De volgende redenen worden aangedragen voor het afwijzen van het beroep op de hardheidsclausule/
disproportionele last:
1. De ingeschatte investering voor 63 dekberen lijkt veel te hoog (luchtverversing
hangt samen met gewicht van dieren en 63 dekberen *300 kg is veel minder (45%) dan
567 vleesvarkens van gemiddeld 60 kg).
2. Bij de berekening van de jaarkosten zijn de investeringskosten twee keer meegerekend
namelijk als jaarkosten en als investeringskosten. Kosten van investeringen bestaan
uit rente, afschrijving en onderhoud. De jaarkosten van een luchtwasser bestaan voor
60% uit de investeringskosten.
3. De kosten zijn ook hoog ingeschat doordat alle nieuwe bedrijfsmiddelen in 10 jaar
afgeschreven wordt, inclusief de aanpassingen aan rooster, voerinstallatie, het dak
en de luchtwasser. Vrijwel al deze bedrijfsmiddelen hebben een levensduur die veel
hoger is. Dit leidt in de aangedragen berekeningen tot hoge kosten en dus een laag
inkomen. Gezien het feit dat er nog meer in de stal geïnvesteerd wordt, is het aannemelijk
dat ook de luchtwasser langer benut zal gaan worden.
4. Er wordt een forse investering (o.a. aanpassingen aan rooster, voerinstallatie
en het dak) voorzien voor dit bedrijf en dan is het ook logisch dat ook richting de
ammoniakreductie verduurzaamd wordt.
5. In het beroep op de hardheidsclausule/ disproportionele last wordt geen enkel alternatief
geboden om de ammoniakemissie te reduceren.
6. Uit de aangedragen informatie lijkt er geen enkel verband te zijn tussen de huur
van de stallen en de kwaliteit van de stallen. Voor zover bekend zijn de marges in
de wereld van KI dusdanig dat een duurzame productie (inclusief een reductie in de
ammoniakemissie) financieel haalbaar en draagbaar is.
Samengevat is de door u aangedragen kosteninschatting niet correct en alternatieven
zijn niet aangedragen terwijl de aard en omvang van de benodigde aanpassingen investeringen
in emissiereductie rechtvaardigen.
Beschikking
Gelet op artikel 5.13, eerste lid van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant
besluiten Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule,
om af te wijken van de eisen gesteld in artikel 2.69 eerste lid van de Interim Omgevingsverordening
Noord-Brabant, af te wijzen voor de locatie Sonniuswijk 60, 5691 PG, te Son.
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens
deze, Erik van Herk, Programmamanager Natuur.