arbeidsongeschiktheid benodigde gegevens te verstrekken of te doen verstrekken en daartoe zo nodig machtigingen te verlenen.

  • 3 In geval van Noodzakelijke Verkoop na overlijden is de aanvrager verplicht bij de subsidieaanvraag de verklaring van erfrecht te verstrekken.

  • 4 Bij Noodzakelijke Verkoop na echtscheiding is de Consument verplicht bij de aanvraag tot subsidie een uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand te verstrekken, waarin de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed of de ontbinding van het geregistreerd partnerschap is opgenomen. Bij verbreking van de notarieel geregistreerde samenlevingsovereenkomst dient bij de aanvraag een kopie van het samenlevingscontract te worden overgelegd, alsmede de originele verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder d. Daarnaast is de Consument verplicht bij de aanvraag een door beide (ex-)partners ondertekende verklaring over te leggen waarin zij verklaren dat zij geen gezamenlijke huishouding meer voeren.

  • 5 Bij Noodzakelijke Verkoop na werkloosheid is de Consument verplicht bij de aanvraag tot subsidie afschriften te verstrekken van mededelingen van de instanties die zijn belast met de uitvoering van de Werkloosheidswet, waaruit blijkt dat en vanaf welke datum aan de Consument uitkeringen op grond van die wet zijn of worden verstrekt en waaruit blijkt dat geen sprake is geweest van een gehele of gedeeltelijke, al dan niet tijdelijke, weigering van de WW-uitkering.

  • 6 In afwijking van artikel 10 en artikel 33, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant zijn geen andere gegevens nodig voor de aanvraag dan waar in deze regeling om wordt gevraagd.

Artikel 11. Subsidiehoogte

  • 1 De subsidie bedraagt 50% van het Financieel Verlies.

  • 2 De subsidie bedraagt maximaal 10% van de Aankoopprijs van de Woning tenzij de Consument overeenkomstig artikel 1, onder d heeft aangetoond dat sprake is van Bouwrente en/of Kosten van Verbeteringswerkzaamheden, in welk geval de subsidie maximaal 10% bedraagt van het totaal van de Aankoopprijs en de Bouwrente en/of de Kosten van Verbeteringswerkzaamheden met dien verstande dat het totaal van de Kosten van Verbeteringswerkzaamheden en de Bouwrente nooit meer dan 15% van de Aankoopprijs kan bedragen.

  • 3 De subsidie bedraagt in geen geval meer dan € 60.000,-.

  • 4 Indien de Woning is gefinancierd met gebruikmaking van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen krachtens de NHG als borg een betaling heeft gedaan aan de geldverstrekker in verband met de executoriale verkoop van de Woning en de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen bereid is de vordering (geheel of gedeeltelijk) niet bij de Consument in te vorderen, dan wordt de subsidie verminderd met het bedrag dat de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen aan de geldverstrekker heeft betaald en niet bij de Consument invordert. Indien een (toekomstige) met de NHG vergelijkbare regeling van toepassing is op (de financiering van) de Woning, dan zal de hoogte van de subsidie zoveel als mogelijk overeenkomstig dit artikel worden aangepast.

  • 5 Indien de subsidieaanvraag verband houdt met het overlijden van de Consument en in verband met het overlijden van de Consument een uitkering volgt uit een levensverzekering die op enigerlei wijze is gekoppeld aan de Woning en/of de hypothecaire lening waarmee de Woning is gefinancierd, dan wordt de subsidie uit hoofde van de Waardebescherming verminderd met het bedrag dat de Consument uit hoofde van de uitkering ingevolge de levensverzekering ontvangt.

Artikel 12. Behandeling subsidieaanvragen

  • 1 Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 2 In afwijking van artikel 35 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant worden aanvragen ingediend na de aanvang van de activiteit waarvoor subsidie kan worden verleend.

Artikel 13. Verplichtingen van de aanvrager

  • 1 Indien Gedeputeerde Staten besluiten om een Taxatierapport te laten opstellen overeenkomstig artikel 14, tweede lid, dan is de aanvrager verplicht daaraan alle mogelijke medewerking te verlenen.

  • 2 De Consument dient zich op verzoek van de Provincie te laten onderzoeken en alle medewerking te verlenen aan de door de Provincie ter vaststelling van de in artikel 6, vierde lid genoemde percentages aan te wijzen deskundige(n). Door of namens de Consument zullen aan bedoelde deskundige(n) alle door deze(n) gewenste gegevens betrekking hebbend op het ongeval, de invaliditeit, blijvende arbeidsongeschiktheid, werkzaamheden en het beroep van de Consument worden verstrekt.

  • 3 Steeds als de Provincie dat vraagt, dient de Consument zich door één of meer geneeskundige(n) te laten onderzoeken. De Provincie kan die geneeskundige(n) aanwijzen. Door of namens de Consument zullen aan voornoemde geneeskundige(n) alle door deze(n) gewenste gegevens betrekking hebbend op het ongeval, de invaliditeit, blijvende arbeidsongeschiktheid, werkzaamheden en het beroep van de Consument worden verstrekt. De door deze geneeskundige(n), eventueel na overleg met de onder artikel 5, onder g genoemde arts gegeven voorschriften, dienen door de Consument te worden opgevolgd. De kosten van het/de geneeskundige onderzoek(en), de daarvoor noodzakelijke normale reis- en verblijfkosten van de Consument en één hem - gezien de lichamelijke en/of geestelijke toestand van de Consument - noodzakelijkerwijs begeleidend persoon, alsook de door derden in rekening gebrachte kosten voor het verkrijgen van de in dit artikel bedoelde gegevens, zijn voor rekening van de Provincie. Reiskosten gemaakt vanuit het buitenland naar Nederland worden nimmer aangemerkt als redelijke reis en verblijfkosten.

Artikel 14. Subsidievaststelling

  • 1 Gedeputeerde Staten controleren of de aanvraag volledig is en vragen eventueel ontbrekende informatie op.

  • 2 Gedeputeerde Staten kunnen de Verkoopprijs en de Kosten van Verbeteringswerkzaamheden toetsen door middel van het laten opstellen van een Taxatierapport voor rekening van de Provincie.

  • 3 Gedeputeerde Staten nemen binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag en alle overige benodigde gegevens, en voor zover Gedeputeerde Staten dat laten opstellen, na ontvangst van het Taxatierapport als bedoeld in artikel 14, tweede lid, een besluit over het vaststellen van subsidie.

Artikel 15. Intrekking en terugvordering

Indien intrekking van de subsidie plaatsvindt op grond van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie terugvorderen met vergoeding van de wettelijke rente.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen van deze regeling afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17. Persoonsgegevens

Alle door de Consument aan de Provincie verstrekte persoonsgegevens worden in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens verwerkt onder verantwoordelijkheid van de Provincie ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van deze regeling. Ook derden, die door de Provincie worden ingeschakeld in verband met de uitvoering van deze regeling, kunnen de persoonsgegevens van de Consument voor bovengenoemde doeleinden verwerken.

Artikel 18. Bekendmaking, inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1 Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie van deze regeling in het Provinciaal Blad.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 oktober 2016.

Artikel 19. Citeertitel  

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidie Brabantse waardebescherming.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 15 september 2009
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten
                      

Wetstechnische informatie

Regeling vervallen per 01-04-2013

Subsidie Brabantse waardebescherming

Geldend van 01-04-2013 t/m 31-03-2013

Algemeen

Overheidsorganisatie Noord-Brabant
Organisatietype Provincie
Officiële naam regeling Subsidie Brabantse waardebescherming
Citeertitel Subsidie Brabantse waardebescherming
Vastgesteld door gedeputeerde staten
Onderwerp financiën en economie
Eigen onderwerp leefomgeving, ruimtelijke ordening, subsidies, financieel kader
Indeling regeling Overig
Regeling onder de Omgevingswet Nee
Externe bijlagen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2
  3. Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant, art. 2 en 15

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingetrokken bij besluit van 19 maart 2013 tot vaststelling van de Subsidieregeling waardebescherming Noord-Brabant.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Dit overzicht bevat alleen gepubliceerde versies.

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2013 01-04-2013 Intrekking

19-03-2013

Provinciaal Blad, 2013, 48

3370774
25-02-2010 01-04-2013 art. 1

16-02-2010

Provinciaal Blad, 2010,19

1644578