Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties
Noord-Brabant en de Subsidieregeling vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant
gelet op hun gelijkenis samenvoegen en een nieuwe Subsidieregeling wensen vast te
stellen;
Overwegende dat door de herbestemming van agrarische bouwpercelen kansen worden geboden
voor de revitalisering van het landelijk gebied;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de leegstand van gebouwen op agrarische bouwpercelen
willen aanpakken;
Overwegende dat het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende Maatregelen Transitie Veehouderij,
veehouders ondersteunt in het maken van de juiste keuze om hun bedrijf te beëindigen,
via een voucherprogramma;
Overwegende dat via een vouchersysteem adviezen kunnen worden ingekocht met betrekking
tot de herbestemming van agrarische bouwpercelen;
Overwegende dat daar waar sprake is van staatssteun in het kader van rechtvaardiging
van staatssteun de volgende staatssteunmaatregelen van toepassing zijn:
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling vouchers agrarische bouwpercelen Noord-Brabant.
Algemeen
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening
Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van
subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat
onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor
Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de
meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk.
Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van
toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 1, onder d
Brabants Kennisplatform VABIMPULS: Dit kennisplatform is gelieerd aan BrabantAdvies,
en dient tot kennisuitwisseling voor en door de deskundigen die geraadpleegd worden
door eigenaren van agrarische bouwpercelen. Het betreffen deskundigen werkzaam op
het gebied van ruimtelijke vraagstukken, zoals juristen, financieel specialisten of
ontwerpers. De opgedane kennis door de deskundigen wordt zowel onderling gedeeld als
met gemeenten, provincie en overige partners.
Artikel 1, onder g
Met het staken van de agrarische activiteiten wordt bedoeld dat het agrarische bedrijf
op het vrijgekomen agrarisch bouwperceel niet meer in werking mag zijn. Dit kan onder
andere blijken uit milieuvergunningen die zijn ingetrokken.
Artikel 5 Weigeringsgronden
Artikel 5, onder b
Er mag in ieder geval geen subsidie zijn verstrekt aan het project op grond van de
Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant of
de Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant.
Artikel 6 Subsidievereisten
Artikel 6, eerste lid, onder a
De eerste fase bestaat uit de begeleiding van de uitwerking van een haalbaarheidsanalyse
waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van herbestemming van een agrarisch bouwperceel
worden verkend (inclusief een ruimtelijke verkenning). Veelal zal deze fase starten
met een oriëntatiegesprek, een eerste kennismaking tussen aanvrager en deskundige.
De intake wordt gevolgd door een verkenning van de mogelijkheden en onmogelijkheden,
waarvan vervolgens de haalbaarheid wordt geanalyseerd en neergelegd in een verslag.
Artikel 6, eerste lid, onder b, onderdeel 2
Indien uit de eerste fase blijkt dat er concrete plannen ontwikkeld kunnen worden,
gericht op de herbestemming van het agrarisch bouwperceel, kan de eigenaar starten
met de tweede fase. In deze fase wordt een begin gemaakt met de uitwerking van de
nieuwe plannen. Deze uitwerking kan als basis dienen voor een vervolg met een plan
voor een herbestemming en/of een vergunning. Een onderdeel van de activiteiten van
fase 2 kan het opstellen van een principeverzoek zijn, een oriëntatie of een quickscan
voor een bestemmingsplanprocedure, of een oriëntatie of verkenning voor een vergunningsprocedure.
Artikel 7 Subsidiabele kosten
Artikel 7, onder b
Overeenkomstig artikel 11 van de Asv, is verrekenbare btw niet subsidiabel. Het door
de in te schakelen deskundigen en specialisten te rekenen maximale uurtarief van € 93,
is exclusief btw. Aanvragers die ook ondernemer zijn in de zin van de Wet op de Omzetbelasting
1968, kunnen de btw van 21% die wordt geheven over het uurtarief van € 93, verrekenen
met de omzetbelasting die zij betalen over de inkomsten van hun onderneming. Een aanvrager
die een natuurlijk persoon is, kan dat niet.
Artikel 8
Artikel 8, onder b
Kosten die hieronder vallen zijn onder andere een ontwerp-bestemmingsplan of ruimtelijk
onderbouwing, bodemonderzoeken en archeologische onderzoeken die nodig zijn voor een
bestemmingsplan.
Artikel 8, onder c
Kosten die hieronder vallen zijn onder andere ontwerptekeningen en constructieberekeningen
die nodig zijn voor een vergunningsprocedure.
Artikel 11 Subsidiehoogte
Artikel 11, eerste lid
Er wordt onderscheid gemaakt tussen aanvragers die btw kunnen verrekenen en aanvragers
die geen btw kunnen verrekenen. Dit onderscheid is nodig om te kunnen bepalen wat
de hoogte is van het subsidiebedrag waarop aanspraak gemaakt kan worden. Natuurlijke
personen kunnen geen btw verrekenen en daarom kunnen zij in aanmerking komen voor
een hoger subsidiebedrag. Wanneer een aanvrager zijn agrarische activiteiten heeft
gestaakt, maar het agrarische bedrijf op papier nog bestaat en hij in het bezit is
van een btw nummer dient de subsidie op naam van het agrarisch bedrijf te worden aangevraagd,
omdat er in dat geval btw verrekend kan worden. Wanneer een aanvrager nog een actieve
veehouderij bezit dient de subsidie op naam van het agrarisch bedrijf te worden aangevraagd.
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 13, eerste lid, onder b
De verkenning en de haalbaarheidsanalyse, zijnde fase 1 van het project, mag maximaal
6 maanden duren.
Artikel 13, eerste lid, onder c
De begeleiding en uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een traject
tot herbestemming, zijnde fase 2 van het project, dient binnen twaalf maanden na verlening
te worden uitgevoerd. Indien de termijn van zes maanden bij fase 1 niet volledig is
benut, mag de resterende termijn ingezet worden voor fase 2 zolang de totale termijn
van twaalf maanden niet wordt overschreden.
Meldingsplicht
Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens
alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden
bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie,
de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een
gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de
subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle
blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering
inclusief wettelijke rente.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA