Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op artikel 3.4.5, tweede lid van de Regeling uniforme saneringen dat
naar het Protocol bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven verwijst;
Overwegende dat artikel 38 van de Wet bodembescherming de basis vormt voor
het bepalen van de saneringsdoelstelling;
Overwegende dat de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 als richtlijn
dient bij de uitwerking van de saneringsdoelstelling;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij de toepassing van hun bevoegdheden
in het kader van bodemonderzoek en bodemsanering op grond van de Wet
bodembescherming en de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 (hierna:
Circulaire) bevoegd zijn een afwijkende saneringsdoelstelling en gewijzigde
normstelling te hanteren bij gebiedsspecifieke omstandigheden;
Overwegende dat de Circulaire het gebied de Kempen specifiek noemt als
gebied waar zich gebiedsspecifieke omstandigheden voordoen vanwege
omvangrijke verontreinigingen;
Overwegende dat sinds Gedeputeerde Staten de Beleidsregel verwijdering
zinkassen de Kempen Noord-Brabant met het bijbehorende Protocol
bodemonderzoek Zivest/zinkassen hebben vastgesteld op 1 mei 2007 wet- en
regelgeving en protocollen zijn veranderd;
Overwegende dat het projectbureau Actief bodembeheer de Kempen per 1 januari
2016 niet meer bestaat;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
projectgebied de Kempen: Brabants deel van het projectgebied de
Kempen, omvattend de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel,
Boxtel, Cranendonck, Deurne, Eindhoven, Eersel, Hilvarenbeek,
Heeze-Leende, Someren, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek,
Geldrop-Mierlo, Nuenen c.a., Waalre, Valkenswaard, Veldhoven,
Reusel- De Mierden, Oirschot, Oisterwijk, Son en Breugel, Veghel,
Sint-Oedenrode, Sint-Michielsgestel en Vught;
- b.
Protocol Bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven: het voor het
projectgebied de Kempen geldende onderzoeksprotocol als bedoeld in
artikel 3.4.5, tweede lid van de Regeling uniforme saneringen.
Artikel 2 Bodemonderzoeken
Bodemonderzoeken uitgevoerd in projectgebied de Kempen voldoen aan het
Protocol Bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven, zoals is opgenomen in bijlage
1.
Artikel 3 Begrenzingen
Binnen het projectgebied de Kempen
- a.
vindt de aanpak, onderzoek en sanering van de bodemverontreiniging
ten gevolge van zinkassen op perceelniveau;
- b.
blijft de aanpak, onderzoek en sanering van bodemverontreiniging
ten gevolge van zinkassen en van zinkassen op perceelniveau beperkt
tot de bovengrond;
- c.
blijft de beoordeling van risico’s bij zinkasverontreiniging op
perceelniveau beperkt tot de humane risico’s.
Artikel 4 Intrekking
De Beleidsregel verwijdering zinkassen de Kempen Noord-Brabant wordt
ingetrokken.
Artikel 5 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 6 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: beleidsregel bodemonderzoek en
beoordeling projectgebied de Kempen Noord-Brabant.
Toelichting behorende bij de beleidsregel bodemonderzoek en beoordeling
projectgebied de Kempen Noord-Brabant.
In de Kempen is de bodem verontreinigd geraakt met zware metalen, waaronder
vooral zink en cadmium, ten gevolge van de activiteiten van de voormalige
zinkindustrie in de regio. Deze verontreiniging is ontstaan door rookemissies,
afvalwaterlozingen en hergebruik van zinkassen. Om de nadelige effecten van de
bodemverontreiniging met zware metalen aan te pakken is in 2001 het
samenwerkingsverband Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) gestart. Per 1 januari
2016 is het Projectbureau ABdK. Zij zorgden namens de provincies Noord-Brabant
en Limburg, het ministerie van IenM (voorheen VROM), gemeenten en waterschappen
in het projectgebied voor de verwijdering van zinkassen en voor de sanering van
met zinkassen verontreinigde bodem bij particulieren en een groot aantal wegen.
Hierbij werd gewerkt volgens de Beleidsregel verwijdering zinkassen de Kempen en
het Protocol bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven. In 2015 heeft de
projectorganisatie AbdK haar taken afgerond. De resterende taken als monitoring,
voorlichting en kennisbeheer worden uitgevoerd door de provincie Noord-Brabant
en Limburg, de waterschappen en gemeenten.
Er kunnen nog verontreinigingen met zinkassen in de bodem aanwezig zijn op
bedrijfsterreinen en bij particulieren op plaatsen die moeilijk bereikbaar
waren. Deze locaties kunnen op een natuurlijk moment worden gesaneerd waarbij
bodemonderzoek volgens het Protocol bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven moet
worden uitgevoerd. De Wet- en regelgeving en de technische mogelijkheden op het
gebied van bodemonderzoek en sanering hebben zich sinds 2007 verder ontwikkeld.
Daarom is het Protocol bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven in samenwerking met
de Provincie Limburg, de betreffende omgevingsdienst en de gemeente Helmond
vernieuwd en aangepast aan de huidige wet- en regelgeving. De overige
saneringsaspecten die waren opgenomen in de beleidsregel zijn inmiddels volledig
opgenomen in landelijke wet- en regelgeving. Verwijdering en sanering van de
zinkassen en met zinkassen verontreinigde grond moet hieraan voldoen waardoor
het niet meer noodzakelijk is om hiervoor de oude provinciale beleidsregel in
stand te houden.
Het vernieuwde Protocol bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven wordt ook door
Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg vastgesteld.
ArtikelsgewijsArtikel 1 Onder a Dit is het gebied waarvoor
het Protocol Bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven van toepassing is en die
overeenkomst met het gebied zoals deze wordt gedefinieerd in het Besluit
uniforme saneringen (BUS).
Onder b Protocol Bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven het vernieuwde
Protocol dat als bijlage 1 is opgenomen en dat is aangepast aan de geldende wet-
en regelgeving van november 2015.
Artikel 2 Al het bodemonderzoek naar bodemverontreiniging met
zinkassen binnen het projectgebied de Kempen bij BUS-saneringen moet voldoen aan
het Protocol Bodemonderzoek Zivest/zinkassenerven. Voor niet BUS-sanering geldt
deze verplichting ook. Dit is onafhankelijk van wie het bodemonderzoek
uitvoert.
Artikel 3 Het protocol geldt alleen voor de vaste bovengrond, op
perceelsniveau en richt zich alleen op de humane risico’s. Dit is onveranderd
ten opzichte van de oude beleidsregel.
Artikel 4 De oude beleidsregel kan worden ingetrokken omdat de
verdere inhoud inmiddels is opgenomen in andere wet- en regelgeving of zich
specifiek richt op de uitvoering van onderzoek en sanering door het
projectbureau Actief bodembeheer de Kempen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M.
Burger